WK 7 H10 Oppositioneel-opstandige en Antisociale gedragsstoornis Flashcards
3 gedragsstoornissen
> Oppositional Defiant Disorder (ODD)
> Conduct Disorder (CD)
> Antisocial Personality Disorder (ASPD
ODD
> hoeveel criteria
>welke (ong)
4 of meer criteria:
BOOS/PRIKKELBAAR
- driftbuien
- lichtgeraakt/prikkelbaar
- boos
OPSTANDIG/ OPPOSITIONEEL
- problemen met autoriteitsfiguren
- ongehoorzaam
- ergert anderen opzettelijk
- geeft anderen de schuld
HATELIJK/WRAAKZUCHTIG
8. Hatelijk of wraakzuchtig
CD
> hoeveel criteria
>welke (ong)
3 tot 15
AGRESSIE
- pesten/ bedreigen/ intimideren
- begint vechtpartijen
- gebruikt ‘wapen‘
- mishandeling van mensen
- mishandeling van dieren
- stelen in direct contact
- gedwongen seksueel contact
VERNIELING
- brandstichting
- vandalisme/vernieling
LEUGENACHTIGHEID/ DIEFSTAL
- inbraak
- liegen/oplichting
- stelen zonder direct contact
ERNSTIGE REGELOVERTREDING
- ‘s avonds laat weg (≤ 12 jaar)
- weglopen van huis
- spijbelen (≤ 12 jaar)
Noem de 7 stappen naar antisociaal gedrag in de ontwikkeling
- Nadelige context
- Weinig schoolreipheid
- Harde opvoeding
- Vroege gedragsproblemen
- Problemen op school
- Onvoldoende monitoring
- Deviante vrienden
5 factoren prenatale context mbt antisociaal gedrag
MOEDER • roken/ drugs/ alcohol • stress • slechte voeding/ verzorging • ≤ 20 jaar • psychopathologie
welke 2 eigenschappen in kinderen staan in verband met het vertonen van prosociaal gedrag?
(1) reactiviteit
(2) angst
deze combinatie heet “inhibited”
-> positief verband met prosociaal gedrag
Coie, Dogde, Coppotelli:
4 extreme groepen in adolescenten
ingedeeld naar reacties van peers
> hoeveel procent van de adolescenten zit in zo’n groep?
(1) populair - veel positieve, weinig negatieve reacties
(2) afgewezen - weinig positieve, veel negatieve reacties
(3) genegeerd - weinig positieve, weinig negatieve reacties
(4) controversieel - evenveel positieve en negatieve reacties
in totaal 35-40% van adolescenten zit in een van deze extreme groepen
welke factor spelt een sleutelrol in het ontwikkelen van prosociale gedrag?
wat houdt deze factor in?
het ontwikkelen van bewustzijn/geweten
bestaat uit “moral emotions” en “moral conduct” (aan regeln houden)
- 3 dimensies in (hechte) relaties
- verticaal/horizontale relaties
(1) duurzaamheid - stabiliteit van relatie
(2) gezag - controle en verantwoorelijkheid
(3) gender - begrip van verschil van sekse
2 soorten relaties met betrekking tot (2)
- verticaal: gezag ongelijk verdeelt (bv ouder-kind)
- horizontaal: gezag gelijk verdeelt (bv broers/zussen)
Waklschlag et al: 4 dimensies van ODD
waarop moet gelet worden?
(1) (niet reactieve) agressie
(2) gebrek aan meegaandheid
(3) verlies van zelfbeheersing
(4) weinig aandacht (empathie) voor anderen
Belangrijk: onderscheiden tussen typisch en problematisch gedrag uit deze dimensies
2 subtypes CD
verschillen in verloop?
(1) child-onset: lange (verslechterende) geschiedenis van negatief gedrag
- >”life course trajectory”
(2) adolescent-onset: abrupt in adolescentie (3 keer vaker dan child-onset)
- >”adolescence-limited trajectory”
Verloop:
CD ontwikkeld in de adolescentie: grote kans om er weer af te komen.
CD in vroege jeugd: grote kans dat het aanhoudt.
verschil directe vs indirecte agressie
direct: fysiek schadelijk gedrag of schelden
indirect: bezitsvernietiging, diefstal of buitensluiting van anderen
Patrick, Fowles, Krueger: 3 factoren van psychopatie
(1) disinhibitie
(2) durf
(3) verachtelijkheid (minachting)
van invloed op deze factoren: moeilijk temperament, lage angst
Lahey en Lober: 3 ontwikkelingspaden
kunnen gelijktijdig voorkomen
(1) open pad: matige->ernstige agressie, niet verborgen
(2) verborgen pad: matige ->ernstige delicten, verborgen
(3) autoriteit-conflict pad:koppig gedrag-> ernstige vijandigheid
wat wordt met de begrip “antisocial propensity” bedoeld?
antisociale dwang: verzameling van karakteristieken in een kind die de waarschijnlijkheid voor het ontwikkelen van CD verhoogd