WK 2 H6 Hechtingsstoornissen Flashcards
4 vormen van hechting benoemen
- Veilig gehecht
( Secure ) - Angstig-Ambivalent gehecht
( resistant / anxious-ambivalent ) - Vermijdende hechting
( avoidant / anxious-avoidant ) - Gedesoriënteerde hechting
( disorganized )
Betekenis vormen hechting.
- Veilig gehecht
( Secure ) - Angstig-Ambivalent gehecht
( resistant / anxious-ambivalent ) - Vermijdende hechting
( avoidant / anxious-avoidant ) - Gedesoriënteerde hechting
( disorganized )
- Veilig gehecht ( Secure ) = Baby en verzorger goed gehecht. Verzorger reageert: gevoelig, consistent en geschikt op de behoefte van de baby. Baby: blij als terug, oké als weg.
- Angstig-Ambivalent gehecht
( resistant / anxious-ambivalent )
= Baby en verzorger zijn onveilig gehecht.
Verzorger reageert: inconsistent en onvoorspelbaar.
Kind: voelt zich onzeker en angstig en vertrouwd niet op de aanwezigheid van de ouder.
> Angstig als ouder weg - Vermijdende hechting
( avoidant / anxious-avoidant )
= Baby en verzorger zijn onveilig gehecht.
Verzorger reageert: nadequate, intrusieve of overcontrolerende (autoritaire) zorg.
Kind: emotioneel verward en afstandelijk.
> kinderen vermijden interactie en proberen voor zichzelf te zorgen. - Gedesoriënteerde hechting
( disorganized )
= Baby en verzorger zijn onveilig gehecht.
Verzorger: geassocieerd beangstigende, angstige of gemene gebeurtenissen.
Kind: Zoekt tegelijk contact als afweer van zijn verzorgers.
> Huilen en opgepakt willen worden
4 factoren die de hechting beinvloeden
factoren die de hechting beïnvloeden
- Gevoeligheid van de ouders (voornaamste reden)
- Temperament van het kind
- Hechtingsgeschiedenis van de ouders
- Psychische gezondheid van de ouders.
> Let wel: deze leveren een positieve of negatieve ‘bijdrage’ aan de hechting
4 gevolgen van hechting
Gevolgen van hechting:
- Neurologische ontwikkeling stimuleren of remmen.
- Emotieregulatie
Beïnvloed de emotieregulatie en benadrukt de rol van emotie in vroege ontwikkeling van persoonlijkheid. - Latere relaties
Biedt een prototype voor hoe een kind later in zijn leven relaties zal aangaan. - Adaptatievermogen
Hoe later aan te passen in een situaties, doormiddel van attitudes aanleren over zichzelf en de wereld.
Hechtingsstoornissen
1- Hoeveel onveilig gehecht?
2- Wanneer hechtingstoornis?
3- twee hechtingsstoornissen benoemen
Hechtingsstoornissen
1- Hoeveel onveilig gehecht?
1/3
2- Wanneer hechtingstoornis?
Als dusdanis veel hechtingsgerelateerde ‘distress en dysfunction’ dat het ‘deviant’ wordt.
3- twee hechtingsstoornissen benoemen
Reactieve hechtingsstoornis (reactive attachement disorder)
Ontremde sociale betrokkenheidsstoornis (disinhibited social engagement disorder).
Hechtingsstoornissen
- Reactieve hechtingsstoornis (reactive attachement disorder)
- Ontremde sociale betrokkenheidsstoornis (disinhibited social engagement disorder).
Hechtingsstoornissen
- Reactieve hechtingsstoornis (reactive attachement disorder)
= gebrek aan: veilig gehecht gedrag, verminderde sociale betrokkenheid, geen hulp zoeken bij stress en moeite bij reguleren van emoties.
> niet makkelijk troostbaar, overmatig verlegen, hypergevoelig - Ontremde sociale betrokkenheidsstoornis (disinhibited social engagement disorder).
= Weinig terughoudensheid bij onbekende anderen, kijken niet terug naar opvoeder, sociale oppervlakkigheid en aandacht zoeken, ongepast fysiek contact.
>liever aandacht van anderen dan eigen ouders
Interventies bij hechtingsstoornissen benoemen
- Universele maatregelen
- Selectieve maatregelen
- Aanbevolen maatregelen
Interventies bij hechtingsstoornissen
- Universele maatregelen
- Selectieve maatregelen
- Aanbevolen maatregelen
- Universele maatregelen
= voor de algemene populatie - Selectieve maatregelen
= voor de groepen die een bovengemiddeld risico lopen - Aanbevolen maatregelen
= voor groepen met specifieke risicofactoren die uitgebreide hulp vereisen
Ontremde sociale betrokkenheidsstoornis
disinhibited social engagement disorder
- Ontremde sociale betrokkenheidsstoornis (disinhibited social engagement disorder).
= Weinig terughoudensheid bij onbekende anderen, kijken niet terug naar opvoeder, sociale oppervlakkigheid en aandacht zoeken, ongepast fysiek contact.
> liever aandacht van anderen dan eigen ouders
Reactieve hechtingsstoornis
reactive attachement disorder
- Reactieve hechtingsstoornis (reactive attachement disorder)
= gebrek aan: veilig gehecht gedrag, verminderde sociale betrokkenheid, geen hulp zoeken bij stress en moeite bij reguleren van emoties.
> niet makkelijk troostbaar, overmatig verlegen, hypergevoelig