WK 4 H12 Stemmingsstoornissen en suïcidaliteit Flashcards

1
Q

Continuüm van stemmingsgerelateerde problemen

A

Als kinderen een lange reeks van distress vertonen die steeds erger wordt.

(fred) mood related continuum: bereik van van distress en beschadiging. wordt gebruikt om bij jongeren te onderscheiden tussen individueen met lichte/ernstige stemmingsgerelateerde problemen en de corecte diagnose van een depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dysthemie

A

Chronische verstoring van de stemming
> somberheid, irritatie en gebrek aan motivatie
> min 2 jaar bij volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

‘Nieuwe’ type stemmingsstoornis DSM5 benoemen

A

Disruptieve stemmingsdysregulatie stoornis (DMDD)

Disruptive mood dysregulation disorder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Disruptieve stemmingsdysregulatie stoornis (DMDD) uitleggen
( Disruptive mood dysregulation disorder )

welk diagnose werd vroeger gesteld i.p.v van dit? waar zijn de verschillen?

A

Disruptieve stemmingsdysregulatie stoornis (DMDD)

Last van ernstige en terugkerende driftbuien.
> kenmerken zich door uiting van: agressie

normaal: huilen, schreeuwen en stampvoeten

vroeger diagnose van bipolaire stoornis
verschil: driftbuien en fasen van extreme prikkelbaarheid zijn niet episodisch bij disruptive mood dysregulation disorder
bij bipolaire stoornis wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bipolaire stoornis

A

Afwisselende stemming die manisch/hypomaan en dan depressief.
> lastig te detecteren bij zowel kinderen als volwassenen

Manische episode = extreem impulsief gedrag, verminderde behoefte aan slaap en soms psychoses.

Hypomanie = symptomen van manie maar minder sterk en zonder psychoses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken depressie

  • genen en erfelijkheid
A

Genen en erfelijke factoren

= depressieve symptomen zijn erfelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaken depressie

  • 4 fysiologische factoren
A

Fysiologische factoren

> afwijkingen in de amygdala en verminderde bloedtoevoer naar de hersenen.
dysregulatie van neurotransmitters
verminderde hoeveelheid slaap
aantasting van neurale netwerken door stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaken depressie

  • 3 factoren omtrent de ouders en de familie
A

Factoren omtrent de ouders en de familie
> Depressie bij ouders = verslechterde relatie ouder/kind en daardoor psychopathologie bij kind
> Depressie bij ouders = verslechterde relatie met rest van de familie (breuk) en daardoor psychopathologie bij kind
> Depressie bij ouders = verslechterde huwelijksrelatie ouders en daardoor psychopathologie bij kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken depressie

  • 5 Milieufactoren
A

Milieufactoren

  1. Negative life events
  2. Chronic Hassles (langdurige ruzies)
  3. Stress
  4. Armoede
  5. Mishandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaken bipolaire stoornis

A

Voornamelijk genetische aanleg. Staat op nummer 2 van erfelijke stoornissen (na autisme).
> Afwijking Amgydala
> Slaaptekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 interventie bij depressie benoemen

A
  • Farmacologische behandeling
  • Behandeling van het kind
  • Behandeling van de familie
  • Preventiemaatregelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 interventie bij depressie uitleggen:

  • Farmacologische behandeling
  • Behandeling van het kind
  • Behandeling van de familie
  • Preventiemaatregelen
A
  • Farmacologische behandeling
    = Stemmingsstoornis voornaamste stoornis waar medicijnen aan wordt toegeschreven.
    > verminderen distress en dysfunction
    > voorkomen van terugval
  • Behandeling van het kind
    = Cognitieve Gedragstherapie en Interpersoonlijke Psychotherapie wordt voornamelijk gebruikt.
  • Behandeling van de familie
    = Uitleg zodat er steun geboden kan worden. Als het probleem bij de familie ligt, daar aanpakken.
  • Preventiemaatregelen
    = ondersteunen van kinderen van depressieve ouders en kinderen die een risico lopen op het ontwikkelen van een depressie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interpersoonlijke Psychotherapie

A

één-op-één gesprekstherapie of in groepsverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

parasuïcidale gedragingen

A

Handelingen, bedoeld als zelfmoordpoging, maar mislukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

suïcidaliteit

A
  • zelfmoordgedachten
  • parasuïcidale gedragingen
  • suïcide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fysiologische factoren voor depressie

Pennington: kindling model

A

Sociale stress oorzaak voor permanente kwetsbaarheid van de HPA (hypothalamic-pituitary-adrenal, overstimuleert bij depressie)

Met tijd wordt neurologisch systeem steeds gevoeliger -> makkelijker een nieuwe episode van depressie te veroorzaken

mogelijke verklaring voor herhalende depressieve episodes ook bij een minder heftige mate stress

17
Q

wat zijn de 2 algemene categorieen van risicos volgens de
interpersonal-psychological theory of suicidality? (Joiner)

verband tussen parasuicidaal en suicidaal gedrag?

A

(1) dyregulated impulse control
(2) intense psychological pain

eerdere suicidale gedrag lijkt een sterke voorspeller te zijn voor toekomstige suicidaliteit; door habituatie aan eerdere zelfverwonding minder angst voor suicide

18
Q

Verschil kinderen en adolescenten depressie

A
Kinderen:
> Moeite om stemming te beschrijven/voelen
> Depressieve houding
> Meer somatische klachten en angsten
> Geirriteerd, externaliserend gedrag
Adolescenten:
> Vaker gevoel van hopeloosheid
> Ernstige symptomen
> Middelenmisbruik
> Suicidaliteit