Wijze Woorden - W + Z Flashcards
1
Q
value
A
de waarde
2
Q
value (verb)
A
waarderen
3
Q
appreciation / valuation
A
de waardering
4
Q
observe
A
waarnemen
*nam waar / waargenomen
5
Q
observation
A
de waarneming
6
Q
probable(y)
A
waarschijnlijk
7
Q
probability
A
de waarschijnlijkheid
8
Q
warn
A
waarschuwen
9
Q
warning
A
de waarschuwing
10
Q
refutable
可駁倒的
A
weerlegbaar
11
Q
refute
駁倒
*bewijzen dat (iets) niet klopt
A
weerleggen
12
Q
contradict
A
weerspreken
13
Q
be lost
*verdwijnen of niet meer beschikbaar zijn
A
wegvallen
14
Q
all things considered
A
welbeschouwd
15
Q
all-in-all
A
welgeteld
16
Q
worldwide
A
wereldwijd
17
Q
tutorial
A
het werkcollege
18
Q
working group
A
de werkgroep
19
Q
instructional formal
A
de werkvorm
20
Q
active
A
werkzaam
21
Q
science
A
de wetenschap
22
Q
scientific
A
wetenschappelijk
23
Q
scientist
A
de wetenschapper
24
Q
piece of information
A
de wetenswaardigheid
25
widespread
wijdverbreid
26
widespread
wijdverspreid
27
many-branched
wijdvertakt
28
wisdom
de wijsheid
29
way
de wijze
30
change (verb)
wijzigen
31
change (noun)
de wijziging
32
random
willekeurig
33
interaction
de wisselwerking
34
workshop
de workshop
35
friction
de wrijving
36
certainly
de zekerheid
37
visible
zichtbaar
38
so-called
zogeheten
39
so-called
zogenoemd
40
pure
zuiver
41
purity
de zuiverheid
