Wijze Woorden - D Flashcards
1
Q
actual(ly), practical
*feitelijk, echt
A
daadwerkelijk
2
Q
subsequent(ly)
A
daaropvolgend
3
Q
decrease (verb)
A
dalen
4
Q
decrease (noun)
A
de daling
5
Q
owing to/thanks to
A
dankzij
6
Q
data
A
de data
7
Q
date
* een datum zetten bij of op (iets)
A
dateren (van / uit)
8
Q
dating
A
de datering
9
Q
deadline
A
de deadline
10
Q
debate (noun)
A
het debat
11
Q
debate (verb)
A
debatteren
12
Q
debit
A
debet
13
Q
dean
- voorzitter van een universitaire faculteit.
- adviseur van studenten in het voorgezet en hoger onderwijs
A
de decaan
14
Q
decade
A
het decennium
15
Q
decimal
A
de decimaal
16
Q
expense account
A
de declaratie
17
Q
claim expenses
A
declareren
18
Q
decode
A
decoderen
19
Q
decoding
A
de decodering
20
Q
divisible
* splitsbaar
A
deelbaar
21
Q
participation
A
de deelname
22
Q
participate
A
deelnemen
23
Q
defect
A
het defect
24
Q
defective
A
defect
25
define
definiëren
26
definition
definitie
27
definitive
definitief
28
demonstrate
| *aantonen
demonstreren
29
logical error
de denkfout
30
way of thinking
| * mentaliteit
de denkwijze
31
disastrous
desastreus
32
descriptive
descriptief
33
if requested / on being asked
| *als ernaar gevraagd wordt
desgevraagd
34
expert
deskundig
35
distil
| 蒸餾
distilleren
36
detection
de detectie
37
determinant
| *element dat of omstandigheid die bepalend is
de determinant
38
determine
determineren
39
diagnosis
| 診斷結果
diagnose
40
diagnostic
diagnostisch
e. g. diagnostisch bevoegde specialisten
e. g. een diagnostisch onderzoek
41
diagnose
| 診斷
diagnosticeren
42
diagonal (noun)
diagonal
43
diagonal (adj)
diagonaal
44
diagram
het diagram
45
density
de dichtheid
46
lecture notes
het dictaat
47
dictate
dicteren
48
differentiate
differentiëren
49
diffuse
* verspreid
* vaag / wazig (onduidelijk)
diffuus
e. g. diffuus licht / diffuus glas
e. g. een diffuus betoog
50
digital
digitaal
51
dimension
de dimensie
52
discipline
de discipline
53
discontinuous
discontinu
54
discontinuum
het discontinuüm
55
discreet
discreet
56
disqualification
de diskwalificatie
57
disqualify
diskwalificeren
58
dissertation
de dissertatie
59
divergent
divergent
| *een divergente lichtbundel
60
divergence
de divergentie
61
diverge
divergeren
62
diverse / several
| *verschillend / verscheiden
divers
e. g. divers zijn
e. g. diverse mensen
63
diversity
de diversiteit
64
lecture
doceren
65
doctor (onderwijs)
de doctor
66
final examination (voor de doctor/university)
doctoraal
67
Master degree
de doctorandus
68
document (noun)
het document
69
document (verb)
documenteren
70
refer (to)
doelen
71
target group
de doelgroep
72
objective
de doelstelling
73
domain
het domein
74
dominant
dominant
75
dominance
de dominantie
76
dominate
domineren
77
breakthrough
de doorbraak
78
continue a line of reasoning
doorredeneren
79
section
de doorsnede
80
dose (verb)
| * met mate nemen
doseren
81
dosage
de dosering
82
dose (noun)
| / measure
de dosis
| e.g. een flinke dosis gezond verstand / een flinke dosis geduld
83
basis
* groep van mensen die allemaal iets willen of steunen
* ondersteuning
het draagvlak
84
drastic
drastisch
85
clear
duidelijk
86
point (to) / interpret
duiden
87
duplicate
dupliceren
88
sustainable
duurzaam
89
cross-section
de dwarsdoorsnede
90
connection
het dwarsverband
91
dynamic
dynamisch
