Wijze Woorden - H Flashcards
1
Q
be at odds with
A
haaks
- haaks staan op = tegenstrijd zijn of strijdig zijn met
- hou je haaks! = hou je goed!
2
Q
feasible / achievable
A
haalbaar
3
Q
feasibility
A
de haalbaarheid
4
Q
halve
對半分;把…減半
A
halveren
5
Q
halving
A
de halvering
6
Q
manual
A
de handleiding
7
Q
repeatedly
A
herhaaldelijk
8
Q
repeat
A
herhalen
9
Q
repetition
A
de herhaling
10
Q
resit (verb)
A
herkansen
11
Q
resit
A
de herkansing
12
Q
recognize
A
herkennen
13
Q
recognition
A
de herkenning
14
Q
recovery
A
het herstel
15
Q
recover
A
herstellen
16
Q
revise
A
herzien
17
Q
quantity / amount
A
de hoeveelheid
18
Q
polytechnic
A
de hogeschool
19
Q
homogeneous (adj)
同質,同種
A
homogeen
20
Q
homogeneity (noun)
同質,同種
A
de homogeniteit
21
Q
award
A
honoreren
22
Q
professor
A
de hoogleraar
23
Q
high-principle
A
hoogstaand
24
Q
at the most
A
hooguit
25
Q
high-quality
A
hoogwaardig
26
Q
lecture
A
het hoorcollege
27
Q
current
A
huidig
28
Q
hypothesis
假設
A
de hypothese
29
Q
hypothetical
假設的
A
hypothetisch