Wijze Woorden - N Flashcards
1
Q
seamless
A
naadloos
2
Q
review / recap
A
de nabeschouwing
= evaluatie
3
Q
discuss afterwards
A
nabespreken
4
Q
subsequent discussion
= follow-up discussion
A
de nabespreking
5
Q
imitate
A
nabootsen
= nadoen
6
Q
nearly
A
nagenoeg
= vrijwel
7
Q
reread
A
nalezen
= aandachtig opnieuw lezen
8
Q
check
A
narekenen
= controleren
9
Q
offer continuing education
A
nascholen
10
Q
refresher course(s)
A
de nascholing
11
Q
epilogue
= postscript 補充 / 附筆
A
het naschrift
12
Q
consult
A
naslaan
(sloeg na, nageslagen)
= opzoeken
13
Q
reference work
A
het naslagwerk
14
Q
accurate
A
nauwkeurig
15
Q
accuracy
A
de nauwkeurigheid