Wervelkolom Flashcards

1
Q

Anamnestische alarmsignalen voor specifieke oorzaken zijn:

A

ouder dan 50 jaar;
maligniteit of (ernstige) infecties in de voorgeschiedenis;
onverklaarbaar gewichtsverlies;
therapieresistentie;
pijn in rust;
intraveneus drugsgebruik;
pijn die langer dan 6 weken aanhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Patiënten met lage rugpijn en een of meer anamnestische ‘rode vlaggen’ hebben bij lichamelijk onderzoek een pretestwaarschijnlijkheid voor een specifieke oorzaak van..

A

10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een slechte houding met pathologisch substraat kan veroorzaakt worden door:

A

een structurele malformatie (bijv. een structurele scoliose)
degeneratieve afwijkingen (bijv. osteoporose) pijn (antalgische houding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een antalgische houding is..

A

een houding die het lichaam aanneemt waarin pijn het minst gevoeld wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Als gevolg van een scoliose kan er ook het volgende worden gezien:

A

een verschil in schouderhoogte
een prominerend (afstaand) schouderblad asymmetrie van de borstkas
een asymmetrische tailledriehoek
een asymmetrische ruit van Michaelis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

als de scoliose tijdens zit verdwijnt, is er sprake van..

A

een niet-structurele of functionele scoliose (deze wordt mogelijk veroorzaakt door een beenlengteverschil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een scoliose kan op volwassen leeftijd onstaan op basis van …

A

degeneratie (primair of secundair, bijv op basis van osteoporose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Houdingskenmerken bij Bechterew kan zijn..

A

Een versterkte thoracale kyfose
een verstreken lumbale lordose
Stijfheid in alle bewegingsrichtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een thoracale kyfose kan echter ook gezien worden bij..

A

Scheuermann en fracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij anamnestische verdenking HNP, mag je de volgende LO niet verrichten

A

Passieve flexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is suspect voor een wervelkanaalstenose?

A

Een geflecteerde houding (flexie (/buiging) knieën, heupen, lumbale wervelkolom)
Breed basisch looppatroon (icm rugklachten = 90% kans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat kan pijnklachten provoceren bij een wervelkanaalstenose?

A

extensie (strekken) van de lumbale wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan wijzen op een spondylolyse c.q. spondylolisthesis of slappe buikspieren?

A

Een versterkte lumbale lordose (holle rug)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je qua houding bij verkorte hamstrings en beperkte flexie in de heupen bij een spondylolisthesis?

A

een looppatroon met stijve benen en kleine passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Asdrukpijn is..

A

de pijn die ontstaat als er kracht wordt uitgeoefend in de richting van de lengte-as van een bot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Asdrukpijn kan duiden op..

A

Pijn ergens in de wervelkolom kan duiden op metastasen, discusdegeneratie, spondylolisthesis of fracturen. NB niet altijd specifiek voor fracturen

17
Q

Compressiepijn en kloppijn kan duiden op..

A

metastasen, discusdegeneratie, botinfectie (!), spondylolysis en/of -listhesis of fracturen.

18
Q

Noem 6 (groepen) specifieke afwijkingen van de wervelkolom

A
  1. Specifieke houdings- en statiekafwijkingen (bijv. congenitale scoliose, ziekte van Bechterew, ziekte van Scheuermann);
  2. specifieke degeneratieve afwijkingen (o.a. hernia nuclei pulposi (HNP), wervelkanaalstenose, osteoporose);
  3. inflammatoire processen (o.a. inflammatoire spondylopathie, spondylitis, (spondylo)discitis, osteomyelitis, reumatoïde artritis);
  4. maligne processen (o.a. wervelmetastasen, multipel myeloom);
  5. congenitale of verworven wervelanomalieën (o.a. spondylolyse, spondylolisthesis, congenitale scoliose);
  6. traumata (o.a. wervelfracturen, whiplashlaesie).
19
Q

Belangrijke rode vlag bij rugklachten!

A

Onverklaarbaar gewichtsverlies

20
Q

Wat is het cauda equina syndroom en welke klachten kan je hierbij verwachten?

A

De cauda equina is de bundel van uitlopers van de ruggenmergzenuwen. Deze bundel lijkt op een paardenstaart. Hij bevindt zich in het wervelkanaal onder de plaats waar uw ruggenmerg ophoudt, ongeveer bij de eerste lendenwervel. Bij een cauda equina syndroom is er schade aan uw zenuwen van de bundel uitlopers. Zenuwen werken als boodschapper tussen uw hersenen en de andere delen van uw lichaam. Bij schade aan deze zenuwen worden de signalen gestoord of helemaal niet meer doorgegeven.

Klachten: gestoorde sensibiliteit rijbroekgebied (radiculopathie), urineretentie (atone blaas), verminderde sfincterspanning blaas en rectum, gestoorde seksuele functies, spontane pijn, positieve proef van Lasègue en asymmetrische uitval.

NIET bleek worden van huid

21
Q

Wat is neurogene claudicatio en wat zijn de verschijnselen?

A

Spinale stenose met klachten variërend van sensibilteitsstoornissen in rug, bil of been tot krachtsverlies in benen. De klachten verergeren bij lordosering en verminderen bij delordosering. Dus houdingsafhankelijk. Vaak meer klachten bij lopen en staan, fietsen weinig klachten.