Oncologie Flashcards

1
Q

Welke behandeling in curatieve setting?

A

radiotherapie icm chemotherapie of chirurgische resectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke behandeling in palliatieve setting?

A

radiotherapie ter symptoombestrijding.
mbv radiotherapie wordt geprobeerd de tumormassa te verkleinen met als doel afname van bijv pijnklachten (botmeta;s) of neurologische sympt (hersenmeta’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bijwerkingen radiotherapie

A

bijwerkingen van de huid (een sneldelend orgaand) binnen enkele dagen
toxiciteit op het hart pas na jaren.
Echter door nieuwe technieken kan radiotherapie steeds preciezer worden toegepast zodat de toxiciteit voor omringende weefsels zoveel mogelijk kan worden beperkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neoadjuvante behandeling =

A
  1. Radio- en/of systeemtherapie
  2. Resectie van de resttumor

neoadjuvant betekent voorafgaand OK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Adjuvante behandeling =

A
  1. chirurgische debulking
  2. postoperatpieve radio- en/of systeemtherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem verschillende systeemtherapieen (4)

A

Chemotherapie
Hormoontherapie (bv bij prostaat- en mammaca
Doelgerichte therapie; targeted therapy. bv kinaseremmers en de monoclonale antilichamen
Immunotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem veelvoorkomende bijwerkingen van chemotherapie

A

Beenmergsuppressie, cytopenie, infectiegevoeligheid
Maag-darmstelsel
Haar en nagels
Seksualiteit; menstruatiestoornis, vervroegde menopauze, erectiestoornis, verl libido
Algemeen: verm eetlust, verm smaaksensatie en vermoeidheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de meest voorkomende bijwerkingen van radiotherapie

A

vermoeidheid.

+ locatiegevoelig:
locatie abd = miss, braken, diarree
hoofd-hals = mucositis, larynxzwelling, xerostomie (droog gevoel mond)
thorax = pneumonitis, oesofagitis
geslachtsorganen = infertiliteit
huid en slijmvliezen = lokale huidreactie, mucositis
craniaal = hoofdpijn, verhoogde intracraniele druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bijwerkingen hormoontherapie

A

voorbeelden: infertiliteit, opvliegers, libidoverlies, osteoporose
+ verhoogd risico op hart- en vaatziekten en cardiovasculaire events

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijwerkingen doelgerichte therapie en immunotherapie

A

bijv colitis, pneumonitis, thyreoiditis en hypofysitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe sluit je endometriumca uit bij postmenopauzale vrouwen met bloedverlies?

A

transvaginale echo, niet colposcopie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly