Diabetes Flashcards
DM type 1 kan snel ontregelen (keto acidose). Noem 5 symptomen
veel drinken
*veel plassen
*ziek, slap, lethargie, ‘anders’
*gewichtsverlies
*buikpijn (!)
Pubers/adolescenten hebben…
twee keer zoveel insuline nodig (met of zonder DM)
Stappenplan voor patiënten zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (medicamenteus)
Stap 1 Metformine.
Stap 2 Voeg een sulfonylureumderivaat toe (bij voorkeur gliclazide).
Stap 3 Voeg (middel)langwerkende insuline eenmaal daags toe (bij voorkeur NPH-insuline).Alternatief: DPP4-remmer (-gliptine) of GLP1-agonist (-glutide of lixisenatide).
Stap 4 Intensiveer insulinebehandeling.Alternatief: DPP4-remmer of GLP1-agonist.
Stappenplan voor patiënten met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten
Stap 1 SGLT2-remmer (-glifozine). Bij contra-indicatie voor SGLT2-remmer (bijvoorbeeld eGFR < 30 ml/min/1,73 m2 , zie ook tabel 9): start GLP1-receptoragonist.*
Stap 2 Voeg metformine toe.
Stap 3 Voeg een GLP1-receptoragonist toe.*
Stap 4 Voeg een van de middelen uit het stappenplan voor patiënten zonder zeer hoog risico toe (combinatie van GLP1-receptoragonist met DPP4-remmer is niet rationeel en wordt ontraden).
Meest voorkomende bijwerkingen van.. metformine, sulfonylureumderivaten (-ide), DPP4-remmers, GLP-1 agonisten en SGLT-2 remmers
●Metformine: maag-darm problemen, smaakstoringen
●Sulfonylureumderivaten: hypoglycemie => laag =eten => gewicht»>
●DPP4-remmers: gewicht», gastro-intest./(mogelijk pancreatitis en hartfalen op lange termijn)
●GLP-1 agonisten: gastro-intest. (lange termijn?)
●SGLT-2 remmers: urinewegen(schimmel), vochtissues
Hoe laag is de glucose bij een hypo
<3.9 of 3.5
Behandeling hypo (zweten, beven, honger, geeuwen, hoofdpijn)
Koolhydraatrijke drank drinken, 16 tot 20 gram suiker
Als de patiënt dat niet kan, injecteer 10 ml 50%-glucoseoplossing of 50 ml 10%-glucoseoplossing intraveneus.
Herhaal de behandeling indien de patiënt niet binnen 3 minuten bijkomt totdat de glucosepiegel > 5 mmol/l is.
Glucagon 1mg kan ook sc of im worden gegeven
Behandeling hyperglykemie (dorst, plassen, moe, jeuk) mild = glucose tussen de 15-25 zonder ziekteverschijnselen en klachten
Advies om voldoende te drinken, 100-200ml per uur, eerste uur 500ml per uur
Behandeling hyperglykemie (dorst, plassen, moe, jeuk) mild = glucose tussen de 15-25 zonder ziekteverschijnselen wel dorst en polyurie
voldoende drinken zoals bovenstaand
glucose controle en bijspuiten volgens 2-4-6 regel
evt ant emeticum bij braken
indien bovenstaande niet mogelijk, opname zkh
Behandeling hyperglykemie (dorst, plassen, moe, jeuk) ernstig = glucose >25 of ziekteverschijnselen (braken <4 uur, diarree, koorts) geen sufheid of tekenen dehydratie
visite huisarts binnen enkele uren U3 en voldoende drinken. indien niet mogelijk zsm visite U2
Zelfde advies als bij matige hyper
Behandeling hyperglykemie (dorst, plassen, moe, jeuk) zeer ernstig = één of meer van de volgende verschijnselen
1. tekenen van dehydratie (uitblijven mictie uit zich later door glucosurie)
2. braken >4 uur
3. snelle en/of diepe ademhaling
4. sufheid of (sub)comateus
Bij nr 1 en 2. U2 visite = zsm
Bij 2 én 3 of 4 U1 = ambulance (verd keto acidose)
Streefwaarde HbA1c
<70 jr en >70 jr
Patiënten < 70 jaar: HbA1c-streefwaarde ≤ 53 mmol/mol
Patiënten ≥ 70 jaar:
tot en met medicamenteuze behandelstap 1: HbA1c-streefwaarde ≤ 53 mmol/mol
vanaf medicamenteuze behandelstap 2: HbA1c-streefwaarde 54-58 mmol/mol (bij ziekteduur < 10 jaar) of 54-64 mmol/mol (bij ziekteduur ≥ 10 jaar)
Streefwaarde nuchtere glucose en postprandiaal
Nuchter tussen 4.5 en 8. Postprandiaal <9