Week 8 - De institutionele crisis van de rechtsstaat Flashcards

1
Q

We hebben de rechtsstaat door het prisma gehaald. Na bestudering van iedere afzonderlijke kleur kan je tot de conclusie komen dat de drie kleuren enkele overeenkomsten met elkaar tonen. Wat zijn deze overeenkomsten?

A
  1. Alle perspectieven benadrukken dat overheidshandelen een juridische basis moet hebben.
  2. Alle perspectieven hebben een eis van algemeenheid.
  3. Alle perspectieven benadrukken het normatieve karakter van de rechtsstaat. Ze schrijven niet voor hoe het is, maar hoe het zou moeten zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De drie perspectieven op één lijn zitten met elkaar (alignment). Ondanks dit kunnen er ook spanningen optreden tussen de perspectieven. Welke spanningen kunnen voorkomen?

A
  1. Verankeringsspanning. Spanning tussen de juridische hoofdkleur en de sociaalwetenschappelijke hoofdkleur waarbij de rechtsstaat zoals die op papier staat afwijkt van de heersende maatschappelijke orde.
  2. Uitvoeringsspanning. Spanning tussen de juridische hoofdkleur en de bestuurswetenschappelijke hoofdkleur waarbij de rechtsstaat op papier staat, maar deze niet op dezelfde manier uitgevoerd wordt door bestuurlijke instanties.
  3. Handhavingsspanning. Spanning tussen de bestuurswetenschappelijke hoofdkleur en de sociaalwetenschappelijke hoofdkleur waarbij de rechtsstaat op papier staat en door de meeste mensen wordt nageleefd, maar er een gebrek aan handhaving is waardoor niet-naleving beloond wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgens minister Grapperhaus ontstaat een institutionele crisis door het afbrokkelen van maatschappelijke verbanden die groepen mensen met elkaar verbinden, vooral tussen de elite en middenklasse. Deze kloof bedreigt stabiliteit van de Nederlandse rechtsstaat. Hoe kan dit herstelt worden?

A
  1. Herstel van leiderschap
  2. Kansengelijkheid
  3. Participatie
  4. Herstel van kleine gemeenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volgens Boin en ‘t Hart gaat een institutionele crisis over een fundamentele verstoring van een beleidssector. Welke betekenissen krijgt de institutionele crisis wanneer het toegepast wordt op de rechtsstaat?

A
  1. Afname van maatschappelijke steun.
  2. Ontwrichting van de rechtsstaat als instituut. Dit gebeurt wanneer steeds meer mensen zich niet aan de wet gaan houden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het concept van de illiberaire democratie in?

A

Hier is sprake van wanneer een democratisch gekozen leider democratische waarborgen ondermijnen. Dit komt tegenwoordig steeds vaker voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij de vraag of er sprake is van een rechtsstaatcrisis zijn er twee standaarddiagnoses welke vaak terugkomen. Welke zijn dit?

A
  1. De diagnose van de jurist.
  2. De diagnose van de socioloog/politicoloog.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de diagnose van de jurist in, welk bewijs leveren zij hiervoor aan en hoe kan de crisis volgens hen worden opgelost?

A

Diagnose: volgens de jurist is er sprake van een rechtsstaatcrisis, omdat er getornd wordt aan rechten en regels welke de rechtsstaat definiëren.
Bewijs: het bestuur heeft meer bevoegdheden gekregen, waardoor er minder rechtsbescherming is.
Receptuur: de crisis kan verholpen worden door meer rechten en regels te introduceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe overtuigend is het bewijs welke aangeleverd is bij de juridische diagnose?

A

Uit empirisch onderzoek blijkt dat het aantal regels de afgelopen decennia toegenomen is en dat rechten steeds extensiever worden uitgelegd door de rechter. Hierom is het bewijs welke aangeleverd wordt voor de juridische diagnose vrij zwak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt de diagnose van de socioloog/politicoloog in, welk bewijs leveren zij hiervoor aan en hoe kan de crisis volgens hen worden opgelost?

A

Diagnose: er is een rechtsstaatcrisis, omdat de rechtsstaat zijn vanzelfsprekend gezag heeft verloren.
Bewijs: morele verontwaardiging bij incidenten, afname van publiek vertrouwen en er heerst een gevoel van rechtsvervreemding (niet thuisvoelen in het rechtssysteem).
Receptuur: de crisis kan verholpen worden door een meer responsievere benadering van de rechtsstaat die dichter bij de leefwereld van de burgers staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe overtuigend is het bewijs welke aangevoerd is bij de diagnose van de socioloog/politicoloog?

A

Uit onderzoek blijkt dat het vertrouwen in de rechtsstaat onverminderd hoog is. De aangevoerde argumenten blijken dus niet juist te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit onderzoek blijkt dat het bewijs welke aangeleverd is voor de sociologische/politicologische diagnose en de juridische diagnose niet sterk is. Kan hierdoor gesteld worden dat er geen sprake is van een rechtsstaatcrisis?

A

Deze conclusie kan niet getrokken worden. Vanuit het bestuurswetenschappelijk perspectief wordt namelijk nog aangevoerd dat er sprake is van een rechtsstaatcrisis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de diagnose van de bestuurswetenschapper in en welk bewijs leveren zij hiervoor aan?

A

Diagnose: er is een rechtsstaatcrisis omdat er een groeiende kloof is tussen de idealen van de rechtsstaat en de uitvoering ervan. Deze kloof kan leiden tot een institutionele crisis wanneer er significante verschillen ontstaan tussen de juridische verwachtingen en de bestuurswetenschappelijke realiteit van uitvoering.
Bewijs: er is een ‘nonperformante’ rechtshandhaving, waarbij de uitvoerende en handhavende organen tekortschieten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is procedural justice?

A

Procedurele rechtvaardigheid. Dit ziet op de perceptie van eerlijkheid in de procedures die worden gebruikt om beslissingen te nemen. Wanneer deze perceptie is dat het rechtmatig is, dan willen mensen een wet gehoorzamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Binnen de bestuurswetenschappelijke crisis in de rechtsstaat is er sprake van een vicieuze spiraal. Leg uit wat hier mee bedoeld wordt.

A

Steeds minder burgers houden zich aan de regels. De overheid slaagt er niet in om dit effectief te handhaven, waardoor het steeds aantrekkelijker wordt om regels te overtreden. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel van niet-naleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke mechanismen dragen bij aan de institutionele crisis (vicieuze spiraal)?

A
  1. Schaarste en keuzes in uitvoering en handhaving. Beperkte middelen dwingen tot moeilijke keuzes.
  2. Regulering en proceduralisme. Regelgeving richt zich op het terugdringen van vrije bevoegdheden, wat leidt tot een toenemende nadruk op regels en procedures.
  3. Niet-naleving. Wanneer tekortkoming in naleving van regels zichtbaar wordt, worden nieuwe regels opgesteld. Hierdoor wordt de schaarste verder vergroot.

Bij elkaar vergroten deze drie mechanismen de crisis alleen maar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verhoudt de bestuurswetenschappelijke crisis zich tot het voorgestelde receptuur voor de juridische crisis?

A

Dit ‘recept’ draagt bij aan de versterking van de bestuurswetenschappelijke crisis. Als er meer regels zijn, is er minder handhaving.

17
Q

Hoe verhoudt de bestuurswetenschappelijke crisis zich tot het voorgestelde receptuur voor de sociologische/politicologische crisis?

A

Wanneer er meer responsiviteit is, is de schaarste nog groter. Hierom draagt ook dit ‘recept’ bij aan het vergroten van het probleem.