Week 4 - De sociaalwetenschappelijke hoofdkleur v/d rechtsstaat Flashcards

1
Q

Hoe vat MacCormick de sociologische hoofdkleur van de rechtsstaat samen?

A

Hij stelt dat voor een rechtsstaat nodig is dat de meeste mensen de meeste tijd afzien van wat de wet als onrechtmatig bestempeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Émile Durkheim was een grondlegger van de verklaringssociologie. Wat is dit?

A

Dit is de sociologie gericht op het verklaren van maatschappelijke processen aan de hand van objectieve factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verschilt de manier van onderzoek van Max Weber van de manier van Émile Durkheim?

A

Waar Durkheim enkel keek naar de objectieve factoren, kijkt Weber naast de objectieve factoren ook naar de motieven en zingevingsstructuren achter het gedrag van mensen. Hij keek dus naar het doel achter het gedrag.
Burkheim probeerde het gedrag te verklaren, terwijl Weber het probeerde te interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe probeerde Weber de zingeving achter gedrag te begrijpen?

A

Hij deed dit door middel van ideaaltypen. Een voorbeeld van een ideaaltype kan zijn ‘geloof’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is rechtssociologie?

A

Rechtssociologie richt zich op hoe juridische systemen en normen de sociale werkelijkheid vormgeven en beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de theorie van Friedman met betrekking tot de juridisering van de samenleving in?

A

In de VS zijn relatief veel meer juristen dan in Japan. Dit kan niet verklaard worden door verschillen in industrialisatie of arbeidsindeling. Volgens Friedman heeft dit te maken met dat in de VS een sterkere ‘general ecpectation of justice’ en ‘general expectation of recompense’ is. Burgers verwachten daar dus een gelijke behandeling en dat wanneer zij schade leiden, hier een compensatie voor ontvangen. Volgens Friedman wordt dit alles de ‘law explosion’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk gevolg heeft de law explosion volgens Howard?

A

Volgens Howard leidt dit tot de death of the common sense. Hij ziet dat in de VS door de law explosion zo veel regels en wetten zijn, dat niet alles kan worden gehandhaafd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Instituties kunnen gebruikt worden om gedrag te verklaren. Wat zijn instituties?

A

Menselijk gedrag kan niet worden begrepen als enkel individuele keuzes, maar moet worden geplaatst in de context van groepen en samenlevingen. Bepaalde gedragingen zijn zowel individueel als bovenindividueel. Deze bovenindividuele factoren vormen ons handelen en geven richting aan onze gedragingen. Die factoren worden ook wel instituties genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Institutioneel gedrag wordt gekenmerkt door de logic of appropriateness. Wat houdt dit in?

A

Dit houdt in dat acties niet worden gedreven door specifieke doelstellingen, maar door wat als gepast wordt beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Scott heeft in 2014 onderzocht hoe instituties op drie manieren doorwerken in het gedrag. Welke drie manieren zijn dit?

A
  1. Regulatief. Wat is het gedrag dat verwacht wordt door regels welke met dwang gehandhaafd kunnen worden?
  2. Normatief. Dit ziet op sociale verplichtingen. Denk aan het vormen van een rij voor de kassa.
  3. Cultureel-cognitief. Dit zit in de vanzelfsprekendheid, onze cognitie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De rechtsstaat wordt binnen de sociaalwetenschappelijke hoofdkleur gezien als een normatieve institutionele orde. Wat houdt dit in?

A

Binnen een rechtsstaat is het gedrag van individuen algemeen en voorspelbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe blijven de normen algemeen en voorspelbaar gedrag in stand?

A

Hiervoor dient gekeken te worden naar de macrotheorieën. Dit zijn theorieën die beginnen in het bovenindividuele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eén van de macrotheorieën is die van Giddens. Wat houdt deze theorie in?

A

Dit wordt de structurele benadering genoemd. Een institutionele orde, zoals de rechtsstaat, is zowel een structureel kenmerk van het sociale systeem als de uitdrukking in het handelen van bewuste individuen (knowledgeable agents). Dit wordt ook wel de dualiteit van structuren genoemd. Volgens Giddens bestaan instituties dus alleen maar door het handelen van mensen die zich bewust zijn van de regels en structuren binnen hun samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een kenmerk van de theorie van Giddens is het concept ‘structuratie’. Wat houdt dit concept in?

A

Structuratie is het proces waarbij de mensen die bewust zijn van de regels (knowledgeable agents) door hun gedrag voortdurend de institutionele orde bevestigen, veranderen of creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eén van de macrotheorieën is die van Luhmann. Wat houdt deze theorie in?

A

Dit wordt het systeemtheoretische perspectief genoemd. Luhmann zag de samenleving als een geheel dat wordt gecreëerd met communicatie. Ook de rechtsstaat is een sociaal systeem dat door middel van communicatie gecreëerd wordt. Het sociale systeem van de rechtsstaat organiseert en reproduceert zichzelf door middel van normen, regels en procedures welke via juridische kanalen worden geabsorbeerd. Deze absorptie van normen, regels en procedures zijn een reactie op druk vanuit de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderdeel van de theorie van Luhmann is het concept van ‘selective closure’. Wat houdt dit concept in?

A

Dit is het concept waarbij het rechtssysteem bepaalde signalen en druk uit de omgeving filtert en verwerkt in de vorm van regels, normen, procedures etc.

17
Q

Wat heeft het rechtssysteem volgens Luhmann nodig om goed te functioneren?

A

Het rechtssysteem heeft macht nodig van het politieke systeem. Het politieke systeem moet namelijk de reacties uit de samenleving verwerken.

18
Q

Luhmann introduceert het idee van autopoeisis. Wat houdt dit in?

A

Autopoeisis (ook wel zelfreferentie) houdt in dat sociale systemen, zoals het recht, zichzelf organiseren en onderhouden door op een zelfreferentiële manier signalen te interpreteren.

19
Q

In zijn theorie kent Luhmann het concept ‘structural coupling’. Wat houdt dit concept in?

A

Structural coupling is het proces, waarbij recht en politiek elkaars signalen absorberen. Op deze manier zijn het rechtssysteem en het politieke systeem nauw verweven om de rechtsstaat te laten functioneren als een normatieve institutionele orde.

20
Q

Leg de I & We Paradigm van Etzioni uit.

A

Etzioni benadrukt dat individuele keuzevrijheid alleen kan bestaan binnen een normatieve gemeenschap of sociale orde. Door middel van waardenoverdracht in deze gemeenschap wordt individueel gedrag gevormd.

21
Q

Hoe vindt (her)institutionalisering plaats volgens Etzioni?

A

Dit vindt plaats wanneer waarden geuit worden door zowel het gedrag van individuen als in de collectieve structuren van de gemeenschap.

22
Q

De cultural theory van Mary Douglas stelt dat er vier verschillende culturen zijn waar mensen onder geplaatst kunnen worden. Aan de hand van welke factoren wordt iemand ingedeeld in een cultuur?

A
  1. Group: in welke mate is er sprake van een groep? Deze groepsbinding kan sterk of minder sterk zijn.
  2. Grid: in welke mate laten we ons door een ander de wet voorschrijven?
23
Q

Welke vier culturen bestaan er volgens de cultural theory van Mary Douglas?

A
  1. Individualistische cultuur. Hier is weinig groepsbinding en weinig externe normoplegging.
  2. Hiërarichische cultuur. Hier is sterke groepsbinding en een sterke mate van externe normoplegging.
  3. Egalitaire cultuur. Hier is een sterke groepsbinding en weinig externe normoplegging.
  4. Fatalistische cultuur. Hier is sprake van externe normoplegging en weinig groepsbinding.
24
Q

Op welke wijze kan de theorie van Mary Douglas iets zeggen over het gedrag?

A

Door middel van het figuur kan je bepaalde fenomenen in het gedrag van bevolkingsgroepen verklaren. Je kan het figuur loslaten op verschillende onderwerpen, zoals natuur.

25
Q

B. Tamanaha
“The primacy of society and the failures of law and development.”

In de wereld waren veel initiatieven om juridische systemen te hervormen en moderniseren. Deze initiatieven zijn niet succesvol geweest. Wat is volgens Tamanaha hier een grote reden van?

A

Het initiatief is volgens Tamanaha gefaald door de afwezigheid van de juiste maatschappelijke en culturele waarden die nodig zijn van kapitalisme en democratie. Zonder een politieke structuur die respect voor de overheid aanmoedigt, kunnen juridische hervormingen niet effectief zijn.

26
Q

B. Tamanaha
“The primacy of society and the failures of law and development.”

Hoe verhoudt de mislukking in juridische hervorming zich volgens Tamanaha tot kapitalistische ontwikkeling?

A

Het idee dat een goed functionerend juridisch systeem leidt tot economische groei is gebaseerd op westerse modellen. Deze modellen zijn niet altijd toepasbaar in ontwikkelingslanden. In landen als China heeft een economische doorbraak plaatsgevonden zonder deze modellen. Dit toont aan dat economische ontwikkeling niet noodzakelijk afhankelijk is van het juridische systeem zoals we deze in het westen kennen.

27
Q

B. Tamanaha
“The primacy of society and the failures of law and development.”

Wat houdt de ‘wet van niet-overdraagbaarheid van recht’ in?

A

Wanneer een bepaalde wet in verschillende landen ingevoerd wordt, zal het verschillende effecten hebben, omdat de sociale en economische context anders is. Hierom is het overbrengen van Westerse juridische modellen naar ontwikkelingslanden volgens Tamanaha gedoemd om te falen.

28
Q

B. Tamanaha
“The primacy of society and the failures of law and development.”

Wat is volgens Tamanaha nodig voordat juridische hervormingen succesvol kunnen zijn?

A

Volgens Tamanaha staan juridische systemen niet op zichzelf, maar zijn zij diep geworteld in de sociale, economische en politieke structuren van een samenleving. Rechter kunnen niet los van deze context worden hervormd. Om een hervorming succesvol te maken, moet deze gericht zijn op het begrijpen van de lokale context en het zoeken naar oplossingen die binnen die specifieke omstandigheden werken.

29
Q

D.L. Chen & A. Phillipe
“Clash of norms judicial leniency on defendant birthdays”

In dit artikel doen de auteurs onderzoek naar het effect van verjaardagen van verdachten op gerechtelijke beslissingen. Waarom doen zij dit onderzoek?

A
  1. Verjaardagen zijn verbonden met een sterke maatschappelijke norm, waarbij iemand gunstig wordt behandeld omdat hij jarig is.
  2. Gerechtelijke beslissingen zijn gebonden met een sterke professionele norm van onafhankelijkheid. Desondanks kunnen normen zoals verjaardagen invloed hebben op de beslissingen.
  3. Gerechtelijke beslissingen worden van te voren gepland en volgens precieze regels uitgevoerd, waardoor verjaardagen statistisch gezien geen verband houden met de kenmerken van de zaak.
30
Q

D.L. Chen & A. Phillipe
“Clash of norms judicial leniency on defendant birthdays”

Welke conclusie trekken de auteurs na hun onderzoek?

A

Rechters neigen op de verjaardagen van verdachten naar een mildere strafoplegging. Zelfs in situaties waarin professionele normen verondersteld worden, kunnen sociale normen doordringen en invloed uitoefenen. Sociale normen kunnen dus leiden tot oneerlijke of onjuiste beslissingen.