Week 7 - Coronaire bloedingsstoornissen Flashcards
Doe een uitspraak over de incidentie en prevalentie van AP in de westerse populatie en geef daarbij aan of er een samenhang is met de leeftijd
De incidentie en prevalentie van AP nemen sterk toe met de leeftijd en het treft dan ook vooral personen boven de 65 jaar. De incidentie in de huisartsenpraktijk is bij mannen van 18-64 1,7 en boven de 65 6,6 per 1000 mannen per jaar
Noem enkele risicofactoren voor het ontstaan van AP
Beïnvloedbare - roken, obesitas, stress, hoge cholesterol of triglyceriden waarden, te weinig lichaamsbeweging en niet beïnvloedbare risicofactoren - familiaire aanleg, leeftijd, geslacht, diabetes, hypertensie, eerder voorkomen van HVZ
Bij vrouwen is de kans op AP hoger na de menopauze
Op welke manier kunnen AP klachten zich uiten?
- aanhoudende pijn op de borst met name bij inspanning, trekt erna weer weg (snel of langzaam afhankelijk van de vorm van AP
-vermoeidheid
-koude ledenmaten
Bij vrouwen -> aspecifieke uiting -> vermoeidheid, kortademigheid en angstigheid
Hoe wordt de diagnose AP gesteld en hoe ziet een ECG met ischemie eruit?
Aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en inspanningstest met ECG
Eventueel ook coronaire angiografie - zijn er plaques en in welke vaten zitten de plaques
ECG met ischemie - afwijkingen ST segment -> omgekeerde piek door verslechterde doorbloeding
Leg uit wat de relatie is tussen atherosclerose (met name de ernst) en angineuze klachten?
Coronaire athersoclerose -> afzetting cholesterol id vaatwand -> vaatvernauwing
Bij verhoogde zuurstofvraag bv agv inspanning en emoties -> zuurstofnood -> myocard ischemie - disbalans in zuurstofvraag- en aanbod leidt tot angineuze klachten
Hoe is de doorbloeding van het coronair systeem?
De hartspier ontvangt zelf zuurstofrijk bloed via slagaders die het hart aan de buitenkant als een krans omvatten, de kransslagaders -> doorbloedt tijdens diastole vanuit de aorta
Tijdens inspanning -> coronary flow reserve -> om aan de vraag van het myocard te voldoen, kunnen de vaten de flow 4-6 keer verhogen vergeleken met rust door het maximaal verwijden van de vaten
Hoeveelheid bloed die het hart krijgt - bepaald door de lengte van de diastole en door de drukgradiënt
vasodilatatie -> grotere zuigkracht - verwijden coronaire slagaders - meer bloed vanuit de aorta teruggezogen naat de coronaire vaten
AP - vaten zullen proberen te verwijden - maar dit lukt niet - doorbloeding niet goed genoeg terwijl de zuurstofvraag juist hoger is
Leg uit hoe de pijnklachten bij AP worden verklaard
Anaerobe verbranding agv O2 tekort - melkzuur komt vrij - pH verlaging - triggert sensorische receptoren - pijn waarneming - allerlei zenuwbanen geprikkeld
Bradykinine, adenosine en protonen-> adenosine - zorgt ook voor pH verlaging komen vrij en triggeren de VR-1 pijnreceptoren op capsaïcinegevoelige cardiale zenuwcellen
Wat zijn de lange termijn complicaties van stabiele AP?
Hartritmstoornissen en acuut coronair syndroom
Last van AP -> grote kans dat er overal plaques zitten -> hogere kans op andere HVZ -> bv een MI of herseninfarct door een instabiele plaque
Welke geneesmiddelen worden voor de aanvalsbehandeling gebruikt? Leg het werkingsmechanisme uit
Aanvalsbehandeling - snelwerkende nitraten
isosorbidenitraat sublinguaal of nitroglycerinespray
Werkingsmechanisme: Nitraten worden omgezet in NO - activeert GC - cGMP concentratie neemt toe - vasodilatatie
Vasodilatatie van de venen - daling van de einddiastolische druk in het linkerventrikel - verlaagt de preload - hart hoeft minder arbeid te verrichten - meer ruimte voor bloedstroom en het stroomt minder snel terug naar het hart, waardoor het hart minder wordt uitgerekt - minder inspanning
Nitraten zorgen voor een verhoging in zuurstofaanbod -> drukverschil aorta en coronaire vaten wordt groter - zuigkracht hoger - meer bloed door de coronaire vaten
Welke geneesmiddelen kunnen voor de onderhoudsbehandeling (aanvallen voorkomen) gebruikt worden? leg het werkingsmechanisme van de verschillende groepen uit
Betablokkers, calciumantagonisten en langwerkende nitraten leiden tot vermindering van de klachten door verbetering van de doorbloeding van het myocard of vermindering van de vraag naar zuurstof door het myocard.
Betablokkers -> hart en bloedvaten -> vasodilatatie en verlagen de hartfrequentie -> zuurstofvraag minder
DHP en NDHP calciumantagonisten - vaatverwijdend, effecten lijken op van nitraten en NDHP - werkt vnl op het hart en lijkt in die zin ook op de betablokkers
Geef aan voor de geneesmiddelen gebruikt voor de onderhouds- en aanvalbehandelingen wat de belangrijkste bijwerkingen zijn die af te leiden zijn uit het werkingsmechanisme van de verschillende groepen
Geen combinatie NDHT en betablokkers -> tachycardie
Nitraten - hypotensie agv dilatatie arteriën en venen - tachycardie, hartkloppingen. hoodpijn - dilatatie cerebrale vaten
Calciumantagonisten - verslapping glad spierweefsel perifeer - duizeligheid, blozen, perifeer oedeem, hypotensie
Betablokkers - bijwerkingen op cardiovasculair systeem - bradycardie, ortostatische hypotensie, koude handen en voeten, lkoude ledematen, slecht inspanningsvermogen
Wat is nitraat tolerantie?
Het verlies van het effect van nitraten bij aanhoudende behandeling, waarvan de klinische oorzaak nog niet geheel duidelijk is en er meerdere hypothesen zijn bedacht
Tolerantie treedt op na 12-24 uur continue toediening -> ter preventie: nitraatvrije periode van 8-12 uur per etmaal
Welk geneesmiddel wordt bij AP als secundaire preventie voor HVZ voorgeschreven?
Secundaire preventie -> trombocytenaggregateiremmers -> ASA of clopidogrel
Risico verlagen voor morbiditeit en mortaliteit -> cholesterol en bloeddruk -> CVRM
Ter preventie van MI en sterfte ten gevolge van HVZ
Geef in een schema aan hoe het beleid is voor de behandeling van AP
Aanvalsbehandeling: snelwerkende nitraten - nitrogylcerine spray of isosorbidenitraat
Onderhoudsbehandeling:
Stap 1: monotherapie - betablokker of calciumantagonist
Stap 2: combinatietherapie 2 middelen - (betablokker en calciumanatgonist of langwerkend nitraat indien contra indicatie)
Stap 3: combinatietherapie 3 middelen
Casus: Welke diagnose en waarom?
Stabiele AP - drukkend gevoel en uitstraling naar de linkerarm
Aanvalsbehandeling met snelwerkerend nitraat dus zal isosorbidenitraat of nitroglyceringe spray worden toegediend
Weinig aanvallen - lichte voorkeur naar isosorbidenitraat vanwege de langere houdbaarheid