Acuut coronair syndroom Flashcards
Waarom was het klachtenpatroon van de patiënt uit de casus atypisch?
Atypisch omdat mevrouw geen last had van een beklemmend gevoel op de borst
Typische klachten ACS: pijn op de borst, kortademigheid, vegetatieve verschijnselen zoals zweten, misselijkheid, versnelde of juist trage hartslag (bradycardie of tachycardie) -> de klachten zijn ook aanwezig in rust bij ACS
Een AMI wordt geclassificieerd op basis van wel of geen ST-elevatie in het ECG. Wat is de klinische betekenis van ST-elevatie.
Bij een ST-elevatie is er sprake van een MI -> met een volledige occlusie van het vat met als gevolg dat een deel van het hart geen zuurstofrijk bloed meer krijgt -> dit veroorzaakt acute transmurale ischemie.
Behalve classificatie op basis van wel of geen ST-elevatie kan het AMI onderverdeeld worden in zes typen. Benoem en beschrijf deze zes typen.
Type 1 -> infarct agv coronaire atherotrombose
Type 2 -> infarct als gevolg van een mismatch tussen vraag en aanbod, dat niet het resultaat is van acute atherotrombose
Type 3 -> infarct met plotse dood
Type 4a -> infarct gerelateerd aan PCI
Type 4b -> infarct gerelateerd aan trombose van een coronaire stent
Type 5 -> infarct gerelateerd aan CABG
Noem de 5 belangrijkste risicofactoren voor een AMI en benoem welke van de modificeerbare risicofactoren het meeste gewicht heeft
leeftijd, geslacht, lipidenprofiel, bloeddruk, rookstatus en diabetes
lipidenprofiel meeste gewicht?
Wanneer wordt het hartspierweefsel zelf van bloed voorzien?
Tijdens de diastole
Leg uit waarom een vernauwing in een kransslagader leidt tot een verminderde doorbloeding en een lokaal zuurstoftekort in het myocardweefsel
Vernauwing - hogere druk en kleinere diameter - het drukverschil wordt lager - er wordt dan minder bloed door het coronaire systeem getrokken
probleem AP: vernauwing, dus de verwijdingen kunnen niet goed plaatsvinden en dit leidt tot verminderde zuurstofaanbod tov aanvraag
Wat verstaan we onder een transmuraal infarct?
Leg uit waarom dit relevant is voor de behandeling
Bij een transmuraal infarct is de hartspier over (bijna) de gehele wand afgestorven -> weefselnecrose
Men spreekt van een transmuraal infarct als de verschijnselen langer dan 30 minuten aanhouden en er ook ST-segmentelevaties op het ECG blijven bestaan
Relevant voor de behandeling -> complicaties en hartritmestoornissen. Meestal ook Q golven op ECG bij transmuraal infarct
In de regel leidt een >70% afsluiting van een coronair vat tot angineuze klachten (stabiele angina). Bij het ACS zien we echter dat de plaques vaak slechts 30-50% van de vaatdiameter afsluiten, terwijl de klachten bij een ACS duiden op een volledige occlusie. Hoe is dit te verklaren?
ACS -> instabiele AP & AMI
Verschil stabiele en instabiele AP -> in rust ook gewoon pijn op de borst bij instabiel. Bij stabiel alleen pijn op de borst bij inspanning.
Bij instabiele AP -> ACS -> weinig collageen en dunne fibrose cap -> instabiele plaque -> sneller en hogere kans op ruptuur -> beschadiging endotheel -> activatie primaire hemostase -> bloedplaatjesaggregatie -> witte trombus
MI - blijvende schade ah weefsel
Welke korte- en lange termijn (acute vs chronische) complicaties kun je verwachten bij een AMI?
Schade aan de hartspier - ‘scheurtjes’ doordat gezond weefsel blijft samentrekken en nog altijd vastzit aan afgestorven littekenweefsel
Bradycardie, tachycardie - ritmestoornissen
Cardiogene shock - pompfunctie gaat snel achteruit - doorbloeding andere organen achteruit
Beroerte - verhoogde bloedplaatjesactivatie
AV block - hart klopt langzamer of met een abnormaal ritme - problemen elektrische pulsen
Benoem en beschrijf de 3 belangrijkste reperfusietechnieken
PCI, Fibrinolyse en CABG
PCI - slangetje wordt ingebracht en een stent wordt op een kleine ballon gemonteerd; wordt binnen in een kransslagader geopend om zo de plaque weg te duwen en de bloedstroom te herstellen. Nadat de plaque tegen de slagaderwand is gedrukt wordt de stent volledig op zijn plaats ontplooid en dient hij als een mini-steunconstructie voor de slagader
Fibrinolyse - oplossen bloedpropen - Tpa - omzetting plasminogeen in plasmine - plasmine zorgt voor de afbraak van fibrine tot kleine oplosbare elementen
CABG - openhartoperatie - aanleg van nieuwe vaatverbindingen rondom het hart, zodat de bloedvoorziening van de hartspier intact blijft. Aders uit je been bv -> kransslagder afgesloten -> bypass gemaakt achter de kransslagaders
Hoe wordt bepaald welke reperfusietechniek bij welke patiënt wordt toegepast?
Aan de hand van de ernst en noodzaak, aanwezigheid van de juiste medici
PCI - eerste keus
CABG - invasief -> openhart operatie
Fibrinolyse - groot risico op bloedingen. Na fibrinolyse kan je niet meer opereren vanwege het hoge bloedingsrisico
Bij PCI wordt gebruik gemaakt van stents. Welke stents kennen we en beschrijf de verschillen.
Drie soorten - metalen stents met en zonder medicijnen en oplosbare stents
BMS - in het begin nog geen bedekking door nieuw laagje weefsel - hoger risico op stolsel - trombusvorming door beschadiging vaatwand - ter voorkoming - toediening bloedplaatjesremmer
DES - de medicijnen komen na plaatsing binnen enkele weken vrij - immunosuppresiva -> gaan ontsteking tegen -> risico op re-stenose of afsluiting -> kleiner, maar je onderdrukt daarbij ook het herstelproces van het endotheel -> groter en langer een risico op stenttrombose.
Stenttrombose - schade aan het endotheel - primaire hemostase - bloedplaatjesaggregatie - witte trombus
BVS - lossen binnen enkele jaren op -> bloedvat -> na stent oplossing weer elastisch en kan vanzelf weer venauwen en verwijden
In klinische trials wordt de effectiviteit van nieuwe stents onderzocht. Wat is de effectmaat voor een stent? Is dat een hard of surrogaateindpunt?
Mate van restenose of opnieuw trombusvorming en mate van revascularisatie zijn voorbeelden surrogaat eindpunt
Hard eindpunt: mortaliteit door bv revascularisatie/restenose in lang termijn, maar ook beroerte/hartinfarct
Op mortaliteit zijn er geen verschillen in de effectiviteit tussen de verschillende stents gevonden
Surrogaat eindpunt -> kan je eerder de uitkomst zien
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van een stent en hoe kunnen die voorkomen worden?
Trombusvorming, pijn op de borst, stentfalen, onregelmatige hartslag -> voorkomen door toediening plaatjesaggregatieremmer
Wanneer kiest men voor fibrinolyse als reperfusietechniek? Wat is het grootste nadeel van deze techniek?
In situaties waar primaire PCI niet tijdig kan worden aangeboden
Nadeel -> groot bloedingsrisico