Week 2 - Primaire hemostase Flashcards
Geef een algemene beschrijving van primaire hemostase
Primaire hemostase is vasoconstrictie gevolgd door vorming van een slappe bloedplaatjesplug
Dit proces start hierbij direct na beschadiging van de vaatwand en gevormde plaatjesplug zal hierbij een korte levensduur hebben
Wat is de functie van dense en alfa granules die zich in de bloedplaatjes bevinden?
De alfa granula bevatten een groot aantal eiwitten die een rol spelen in de hemostase, waaronder Vwf, fibrinogeen en FV en daarnaast ook veel eiwitten betrokken bij wondherstel (PDGF en VEGF)
De dense bodies bevatten laagmoleculaire stoffen zoals Ca2+, ADP en serotonine -> die de activatie en functie van bloedplaatjes ondersteunen
Wat is het verschil tussen GpIIb-GpIIIa en alfa2beta3?
De eerstgenoemde is een fibrinogeen receptor en de tweede ook. Alleen is dit gewoon een andere benaming voor deze receptor.
De eerste is de klassieke naam voor a3b3-receptor (integrine) voor fibrinogeen en fibronectine
Welke lichaamseigen liganden binden aan de membraaneiwitten?
Vwf, fibrinogeen, trombine, noradrenaline, ADP, TxA2
Beschrijf de rol van de membraaneiwitten voor de functie van bloedplaatjes binnen de primaire hemostase
Glycoproteïne (GPVI) -> binding van collageen-GPVI -> activatie bloedplaatje
a2b1 -> rol bij adhesie aan collageen
aIIb3/GpIIb -> fibrinogeenreceptor -> bloedplaatjesaggregatie (na activatie bloedplaatje)
GpIb-IX-V -> bindt aan VWF -> rollen van bloedplaatje over oppervlak -> snelheid vermindert -> interactie bloedplaatje met receptoren vaatwand -> activatie bloedplaatje
Leg het verschil tussen inside-out en outside-in signaling uit?
Inside out -> activeert vanuit het cytoplasma de ligand bindende functies van integrines
Outside in -> ligandbinding aan een extern domein zorgt voor conformationele veranderingen die zorgen voor een toegenomen affiniteit van het ligand, de eiwit interactiepockets modificeert in het cytoplasmatische domein en dan zorgt voor signalen
Noem enkele eiwitten die een target zijn voor bestaande plaatjesaggregatie remmende farmaca?
P2Y12-remmers -> clopidogrel
Glycoproteïne IIb:IIIa-receptorantagonisten
Salicylaten -> ASCAL -> acetylering van COX -> remt prostaglandinetromboxaan-A2-vorming
Dipyridamol -> remt fosfordiesterase
Wanneer wordt de plaatjesaggregatieremming ingezet als therapie/behandeling?
ACS zonder ST elevatie, IAP, NSTEMI
STEMI, TIA of herseninfarct
Beschrijf de werking van acetylsalicylzuur
Aspirine remt in lage dosering irreversibel de COX-enzymen die betrokken zijn bij vorming van pg uit arachidonzuur
Omdat uit pg tromboxanen (TxA2) wordt gevormd, wordt de vorming hiervan ook geremd
TXA2 is normaal gesproken betrokken bij vasoconstrictie en activatie van bloedplaatjes
Noem twee redenen op voor het gebruik van een lage dosering aspirine ter proylaxe van het opnieuw ontstaan van hart-of herseninfarcten
- Aspirine - irreversibel werking COX - 7-10 dagen remming bloedplaatjes activatie
Bloedplaatjes - bloed - snellere werking
Pijn - plek van werking - langere weg afleggen - nieuwe COX kan wel worden aangemaakt bij pijn en dus hogere dosering nodig
Verklaar de vaak voorkomende bijwerking van maagklachten bij aspirine
pg - cox - ook in de maag - beschermende functie
remming pg maag - maagklachten
andere middelen - clopidogrel - andere target - geen effect op cox in maagmucosa dus geen last van deze bijwerking
Clopidogrel is een pro-drug, wat houdt dat in?
Een prodrug is een geneesmiddel dat uit zichzelf niet actief is, het wordt in het lichaam omgezet in zijn actieve metaboliet die dan de gewenste werking kan uitoefenen in het lichaam. In het geval van clopidogrel gebeurt dit door CYP2C19
Welke lichaamseigen liganden binden aan de membraaneiwitten?
Tromboxaan receptor -> endogene tromboxaan A2
Fibrinogeenreceptor -> endogene fibrinogeen
ADP-receptoren -> P2Y1- en P2Y12-receptoren -> hier bindt ADP aan