Week 7 (college eerste helft: drugs) Flashcards
Drugs and medication
Psychoactive drugs
Een farmacologische substatie die een fysiologisch effect heeft als het ons lichaam binnenkomt (hieronder zou dus ook koffie en ritalin etc. vallen).
Neurotransmitter die betrokken zijn bij cognitieve en emotionele verwerking
- Dopamine: beloningssysteem.
- Serotonine: emoties, obsessies etc.
- Norepinephrine: opwekkende werking, meer concentratie en aandacht.
Blood brain barriers
Beschermt de hersenen tegen schadelijke stoffen, maar drugs kunnen hier wel doorheen.
3 manieren waarop drugs het brein binnenkomen
- Mimicking effects: middelen die neurotransmitters nabootsen (bv LSD).
- Stimulating release: stimuleren de afgifte van neurotransmitters.
- Reuptake inhibition: heropname remming. De neurotransmitter wordt geblokkeerd van heropname, waardoor hij in grotere hoeveelheden aanwezig blijft (bv SSRI’s: meer serotonine blijft aanwezig –> minder depressie).
Cannabioiden
Drugs die de canabinoide receptor in het brein activeren:
1. Endocannabinoiden: komen van nature voor in ons lichaam. Binvloeden eetlust, mood, memory etc.
2. Phytocannabinoiden: uit cannabis.
3. Synthetische cannabinoiden: kunstmatig gemaakt en hebben dezelfde effecten als natuurlijke cannabinoiden.
Gevolgen van cannabinoiden
- Euforie
- Verbrede perceptie
- Synaesthesie
- Congnitieve veranderingen
- Tijdwaarneming verandert
Voor en nadelen van cannabinoiden
Nadelen:
- Cognitieve impairment
- Anxiety
- Paniekaanvallen
- Verhoogde hartslag
- Schade aan longen en brein
Voordelen:
- Behandeling van pijn
- Vermindering van ontstekingen
- Verbetering mood, slaap etc.
- Kan de emotionele lading dempen van trauma
Soorten opioiden
- Endogenous opioids: worden in het lichaam gemaakt. Reguleren pijn en de stress respons.
- Opiaten: komen uit zaden van planten (bv morphine).
- Synthetische opiaten: extreme werking en kans op verslaving.
Morfine
Opiaat dat wordt gebruikt voor pijnbehandeling, werkt op de opioide receptor. Zorgt voor toename van afgift van dopamine. Leidt tot euforie, minder pijn, verdoving en minder anxiety. Kan verslavend zijn en te hoge dosis kan leiden tot depressie.
Depressants (alcohol)
Onderdrukken systemen ipv activeren (bv GHB en alcohol). Bind op de GABA receptor. Effecten zijn euforie, minder anxiety, meer sociability en enthousiasme. Kan tot verslaving leiden en verlies van motor control en bewustzijn. Heeft geen therapeutische toepassing.
Stimulanten
Bv caffeine, amphetamine en cocaine. Zorgen voor verhoogde arousal in het central nervous system, wat corticale activiteit verhoogd en hierdoor zorgt voor meer alertheid, waakzaamheid, betere verwerking en concentratie
Caffeine (stumulant)
Blokkeert de adenosine receptor, waardoor je minder snel in slaap valt. Leidt tot minder vermoeidheid, meer waakzaamheid, concentratie, cognitieve en motor functies en verhoogde bloeddruk en pijnverlichting. In hogere doses kan het zorgen voor anxiety, paniekaanvallen, verslaving, ontwenningsverschijnselen (hoofdpijn etc.)
Amphetamine / speed (stimulant)
Bind op de serotonine receptor en heeft een stimulerend effect. Is heel verslavend en zorgt voor alertheid, waakzaamheid, euforie etc. Maar kan ook leiden tot psychose en afbraak van spieren. Kan gebruikt worden als behandeling voor ADHD en narcolepsie.
Voorbeelden van stimulanten
- Caffeine
- Amphetamine / speed
- Cocaine
Cocaine (stimulant)
Zorgt voor stimulerend effect, meer dopamine, serotonine en norepinephrine. Leidt tot euforie, verhoogde hartslag, verwijden van pupillen. Kan ook zorgen voor hartproblemen, hoge bloeddruk, neusverminking, slaapproblemen. Wordt heel soms gebruikt als lokale verdoving, maar heeft verder geen farmacologische toepassingen.