Week 6 (college) Flashcards

Hypnose en parapsychologie

1
Q

Stanford hypnotic susceptibility scale

A

Een schaal die meet in hoeverre iemand meegaat met de suggesties van de hypnotiseur. Hoe sterker ze meegaan, hoe makkelijker ze hypnotiseerbaar zijn. (Bv: doe je amrmen omhoog).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tellegen absorbtion scale

A

Items die meten gevoeligheid voor hypnotiseerbaarheid. Meet bv mental imagery en maakt gebruik van reality monitoring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fantasy gevoeligheid

A

Een karaktertrek waarbij mensen zich dingen herinneren die niet zijn gebeurd (bv ontvoering door ufo’s etc.). Mensen die hier hoog op scoren hebben vaak false memories, ervaren dissociatie en zijn gevoelig voor hypnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat maakt iemand een goede hypnotiseur?

A
  • Charisma
  • Empathie
  • Prefrontale kwab kunnen onderdrukken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Prefrontale kwab en hypnose

A

Het vermogen om de prefrontale kwab functie te onderdrukken zorgt voor meer gevoeligheid voor hypnose. Meer charisma / vertrouwen zorgt voor deze afname in werking van de pfl. Hierdoor kijk je minder kritisch naar wat mensen zeggen of doen en wordt je eerder gehypnotiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

State debate

A

Is hypnose echt een andere staat van bewustzijn? Of is het wat anders. Veel mensen die het hier mee eens zijn zijn zelf hypnotiseur. Een argument hiervoor is dan analgesie, anaestasie en amnesie beinvloed kunnen worden door hypnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Non-state theories

A

Hypnose is niet een andere ‘staat’ van zijn. Het is eerder:
- Response-state theory: je beantwoord aan een bepaalde verwachting die gecreeerd wordt.
- Imagination: mensen beelden het zich in, soort dagdromen.
- Playing a social role: sociaal wenselijk gedrag vertonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Predictive-processing model

A

We nemen de wereld waar door onze verwachtingen van ons brein. Hypnose is niets anders dan het induceren van deze verwachtingen. Dit heeft dan weer een top-down effect op de manier waarop je de wereld waarneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neurale correlaten van hypnose

A

Hier zijn 3 netwerken bij betrokken:
1. Default mode network: minder met jezelf bezig.
2. Central executive network: gefocust blijven op wat de hypnotiseur zegt.
3. Salience network: zorgen dat de aandacht niet naar jezelf terugswitcht.
Ook de anterior cingulate cortex speelt hier een grote rol in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De stroop taak

A

Hypnotiseren dat iemand geen kleur kan zien, waardoor iemand sneller is het uitvoeren van deze taak. Toch is het wekken van de suggestie ‘doe alsof je geen kleuren meer kan zien’ al genoeg om mensen beter te laten worden in de taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hypnose en pijn

A

Je kan mensen hypnotiseren waardoor ze minder pijn ervaren. Ook de pijngebieden in de hersenen worden dan minder actief. Ook hierbij was een suggestie eigenlijk al genoeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Virtual reality hypnosis

A

Combineert hypnotic suggestibilty en VR voor therapie, relaxatie voor operatie en pijnbehandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

God-Helmet studies

A

Mensen met deze helm met elektroden rapporteren mystieke ervaringen door stimulering van bepaalde hersendelen. Toch werkt een placebo-helm evenveel als de god-helm en ervaarden mensen nog steeds een mystieke ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Reality monitoring

A

Het automatische process waarbij we een onderscheid maken tussen echte en ingebeelde ervaringen. Dit gaat via discrimination cues:
- Vividness
- Detail
- Stability
- Voluntary control
Hoe hoger je scoort op alles, hoe waarschijnlijker het is dat de perceptie / herinnering echt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onjuist herinneringen

A

Herinneringen zijn niet een plaatje van de werkelijkheid, maar we vullen onze herinneringen in. Het gaat dus vaak fout bij ‘vividness’ en ‘level of detail’ van de herinnering. Mensen in hypnose hebben vaak ook een herinnering die zo levendig en echt lijkt, dat hij bijna niet te scheiden is van de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Psi

A

Een eigenschap die wij hebben die zou moeten verklaren waardoor wij buitenzintuigelijke en parapsychologische ervaringen kunnen hebben.

17
Q

Spontage ESP phenomenen

A

Kan verklaard worden door geluidsgolven lager dan 20hz, mensen binnen deze infrageluidgroep hebben vaak meer parapsychologische ervaringen.

18
Q

Ganzfeld techniek en ESP cards.

A

Iemand zintuigelijk afsluiten van de omgeving. Een homogeen visueel veld creeeren / minimaliseren door pingpongballen op het hoofd te leggen en een koptelefoon op met witte ruis. Een zender moest naar een filmpje kijken en een ontvanger moest raden welk filmpje hij zag, kijken of mensen telepathie kunnen gebruiken.

19
Q

Precognitie en het brein

A

Kijken naar een emotioneel plaatje en skin conductance meten. Voorafgaan aan het plaatje werd al skin conductance gerapporteert, waardoor precognitie dus zou moeten bestaan.

20
Q

Onderzoek naar psychokinese

A

Objecten verplaatsen door mentale krachten.

21
Q

Karaktertrekken van mensen die ESP ervaren / uitoefenen

A
  • Extravert
  • Openness to new experiences
22
Q

Sheep-goat effect

A

Mensen die geloven in paranormale verschijnselen presteren vaak ook beter bij deze experimenten. Dit zou kunnen omdat ze misschien wel de eigenschap psi bevatten en andere mensen niet.

23
Q

Bewijs voor ESP ervaringen

A

De resultaten die zijn gevonden komen waarschijnlijk door experimenter en confirmation bias. Onderzoeken zijn vaak niet goed uitgevoerd en niet repliceerbaar. Ook worden door de publicatie-bias alleen significatie resultaten gepubliceerd.

24
Q

Argumenten tegen ESP

A
  • James Randi heeft 1 miljoen beloofd aan degene die dit kan bewijzen, is nog nooit gelukt.
  • CIA Stargate project van de Amerikaanse overheid is gestopt.
  • Als precognitie evolutionair nut zou hebben, zou iedereen psi bezitten.
  • Experimenter, confirmation en publication bias.
  • Slechte en niet repliceerbare onderzoeken.
25
Q

Waarom geloven zo veel mensen in ESP?

A

Door allemaal congitieve biases:
- Intuitief denken
- Confirmation bias
- Associatieve bias
- Illusory pattern detection
- Agency detection
- Theory of mind reasoning (denken dat er intenties ergens achter zitten waar dit niet zo is)
- Dualisme
- Ontologische verwarringen (mentale eigenschappen toeschrijven aan bv bomen)
- Fantasy gevoeligheid
- Feeling of control / compensatory control theory
- Ontevredenheid met huidige benadering van deze fenomenen
- Meaning-making
- Placebo effecten
- Positieve effecten op de mentale gezondheid