Week 2: Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Determinsime

A

Het argument dat al het gedrag, mentaal en fysiek, bepaald wordt door natuurkundige wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Materialistisch monisme en de vrije wil

A

Als je een materialistische monist bent, dan zou je concluderen dat de vrije wil niet bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De vrije wil en moraliteit

A

We praten onszelf aan dat we een vrije wil hebben, omdat we ons anders allemaal heel immoreel zouden gaan gedragen, omdat we toch geen verantwoordelijkheid hebben over onze gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Compatibilisme

A

Het idee dat determinisme en vrije wil verenigbaar zijn. Als mensen hun vrije wil gebruiken, hadden ze anders kunnen handelen dan ze in werkelijkheid doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Libertarisme

A

Determinisme en een vrije wil kunnen NIET naast elkaar bestaan, je kan de vrije wil behouden door het determinisme op te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Milieueffecten op gedrag / social priming

A

Subtiele signalen uit de omgeving kunnen ons gedrag beinvloeden, wat dus ook onze vrije wil beinvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Misdaad en straf

A

Elk rechtssysteem gaat ervan uit dat iemand een misdaad begaat uit vrije keuze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Neuroethiek / neurocriminologie

A

Het veld van de toepassing van neurowetenschappen op de studie van moraliteit en ethiek. Als het criminele gedrag voortkomt uit een hersenstoornis, is het dan wel je eigen schuld?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Libets experimenten met vrijwillige beweging

A

Rapporteren wanneer je bewust bent dat je je vinger wil bewegen. Het readiness potential (RP) begint al lang voordat je rapporteert dat je de intentie hebt om je vinger te bewegen. Libet zei dat dit gat kan worden verklaard door een bewust veto, waarmee je beslist om de beweging toe te staan of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kritiek op Libets experiementen

A
  1. Iemand moet zowel beslissen als de positie van de stip noteren, waardoor je bewustzijn niet goed kan meten.
  2. RP is misschien geen goede maat voor neurale paraatheid, meer voor aandacht bij een geplande beweging.
  3. ‘Het bewustzijn van de intentie om te bewegen’ is een dubbelzinnig concept.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Myoclonische schokken

A

Een onwillekeurige, onvrijwillige bewegingen, waarbij het ‘ik’ niet betrokken is. Wordt in ernstige mate geassocieerd met neurologische ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alien hand syndroom

A

Een lichaamsdeel (meestal de linkerhand) lijkt uit zichzelf te handelen. Is vaak zo bij split-brain patients. Bij onmiddellijke controle van beweging is de motorische cortex betrokken, maar bij de beslissing om te bewegen veel meer hersengebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly