Week 5 (college) Flashcards
The neural correlates of consciousness (NCC)
De minimale neuronale mechanismes die nodig zijn om specifieke bewuste ervaring mogelijk te maken. Dit wordt onderzocht met hersenactiviteit tijdens verschillende staten van bewustzijn.
Mogelijke neurale correlaten.
- Pijnappelklier
- Corticale en subcorticale gebieden
- Thalamo-corticale circuits
- Anterior cingulate cortex
- Temporal lobes
- Claustrum
Full NCC
De neurale correlaten die bewustzijn als geheel verklaren. Bv ‘ze is al een tijdje bewusteloos’.
Content-specific NCC
De neurale correlaten die over een specifieke ervaring hebben. Bv ‘de pijn in je rug’.
Mind reading / brain decoding techniques
- fMRI / Multi-voxel pattern analysis: met statistische algoritmes en patronen in het brein.
- EEG: electronen aan de buitenkant van het brein en alpha en gamma golven meten.
- Bij baby’s: EEG en language comprehension, visual perception etc.
Anencephaly
De neurale buis ontwikkelt zich niet goed tijdens de zwangerschap, waardoor een kind met minimale corticale functies wordt geboren. Kinderen hebben weinig tekenen van bewustzijn.
Hydrocephalie
De ventrikels in het brein worden gevuld met te veel vloeistof waardoor andere hersengebieden worden onderdrukt. Leidt tot beperkte cognitieve functies, maar niet altijd.
De thalamus
De thalamus is een soort filter die bestaat hoeveel zintuigelijke prikkels er worden doorgestuurd naar het brein.
Dynamic core hypothesis
De loop tussen de thalamus en corticale gebieden is belangrijk voor bewuste ervaring. De thalamus is ook belangrijk bij psychedelische ervaringen.
Claustrum
Het claustrum is een soort dirigent die ervoor zorgt dat alle neurale netwerken op elkaar zijn afgestemd.
Anterior cingulate cortex (ACC)
Betrokken bij executieve functies. Toename in activiteit tijdens hypnose.
Integrated information theory
Verklaart bewustzijn vanuit de fenomenologie. Bewustzijn bestaat uit 5 basisprincipes, waaraan een systeem moet voldoen om bewustzijn te hebben. (Bv integratie etc.). De maat ‘phi’ is een maat voor in hoeverre informatie in een fysiek systeem geintegreerd is. Systemen met een hoge phi hebben ook meer bewustzijn.
Kritiek op phi (integrated information theory)
Sommige paddenstoelen hebben ook een hoge mate van phi, waardoor de integrated information theory zou stellen dat paddenstoelen ook bewustzijn hebben.
Stoornissen van het bewustzijn
- Coma-like states
- Persistent vegetative state (PVS)
- Minimally conscious state (MCS)
- Locked in syndrome (LIS)
Een veranderde bewustzijnstoestand
Ons normale dagelijkse bewustzijn is maar 1 soort van bewustzijn en er zijn daarnaast heel veel types van bewustzijn. Een veranderde bewustzijnstoestand is een toestand die afwijkt van onze normale staat van bewustzijn.
Psychosis continuum
Er is heel veel variatie in hoe de populatie de wereld ervaart. Er zijn veel verschillende staten tussen ‘normaal’ en ‘psychose’. Veel mensen horen bijvoorbeeld stemmen, zonder gelijk een mentale ziekte te hebben.
Hobson’s model
Koppelde veranderde bewustzijnstoestanden aan slaap. Tijdens slaaptoestanden zijn bepaalde hersengebieden actief die ook actief zijn tijdens een veranderde bewustzijnstoestand.
Vaitl’s model
Maakt een onderscheid tussen verschillende bewustzijnstoestanden adhv de oorzaken hiervan:
1. De spontate toestanden.
2. De fysiek geinduceerde toestanden
3. Psychologisch geinduceerd
4. Ten gevolge van ziekte
5. Farmacologisch geinduceerd.
11ASC scale
Meet drug-induced veranderde bewustzijnstoestanden (ASC’s).
Sensory deprivation tanks
REST: restricted environmental stimulation therapy. Kan als behandeling of marteling worden gebruikt en kan zorgen voor veranderde bewustzijnstoestanden.
Out-of-body experiences
Komen best vaak voor, ongeveer 20% van de mensen met een hartstilstand ervaart dit.
Verklaringen voor out-of-body experiences
- De geest verlaat het lichaam.
- Er is sprake van buiten lichamelijke waarneming.
- Teruggaan naar een kindertrauma.
- Het is een poging van het brein om de verstoorde sensorische input te herstellen.
Oorzaken van out-of-body experiences
- Relaxation
- Sensory deprivation
- Vestibular disturbances (evenwichtsorgaan)
- Schizotypy (psychosegevoeligheid)
- Neuropsychologische schade
- Drugs
- Hypnose
- Meditatie