Week 7 Flashcards
Verschillende organen binnen de BV/NV
· Algemene vergadering -> het hoogste orgaan van de BV/NV
· Bestuur -> orgaan dat de strategie bepaalt, ook het orgaan dat de vennootschap vertegenwoordigt
· Raad van Commissarissen -> niet verplicht voor elke vennootschap; belast met het toezicht op het bestuur
· Ondernemingsraad (?) -> bij sommige vennootschappen; vraag of de ondernemingsraad kwalificeert als orgaan
Het bestuur (4)
· Eerste bestuurders: benoemd bij de akte van oprichting
· Latere bestuurders:
- Bestuurders die rechtsgeldig zijn benoemd door de AV of bij de BV indien statutair bepaald: de vergadering van aandeelhouders van een bepaalde soort of aanduiding
· Bestuurders kunnen zijn natuurlijke personen en rechtspersonen
· Kwaliteitseisen in de statuten
Taken van het bestuur (art. 2:129/239 BW): 5
- Besturen
- Collegialiteit
- Bestuursautonomie
- Vennootschappelijk belang
- Tegenstrijdig belang
Bestuursautonomie ABN AMRO (herhaals en bevestigd in ASMI)
r.o. 4.3:
“De Ondernemingskamer heeft (…) terecht (…) vooropgesteld, [dat]:
(…) het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur van de vennootschap
(…) de raad van commissarissen daarop toezicht houdt en
(…) de algemene vergadering van aandeelhouders haar opvattingen terzake tot uitdrukking kan brengen door uitoefening van de haar in wet en statuten toegekende rechten.
In deze zaak wilde de algemene vergadering eigenlijk al dat het bestuur die algemene vergadering eerder in de besluitvorming zou betrekken, de algemene vergadering wilde veel meer invloed uitoefenen op de strategie dan dat het bestuur wilde. De HR bepaalt hier, door eerst heel netjes op te sommen hoe de bevoegdheidsverdeling eruitziet, en verduidelijkt dat in het algemeen dat derde punt uit 4.3 dat het bestuur uit een vennootschap aan dfe algemene vergadering verantwoording af moet leggen, maar niet verplicht is om de algemene vergadering vooraf in z’n besluitvorming te betrekken voor zover het gaat om handelen waar het bestuur tot bevoegd is. Tenzij er een bepaalde regeling staat in de statuten die regelet dat de algemene vergadering goedkeuring of machtiging moet geven voor een bepaald besluit, is het alleen maar het idee dat het bestuur achteraf verantwoording aflegt.
Inperking bestuursautonomie (5)
Bestuursbevoegdheid en bestuursautonomie (art. 2:239 lid 1 BW)
Ingeperkt door:
1. Vennootschappelijk belang (lid 5)
2. Instructies van ander orgaan (lid 4)
3. Tegenstrijdig belang (lid 6)
4. Statutaire beperkingen (lid 1)
5. Besluit is onderworpen aan de goedkeuring van ander orgaan (lid 3)
Instructies
Art. 2:239 lid 4 BW
· Statuten kunnen een instructierecht geven aan een ander orgaan van de vennootschap
· Bestuur moet opvolgen, tenzij
· Strijd met belang vennootschap en haar onderneming.
Art. 2:129 lid 4 BW
“De statuten kunnen bepalen dat het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van een orgaan van de vennootschap die de algemene lijnen van het te voeren beleid op nader in de statuten aangegeven terreinen betreffen.”
NV (129) is beperkter dan BV (239) voor instructierecht, want je moet in de statuten van de NV aangeven dat er een instructierecht is, maar ook op welke terreinen de algemene vergadering dat instructierecht mag inzetten, en het mag ook nog is alleen maar gaan over instructies over de algemene lijnen van het beleid, niet over hele specifieke lijnen
Raad van Commissarissen bevoegdheden (5)
Art. 2:140/250 BW: toezicht en advies
Bevoegdheden
· Bevoegdheid om het bestuur te schorsen (art. 2:147/257 BW)
· Bij BV mogelijke bevoegdheid tot het ontslaan van bestuurders (art. 2:244 BW)
· Indien alle bestuurders vanwege ontstentenis of belet niet in staat zijn de bestuurstaak uit te oefenen kan de RvC belast worden met het bestuur
· Vaststellen beloning bestuurders indien in statuten opgenomen
· Bijeenroepen van een AVA (art. 2:109/219 BW)
Aandeelhouders: twee soorten rechten
Stemrechten
· NV: aandelen met stemrecht
· BV: aandelen met en zonder stemrecht
Vermogensrechten
· Recht op dividend
· Recht op liquidatiesaldo
De algemene vergadering: Kernbevoegdheden (8)
· Benoeming, schorsing, ontslag bestuurders en commissarissen (ten minste 2/3). BV: ontslag kan ook aan ander orgaan zijn toegekend
· Wijzigen van de statuten
· Vaststelling van de jaarrekening
· Emissie, intrekking, inkoop en verkoop van aandelen
· Omzetting, fusie, splitsing en ontbinding van de vennootschap
· NV: goedkeuring van wijzigingen in de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming (art. 2:107a BW)
· Eventueel: goedkeuring bestuursbesluiten
· Algemene richtlijnen voor beleid (NV) en instructie (BV)
Informatieverplichtingen
Bestuur -> RvC:
Verschaffen van noodzakelijke gegevens (art. 2:141/251 lid 1 BW), Verantwoording in het kader van gefundeerde besluitvorming en standpuntbepaling
Bestuur -> Algemene Vergadering:
Vragen in de AV beantwoorden (ook als onderwerpen niet geagendeerd zijn), in beginsel niet buiten de AV
Bestuur & RvC -> Algemene Vergadering:
Verschaffen van door de AV verlangde inlichtingen tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet (art. 2:107/217 lid 2 BW)
Artikel 2:8 BW: aanvullende en beperkende werking redelijkheid en billijkheid
lid 1: aanvullende werking eisen R&B
een rechtspersoon en degenen die bij zijn organisatie zijn betrokken, moeten zich als zodanig jegens elkander gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd
lid 2: beperkende werking eisen R&B
een tussen hen geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn
Geldigheid van besluiten (-> dit ziet op de besluitvorming, is een besluit geldig ja of nee, heeft geen invloed op de vraag of er rechtsgeldig vertegenwoordigd is): 3 mogelijke uitkomsten
- Geldig besluit
- Nietig besluit
- Vernietigbaar besluit
Wanneer is een besluit nietig? (art. 2:14 BW) (5)
Besluit in strijd met de wet of de statuten, tenzij iets anders uit de wet volgt
1. In strijd met openbare orde /goede zeden: bv besluit om geen belasting te betalen (art. 3:40 BW)
- Strijd met inhoudelijke regels van het rechtspersonenrecht:
* Rechtspersoon benoemen tot commissaris
* Niet bevoegde orgaan neemt besluit (strijd met bevoegdheidsverdeling) - Strijd met de inhoudelijke regels opgenomen in de statuten
* Niet bevoegde orgaan neemt besluit
> 4 en 5 zijn eigenlijk procedurele eisen, dus ook vernietigbaar
4. Ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling van of mededeling aan een ander orgaan dat het besluit heeft genomen (art. 2:15 lid 2 jo. 14 lid 2 BW)
* Bindende voordracht / horen van de AV over ontslag bestuurder bij structuurregime / aanbevelingsrecht
* Wettelijke of statutaire voorafgaande goedkeuring door een ander orgaan (let op: vooraf, niet achteraf nl dan krachteloos besluit)
- Strijd met andere fundamentele totstandkomingsvoorschriften: materiële eisen
* Niet voldoen aan meerderheidseis
* Ontbreken quorum
Wanneer is een besluit vernietigbaar? (art. 2:15 BW) (4)
- Wegens strijd met de wettelijke of statutaire bepalingen die de totstandkoming van besluiten regelen
* Mogelijkheid tot deelneming aan de vergadering
* Oproeping van vergaderingen van het orgaan
* Agendering
* Toezending en inzage stukken
* Raadgevende stem van het bestuur / RvC (art. 2:117 lid 4, 2:227 lid 7 en 2:238 lid 2 BW)
* Voorschriften voor besluitvorming bij tegenstrijdig belang indien bestuur nog bevoegd is het besluit te nemen - Wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door art. 2:8 BW wordt geëist
* Bij een wilsgebrek van een stemgerechtigde: besluit vernietigbaar wegens strijd met r+b (art. 2:8 BW)
* Kon het orgaan in redelijkheid tot zijn beslissing komen? - Wegens strijd met een reglement
- Wegens een wilsgebrek of een benadeling
* Art. 3:44 jo. 59 BW: bedreiging, bedrog, misbruik van omstandighede
Wat betekent nietigheid en is het gevolg?
· Ab initio: er is nooit een geldig besluit geweest
> Gevolg: Besluit wordt geacht nooit tot stand te zijn gekomen.
> Let op! Slechts interne werking – geen gevolgen voor de rechtshandeling ten opzichte van derden