Week 1 Flashcards
Transactiekostentheorie
transactiekosten (van de markt) versus organisatiekosten (van de onderneming)
> Coördinatie via de markt of via de onderneming (markt en onderneming zijn alternatieven)
Onderneming is een “contractual nexus”
een knoopunt van contractuele relaties
Agency theory
“principaal-agent benadering”
Klassiek: voordelen van teamproductie, maar elk van de teamleden heeft prikkel om minder te presteren
Oplossing: Aanstellen van een monitor
> Maar wie: “Monitors the monitor”? > probleem is dat die monitor ook geprikkeld moet worden, die krijgt hij door inkomen
Dit is de klassieke rol van de ondernemer
Onderneming is systeem om “moral hazard” te beteugelen
NV: Scheiding leiding en eigendom
- Management: leiding (Agent) > manager heeft misschien geen prikkel doordat de aandeelhouder het economische eigendom heeft, dus oplossing kan zijn om hem mee te laten doen tot de beurs
- Aandeelhouder: economische eigendom (Principaal)
Eenmanszaak: Leiding en eigendom in één hand verenigd > ondernemer ook gerechtigd tot de winst, dus prikkel
Onderneming
Organisatie van mensen die bedrijfsmiddelen inbrengen en converteren gericht op het behalen van verwachte economische voordelen
> Organisatie (stakeholders)
Productie
Winst/waarde
Onzekerheid
-> Doel = waardeconversie
Waardeconversie
- Voortgang meten
- intern : bijsturen proces
- extern: beoordelen van positie/prestatie stakeholders kunnen toetreden, continueren, uittreden
- Weergave dmv: Balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht
Voorraad: positie
- Balans
Bezittingen, schulden, EV
Stroom: verandering in positie (fin. feiten)
- W&V rekening (mutaties EV):
Opbrengsten, kosten - Kasstroomoverzicht (mut. Kas/bank)
Ontvangsten, uitgaven
Bezit
eigen vermogen + vreemd vermogen
> B = EV + VV: Balansvergelijking
Debet: activa
> Besteding: geïnvesteerd
Linkerkant
Credit: passiva
> Herkomst: gefinancierd
Rechterkant
Rechtspersoon
(art. 2:5 BW): een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit -> dus de rechtspersoon heeft rechten en verplichtingen
Rechtsvormen (met rechtspersoonlijkheid) (5)
- Vereniging
- Stichting
- Coöperatie en OMW
- NV
- BV
Vereniging
- Titel 2
- Art. 2:26-2:56
- Oprichting (kán) bij notariële akte
- Leden
- Gericht op een bepaald doel
- Bij meerzijdige rechtshandeling opgericht
- Geen winstoogmerk
- Bestuur; algemene ledenvergadering
Stichting
- Titel 6
- Art. 2:285-2:307
- Oprichting bij notariële akte
- Geen leden
- Gericht op doel vermeld in statuten
- Door een rechtshandeling in het leven geroepen
- Niet ten doel van winst-uitkeringen
- Bestuur, RvC