Week 10 Flashcards
Vennootschappelijke gemeenschap
Een gebonden gemeenschap of ‘vennootschappelijke gemeenschap’
De Hoge Raad (HR Van den Broeke/Van der Linden) heeft beslist dat:
- De vermogensbestanddelen in een personenvennootschap een afgescheiden vermogen vormen; (vergelijk art. 3:166 BW)
- dat deze ‘vennootschappelijke gemeenschap’ dus toebehoort aan alle vennoten tezamen; (vergelijk art. 3:191 lid 1 BW)
- dat deze vennootschappelijke gemeenschap een exclusief verhaalsobject is voor de (zaaks)schuldeisers van de personenvennootschap; (vergelijk art. 3:190 BW)
- dat de vennootschappelijke gemeenschap een gebonden gemeenschap is zodat de beschikkingsbevoegdheid daarover ligt bij de gezamenlijke vennoten. (vergelijk art. 3:190 BW)
Aansprakelijkheid - maatschap
Artikel 7A:1679 BW
‘De vennooten zijn niet ieder voor het geheel voor de schulden der maatschap verbonden; en een der vennooten kan de overige niet verbinden, indien deze hem daartoe geene volmagt gegeven hebben.’
Artikel 7A: 1680 BW
‘De vennooten kunnen door den schuldeischer, met wien zij gehandeld hebben, aangesproken worden, ieder voor gelijke som en gelijk aandeel, al ware het dat het aandeel in de maatschap van den eenen minder dan dat van den anderen bedroeg; ten zij, bij het aangaan der schuld, derzelver verpligting, om in evenredigheid van het aandeel in de maatschap van elk vennoot te dragen, uitdrukkelijk zij bepaald.’
Aansprakelijkheid - VOF
Artikel 18 WvK
‘In vennootschappen onder eene firma is elk der vennooten, wegens de verbindtenissen der vennootschap, hoofdelijk verbonden.’
Aansprakelijkheid - CV
Artikel 20 WvK
1. Behoudens de uitzondering, in het tweede lid van art. 30 voorkomende, mag de naam van den vennoot bij wijze van geldschieting in de firma niet worden gebezigd.
- Deze vennoot mag geene daad van beheer verrigten of in de zaken van de vennootschap werkzaam zijn, zelfs niet uit kracht eener volmagt.
- Hij draagt niet verder in de schade dan ten beloope der gelden, welke hij in de vennootschap heeft ngebragt of heeft moeten inbrengen, zonder dat hij immer tot teruggave van genotene winsten verpligt zij.’
Artikel 21 WvK
De vennoot bij wijze van geldschieting, die de bepalingen van het eerste of van het tweede lid van het vorige artikel overtreedt, is wegens alle de schulden en verbindtenissen van de vennootschap hoofdelijk verbonden.
Zie ook Katterug
Bestuurdersaansprakelijkheid BV/NV
Uitgangspunt aansprakelijkheid
Rechtspersoonlijkheid
Alleen in uitzonderingssituaties: secundaire aansprakelijkheid voor bestuurders
Het bestuur heeft als taak het besturen van de vennootschap (art. 2:129/239 BW)
✓ Besturen bestaat in grote lijnen uit het bepalen van de strategie en de algemene gang van zaken (art. 2:9 lid 2 BW) en het bepalen van het financiële beleid (art. 2:141/251 lid 2 BW)
✓ Uitgangspunt: collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur als college (hoofdelijke aansprakelijkheid art. 2:9 lid 2 BW: “ieder voor het geheel”)
3 Functies aansprakelijkheid BV/NV
- Schade allocatie
* Specifieke gedragsnormschending
* Toerekenbaarheid daarvan aan de bestuurder in termen van schuld
* Kortom: normschending, causaal verband en schuld - Vergelding
* Naast financiële genoegdoening, ook een punitieve sanctie. Zeker wanneer sprake is van toerekening naar schuld (ipv risicoaansprakelijkheid) - Gedragsbeïnvloeding
* Preventieve werking van het risico van persoonlijke aansprakelijkheid op toekomstig gedrag van bestuurders (zie HR 20 juni 2008, Willemsen/NOM)
Gronden aansprakelijkheid BV/NV (4)
- Interne bestuurdersaansprakelijkheid
- Art. 2:9 BW
- Art. 6:162 BW
- Art. 2:216 BW - Externe bestuurdersaansprakelijkheid (art. 6:162 BW)
- Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement (art. 2:138/248 BW)
- Doorbraak van aansprakelijkheid (master)
Niet limitatief
- Zie bijvoorbeeld art. 36 IW 1990 (master)
Interne aansprakelijkheid (art. 2:9 BW)
1) Bestuurlijke handeling (HR Spaanse Villa; HR Hezemans Air)
2) Ernstig verwijt
- Specifieke gedragsnormschending (onbehoorlijk bestuur) en toerekening van de gedragsnormschending aan de bestuurder (verwijtbaarheid)
Richtinggevende rechtspraak: HR Staleman/Van de Ven
Objectieve maatman-bestuurder:
> het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult
Ernstig verwijt
Ratio achter deze hoge drempel:
‘Door een hoge drempel te aanvaarden voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover de door hem bestuurde vennootschap wordt mede het belang van die vennootschap en de daarmee verbonden onderneming gediend omdat daardoor wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen’.
> HR 20 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC4959 (Willemsen/NOM)
Ernstig verwijt
Gezichtspunten / Omstandigheden
* De aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten
* De in het algemeen uit de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten voortvloeiende risico’s
* Taakverdeling binnen het bestuur
* De eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen (Berghuizer Papierfabriek: statuten)
* De gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten gedragingen of beslissingen
* Het inzicht en de zorgvuldigheid die van een bestuurder mogen worden verwacht die voor zijn taak is berekend en deze nauwgezet vervuld (maatmanbestuurder)
> HR 10 januari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2243 (Staleman/Van de Ven)
Ernstig verwijt
Een handelen in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen, brengt in beginsel (dus behoudens tegenbewijs) aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de vennootschap mee
‘Voor aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 BW is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of van een ernstig verwijt sprake is, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. De omstandigheid dat gehandeld is in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen, moet in dit verband als een zwaarwegende omstandigheid worden aangemerkt, die in beginsel de aansprakelijkheid van de bestuurder vestigt. Indien de aldus aangesproken bestuurder echter feiten en omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat het gewraakte handelen in strijd met de statutaire bepalingen niet een ernstig verwijt oplevert, dient de rechter deze feiten en omstandigheden uitdrukkelijk in zijn oordeel te betrekken.’
> HR 29 november 2002, (Schwandt / Berghuizer Papierfabriek)
Disculpatie:
Twee cumulatieve voorwaarden
- Geen ernstig verwijt gelet op taakverdeling
- Maatregelen getroffen om gevolgen onbehoorlijke bestuur af te wenden
Vordering vd vennootschap (art. 6:162 BW)
De vennootschap kan ook artikel 6:162 BW als grondslag gebruiken indien het onbehoorlijke bestuur of het gedrag van de bestuurder als onrechtmatige daad kwalificeert
✓ Ook dan geldt het ‘ernstig verwijt’ als maatstaf
✓ Individuele aansprakelijkheid dus iedere bestuurder dient het ernstige verwijt te worden gemaakt
Bestuurdersaansprakelijkheid (art. 6:162 BW)
Indien een vennootschap:
* Tekortschiet in de nakoming van een verbintenis; of
* Een onrechtmatige daad pleegt
is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade.
Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Bestuurdersaansprakelijkheid (art. 6:162 BW)
Aan of afwezigheid van persoonlijk ernstig verwijt vormt de springplank naar externe bestuurdersaansprakelijkheid op de voet van art. 6:162 BW
Richtinggevende rechtspraak: HR Ontvanger/Roelofsen; 2 type specifieke gedragsnormschendingen
(i) Namens de vennootschap contracteren met de derde (of wel: de bestuurder roept bij de derde de schijn van kredietwaardigheid van de vennootschap op waardoor de derde toch contracteert met de vennootschap→ Beklamel-norm)
(ii) Bewerkstelligen of toelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt (of wel: de bestuurder frustreert betaling van de vennootschap aan de derde → New Holland Belgium-norm)
Bestuurdersaansprakelijkheid (art. 6:162 BW)
Ontvanger/Roelofsen
- Beklamel-norm
- New Holland Belgium-norm
- Beklamel-norm:
Lichtvaardig aangaan van verplichtingen
Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden aangenomen wanneer deze bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen,
wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden,
behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem ter zake van de benadeling geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden.
- New Holland Belgium-norm:
Selectieve (wan)betaling, verhaalsfrustratie
Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat,
de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan opgetreden schade.
Bestuurdersaansprakelijkheid jegens de boedel (art. 2:138/248 lid 1 BW): Kennelijk onbehoorlijk bestuur
Formeel begrip KOB - bewijslast bij bestuurder(s), lid 2
Materieel begrip KOB - bewijslast bij curator, lid 1
- Geen redelijk denkend en handelend bestuurder zou gegeven de omstandigheden zo gehandeld hebben (HR Panmo)
- Alle omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in de beoordeling betrekken
- De wetenschap of voorzienbaarheid van benadeling van schuldeisers had bij de bestuurder(s) aanwezig moeten zijn
- Elementen van roekeloosheid, onverantwoord gedrag, verwijtbaarheid