Week 7 Flashcards
wat zijn de kenmerken van een acute insufficiëntie van het mediaal ligamentair complex?
- zien we bij valgusmoment, hyperextensie, radiuskopfractuur of luxatie
- kans van luxatie is klein, maar wel slechte prognose
- kapotte structuren: anterior, posterior en transverse ligament
wat zijn de kenmerken van een elleboogluxatie?
- volledige pronatie in combinatie met extensie
- abductie en flexie van schouder
- bandreconstructie als MCL instabiel blijft na repositie
wat gebeurt er bij een endorotatie van de lange as?
- pronatie van de onderarm
- endorotatie van de schouder
hoe ontstaat valgus extension overload syndroom?
- valgus kracht bij versnelling
- compressie van posteriomediale olecranon tegen fossa bij ellenboog extensie
hoe ontstaat ulnaire neuritis/neuropathie en wat is de voornaamste klacht?
– tractie tijdens valgusstress door spierhypertrofie, osteofysen of subluxaties, wat compressie veroorzaakt
- verlies van balcontrole
welke 2 testen zijn mogelijk om chronische MCL traumata te beoordelen?
- posterior medial impingement test
- valgus extensie overload test: 20-30 graden flexie, valgus stress, terminale extensie
hoe behandelen we chronische MCL traumata?
- fysiotherapie
- operatief: bij falen conservatief, acceptatie revalidatie, blijven sporten en geen ernstige degeneratie
welke vorm van bicepsruptuur wordt altijd operatief behandeld en waarom?
distaal: bij proximaal 2 aanhechtingspunten, maar distaal maar 1 –> anders geen normale flexie mogelijk
wat zijn kenmerken van een OCD?
- ontstaat chronisch
- diagnose duurt +/- 2 jaar
- bij kind lijkt het op tenniselleboog
- vaak aan laterale zijde door slechte vascularisatie
- sport gerelateerd
- wordt gemist op 50% van röntgenfoto’s –> CT
- fixatie mogelijk bij vitaal segment
waaruit bestaat een GSMO voor topsporters?
vragenlijst:
- algemeen
- begeleidingsteam
- belasting
- herstel
- sterkte/zwakteanalyse
- interne vragen
- bewegingsapparaat/blessures
intern lichamelijk onderzoek, orthopedisch onderzoek, aanvullend onderzoek:
- bloedonderzoek
- longfunctie
- hartfilmpje/ECG
- radiologisch onderzoek
wat zijn kenmerken van blessures in de atletiek?
- vaak chronisch
- moelijk te behandelen
- genezing vaak moeilijk te bespoedigen
- grote kans op hernieuwde blessure
- vaak door onvoldoende herstel
- vaak subtiel begin
wat zijn risicofactoren voor blessures in de atletiek?
- oude letsels
- hoge spiertonus
- onvoldoende spierlengtes
- onvoldoende warming up
- accommodatie
- krachtdisbalans
- onvoldoende techniek
- klimaat
- slechte voeding
- slechte periodisering
op welke manier kan een looptechniek van een atletieker verschillen?
- lopen vanuit knieextensie
- lopen vanuit heupflexie
wat zijn de kenmerken van lopen vanuit knie extensie?
- actie komt uit knie bij plaatsen van voet
- grotere en langere pronatie
- meer hiellanding
- grotere dorsoflexie in enkel in achterste steunfase
- actievere kuitspieractie
wat zijn de kenmerken van lopen vanuit heupflexie?
- meer kniehef en grotere knieflexie
- zwaartepunt ligt hoger
- voet wordt actiever neergezet –> kortere pronatiekracht en snellere transfer naar voorvoet
wat doet een topsportarts?
- preventie
- diagnose
- revalidatie
- huisarts
- prestatie
- vertrouwenspersoon/aanspreekpunt
wat is de overlap tussen sportgeneeskunde en revalidatiegeneeskunde?
- bewegen
- exercise = medicine
- pijn
- parasport
- letsel
wat zijn de 3 pijlpunten van revalidatie?
- fysieke belastbaarheid
- leerbaarheid
- trainbaarheid
wat is pijn?
- onprettige sensorische en emotionele ervaring, geassocieerd met daadwerkelijke of potentiële weefselschade
- persoonlijk
- beïnvloed door biologische, psychologische en sociale factoren
hoe kan pijn ingedeeld worden?
- acuut vs chronisch (min. 3 maanden)
- adaptief (acute fase, heeft functie) vs maladaptief
- nociceptisch (bij weefselschade) vs neuropathisch
- fysiek vs psychisch
- echt vs onecht
wat zijn de kenmerken van acute pijn?
- weefselschade
- perifere sensitisatie –> normaal fysiologisch proces
- direct beschadigde en omringende weefsel –> gevoelig voor vrijgekomen neurotransmitters
- primaire hyperalgesia
- beschermingsmechanisme ter herstel beschadigde weefsel
- primaire sensitisatie zal verdwijnen na weefselherstel
wat zijn de kenmerken van chronische pijn?
- geen weefselschade (meer)
- centrale sensitisatie –> abnormaal proces
- hyperalglesie –> pijn bij normale beweging, of allodynie –> pijn bij normale aanraking
- maladaptief mechanisme: wind up principe –> verandering top down nociceptieve neuromodulatie –> veranderde connectiviteit hersenen –> veranderde rol glia cellen
welke factoren zitten in de cirkel van loeser?
- pijngedrag
- pijnbeweging
- pijngewaarwording
- nociceptie
welke factoren kunnen een negatieve invloed hebben bij langdurige pijn?
- predisponerende factoren
- luxerende factoren
- onderhoudende factoren
hoe kan chronische pijn behandeld worden?
- analyse –> wat zijn aangrijpingspunten
- pijneducatie
- pijnverlichting (kan medicamenteus)
- verbeteren activiteiten/participatie (oa. graded activity)
- leefstijl indien relevant
- zelfmanagement
welke klachten passen meer bij een inflammatoire aandoening dan bij een blessure?
- ochtendstijfheid
- lange duur van de klachten
- recidiverende klachten