Week 2 Flashcards

1
Q

wat zijn de emergency action plans?

A

dingen die geïnventariseerd moeten worden voorafgaande aan een wedstrijd:
- contactgegevens technische en medische staf, en spelers
- adres en contactgegevens wedstrijdlocatie
- namen en geboortedata spelers
- locatie nabijgelegen ziekenhuis en contactgegevens SEH
- scholing medische staf (adequaatheid)
- welk lid van medische staf alleen bij een geblesseerde speler achterblijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het belangrijkste aan de inhoud van een dokterstas bij wedstrijdbegeleiding?

A
  • inhoud moet goed gebruikt kunnen worden
  • je moet goed geschoold zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke dingen moet een arts op zak hebben bij wedstrijdbegeleiding?

A
  • hechtmateriaal
  • neustampon
  • verband/gaasje
  • tape
  • handschoenen
  • AED
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke aanvullende acties moeten worden genomen als een team op trainingskamp gaat?

A
  • diagnostische instrumenten mee
  • medicatie mee (afhankelijk van de groep die mee is)
  • beademingsmasker
  • spine board
  • mayo tube
  • zuurstof
  • air cast
  • krukken
  • hecht- en verbandmateriaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat moet gedaan worden bij mogelijk CWK letsel (op het sportveld)?

A
  • hoofd gestabliseerd houden, liefst met hoofd fixator
  • indien helm op –> deze eerst af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn rode vlaggen bij een hersenschudding?

A
  • nekpijn/gevoeligheid
  • episode/convulsie
  • verlies visie/dubbelvisie
  • verlies bewustzijn
  • verergde verwarring
  • zwakte, doofheid/tinteling in >1 arm/been
  • herhaald braken
  • erger wordende hoofdpijn
  • verergde agitatie
  • zichtbare deformiteiten schedel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke vragen kunnen gesteld worden bij een hersenschudding?

A
  • waar ben je
  • welk evenement is nu bezig
  • wie heeft er als laatste gescoord
  • welk team heb je vorige week tegen gespeeld
  • heb je de laatste wedstrijd gewonnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn redenen voor een directe repositie van een enkel in plaats van wachten tot het ziekenhuis?

A
  • spierspanning omlaag
  • tractie van huid
  • compromittatie NV bundel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn redenen om met een repositie van een enkel te wachten op het ziekenhuis in plaats van directe repositie?

A
  • risico schade NV bundel
  • geen pijnstilling PT
  • ervaring van sportzorgverlener
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe reponeer je een schouder?

A

masseren van schouder in combinatie met patiënt rustig krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de basisprincipes van krachttraining?

A
  1. individualiteit –> ieder individu reageert anders op een trainingsprikkel
  2. specificiteit –> waar je voor traint, word je beter in
  3. progressive overload –> je moet steeds iets meer geven om sterker en beter te worden
  4. variabiliteit
  5. reversibiliteit –> use it or lose it
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uit welke onderdelen bestaat crossfit?

A
  • turnonderdeel
  • krachtonderdeel
  • conditieonderdeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de meest voorkomende blessures als gevolg van crossfit?

A
  • schouder
  • knie
  • lage rug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de belangrijkste risicofactoren voor blessures ten gevolge van crossfit?

A
  • duur participatie: hoe korter er mee bezig, hoe meer at risk
  • training load: atleten die wisselen in gebruik van voorgeschreven en aangepaste training load zijn at risk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer zien we bij topvoetbal de meeste blessures?

A

aan eind van 1e of 2e helft, bij een wedstrijd

bij trainingen juist aan begin van seizoen, bij wedstrijden juist aan het eind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke soorten spierblessures zien we in topvoetbal?

A

direct trauma:
- contusie

indirect trauma:
- functioneel (spierstijfheid/vermoeidheid, spierpijn/DOMS, neurogeen/spine related, neuromusculair)
- structureel (partiële/totale ruptuur)

17
Q

wat zijn blessurerisicofactoren voor jonge sporters?

A
  • ze zitten in de groei
  • variatie in maturatie
  • andere respons op skeletverwondingen
  • botten groeien sneller dan spieren –> spierkracht optimalisatie
  • onvoldoende vaardigheden, perceptie en coördinatie
18
Q

wat zijn de verschillen tussen volwassen botweefsel en botweefsel in de groei?

A

in de groei:
- gevoeliger voor blessures
- gewrichtskraakbeen is groter
- kruising tussen groeischijf en bot is gevoeliger
- apofyse is gevoeliger
- botten groeien harder dan spieren en pezen –> trekkracht pees op bot groter

19
Q

welke soorten osteochondrosen onderscheiden we?

A

articulair:
- m. perthes
- ziekte van Panner
- ziekte van Freiberg/Köhler

fysair:
- ziekte van Scheuermann

niet articulair (wervelkolom)

20
Q

wat zijn de belangrijkste dingen in anamnese en lichamelijk onderzoek bij een verdenking op osteochondrosen?

A

anamnese:
- uitvragen pijn
- uitvragen wat voor sport ze doen en op welke dagen (ook gym op school)

lichamelijk onderzoek:
- aanwijzen pijn
- spierlengtes, rek- en weerstandstesten
- biomechanische alignment

21
Q

wat zijn de kenmerken van schouder overbelastingblessures bij kinderen?

A
  • zeldzaam
  • vaak bovenhandse sporters en bij verkeerde houding
  • houding zorgt voor impingement
  • groot deel geen baat bij fysiotherapie
22
Q

op welke manieren kunnen osteochondrosen in de bekken, heup en lies ontstaan?

A

acuut met avulsiefractuur en apofyse gerelateerd:
- SIAS –> tractie m. sartorius, meestal tijdens sprint
- SIAI –> contractie m. rectus femoris, meestal bij trappen voetbal
- trochantor minor –> tractie m. iliopsoas bij plotselinge heupflexie
- tuber ischiadicum –> tractie hamstring en adductor magnus

overbelasting: femoro-acetabulair infringement syndroom

23
Q

welke verschillende overbelastignsblessures zijn mogelijk in de knie?

A

osteochondrose van de epifyse

osteochondrose van de apofyse:
- tuberositas tibiae –> Osgood Schlatter
- apex patellae –> Sinding-Larssen-Johanson

24
Q

wat zijn kenmerken van osteochondrosen van de apofyse in de knie?

A
  • trekkracht van quadriceps zorgt voor micro-avulsies –> calcificatie
  • self limiting –> weg bij volgroeien apofyse
25
Q

wat zijn de kenmerken van osteochondrose in de enkel en voet?

A
  • 1 belangrijke –> morbus sever
  • calcaneus
  • alle behandelingen effectief
26
Q

is aanvullend onderzoek behulpzaam bij verschillende typen overbelasting osteochondrosen?

A

röntgen –> niet van diagnosticerende waarde, maar wel om dingen uit te sluiten

27
Q

wat zijn delen van de behandeling van overbelastings osteochondrosen?

A

vaak self limiting, maar voor de pijn:
- fysio
- pijndagboekje
- wegnemen predisponerende factoren
- optrainen kracht
- sport hervatting