Week 6 hc Flashcards

1
Q

definitie miskraam

A

ongewenste verlies van een zwangerschap voor de 16 weken in NL en internationaal onder 24 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

complicaties miskraam

A
  • ernstig bloedverlies (shock)
  • sepsis
  • psychologische problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

DD miskraam

A
  • Locatie intra - uterien: vitaal of niet vitaal
    niet specifiek vaginaal bloedverlies: innestelingsbloeding of miskraam?
  • Locatie extre- uterien: vitaal of niet vitaal
  • gynaecologische oorzaak
  • complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

intacte/ vitale zwangerschap

A
  • vaginaal toucher: geslotte stugge portio
  • niet pijnlijk tenzij andere oorzaak
  • echo: intra- uterien: embryo met crown- rump length (CRL) conform 8 weken
  • hartactie +
  • hCG serum is niet nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vruchtzak

A

in een vruchtzak met grootste diameter van > 25 mm moet een ebryo > 7 mm met hartactie aanwezig zijn
–> niet vitale zwangerschap bij lege vruchtzak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voor en nadelen expectatieve miskraam

A

nadelen:
- kan lang duren, onzekerheid
- veel pijn/ bloedverlies
- kans op incomplete miskraam
- kans op infectie

voordelen:
- meest natuurlijk
- geen operatieve complicaties (tenzij…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voor- en nadelen medicamenteuze afbreking

A

nadelen:
- meer kans op incompleet
- mogelijk meer kans op infectie
- langer durend bloedverlies

voordelen
- niet invasief
- patient heeft recht in eigen hand
- lijkt ‘natuurlijk’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voor en nadelen curettage

A

nadelen:
- invasief
- kans op perforatie uterus
- kans op cervix laceratie
- kans op syndroom van asherman

voordelen
- gepland
- minder kans op incompleet
- minder kans op ernstig bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

complicaties na curettage

A
  • cervixlaceratie
  • uterusperforatie
  • syndroom van asherman
  • anaesthesie complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zwangerschap is sporten

A

–> je lichaam moet zich klaar maken om aan het einde van de zwangerschap zoveel mogelijk bloed naar het kind te kunnen brengen
–> om niet teveel druk op de ketel te zetten gaat de systeem vasculaire weerstand dalen en dan bd ook: vasodilatatie
–> hard tegen minder weerstand pompen en je gaat iets meer vocht vast houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hypertensie

A

BP= CO x SVR
140/90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

soorten hypertensie in zwangerschap

A
  • chronisch (voor zwanger of in eerste 20 weken)
    –> essentiele hypertensie/ secundaire hypertensie
  • zwangerschaps hypertensie (de novo na 20 w, verdwijnt na 6)
    –> zwangerschapshypertensie = zonder proteinurie
    preeclamspie = met proteinurie/ orgaanfalen/ IUGR
  • gesuperpineerde pre- eclamsie = bestaande hypertensie met de novo proteinurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beleid bij chronische hypertensie en zwangerschaps hypertensie

A
  • Zwangerschapscontroles (risico op preeclampsie en IUGR)
  • Proteinurie controles
  • Behandeling bd
  • Inleiding 37-39 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

symptomen pre- eclampsie

A
  • Gezwollen handen
  • Gezwollen gezicht
  • Hoge bd
  • Sterren zien: vocht in hersenen
  • Hoofdpijn
  • Pijn bovenvuik: band
  • misselijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cardiovasculair bij pre- eclampsie

A

hypertensieve crisis –> 160/10 bv
–> verhoofdrisico op herseninfarcten
Oedeem zien we ook en longoedeem omdat hart minder goed kan ontspannen: meer vocht in linker atrium
–> capillair lek (gevoel dat je gaat stikken) en diastolische cardiale dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cerebraal bij pre- eclampsie

A

hoofdpijn:
- Visusstoornissen
- Hyperreflexie
Eclampsie:
- Tonisch- clonisch insult
CVA:
- Ischemisch
- Haemorrhagisch
- Systolische hypertensie > 160

17
Q

renaal bij pre- eclampsie

A
  • proteinurie
  • Oligurie
  • Cola urine: heel donker door bloedafbraak of te weinig vocht naar de nieren
  • Nierfuctie stoornissen, kunnen prerenaal of renaal
18
Q

eclampsie

A
  • tonsich- clonische convulsies
  • eclampsos
  • gevreesde complicatie
  • convulsie in zwangerschp is eclampsie tot tegendeel bewezen
  • dd epilepsie , hersentumer
19
Q

definitie pre- eclampsie

A
  • isshp/acog
  • hypertensie
  • proteinurie
  • orgaan dysfunctie
  • IUGR
  • S- FIT- PIGF
20
Q

preventie

A
  • aspirine
  • calcium
  • gezond leven
21
Q

verhoogd risico pre eclampsie

A
  • vrouwen die het al hebben meegemaakt
  • Vrouwen met cardiovasculaire problemen
  • Diabetes
  • Hyper lipidemie
  • Antifosfolipiden syndroom
22
Q

aspirine geven nu bij

A
  • Boven 35
  • Al kind heeft
  • < 6 maanden relatie: genetische gewennig
23
Q

damage control

A
  • bloeddruk stabiliseren met ATH
  • Preventie eclampsie MgSO4
  • Longrijping < 34 weken met steroiden
  • Abcde
  • Mgso4 voor preventie nieuwe insulten
  • Altijd moeder eerst!!
  • partus
24
Q

belangrijke transcriptie factoren AVE

A
  • Hessx-1
  • LIM-1
  • Otx 2

ze binden eiwit en ze reguleren gen expressie

25
Q

belangrijke HOX mutaties

A
  • HOXA2: microtia
  • HOXB1: faciale abnormaliteiten
  • HOA13: hand- voet genitaal sundroom: abnormale vingers en hypospadu
  • HOXD13: abnormale handen en voeten
26
Q

3 groepen zwangerschaps ziekte

A
  • Pre existente ziekte –> zwangerschap beinvloeden
  • Zwangerschap –> pre- existente ziekte beinvloeden
  • Zwangerschap –> leidt tot nieuwe ziekte
27
Q

fysiologie tijdens zwangerschap

A
  • vaatverwijding door oestrogenen
  • meer vocht
  • sneller stollen
  • verhoogde nierfunctie
28
Q

endocriene functie placenta

A
  • Oestradiol
  • Progesteron
  • hCG
  • Prolactine
  • PAPP-a
  • Groeihormoon
  • Cortisol
  • Vasppressine
  • PTHrp
  • HPL
29
Q

risico onbehandelde hypothyreoidie

A
  • Miskraam
  • Pre-eclampsie
  • Vroegeboorte
  • Suboptimale hersenontwikkeling foetus
30
Q

schildklier antistoffen

A
  • TPOAbs: niet functioneel, marker voor hypothyreoidie, risicofactor voor postpartym thyreoiditis. pathognomisch voor hashimotos thyreoiditis
  • TgAbs: niet functioneel, aspecifiek, alternatieve marker voor hashimoto, maar ook hoog bij graves
  • TSH receptor antistoffen (TRAbs): functionele antistoffen, passeren de placenta, kunnen stimuleren of blokkeren, pathognomisch voor morbus graves en soms oorzaak hypothyreoidie
31
Q

dd hyperthyreoidie zwangerschap

A

vooral zwangerschaps hyperthyreoidie en graves

overig:
- biotin supplementen
- autonome nodule of multinodulair goiter
- gestational trophoplastische ziekte
- overtreatment door te veel thyroeid hormoon

32
Q

verschil zwangerschaps hyper en graves

A
  • zh komt meer voor
  • graves heeft wel risicos: miskraam, preeclampsie, vroeggeboorte, laag geboortegewicht, hartfalen en foetale hyperthyreoidie
  • bij graves wel behandelingL antischildklier medicatie: PTU of strumazol
  • bij zh schildkliercontrole na 4 weken maar bij graves moeder en kind monitoren
33
Q

monitoren graves

A

foetus
- hartslag
- groei
- grootte schildklier

moeder
- tsh en FT4
- TRAb

34
Q
A