Week 6 Flashcards

1
Q

Wat waren de doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht en welke remedie zijn daarvoor?

A
  • Compensatie (juridisch-financieel) = schadevergoeding
  • Genoegdoening (psychologisch-moreel) = verklaring voor recht
  • Preventie = rechterlijk verbod of gebod.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de beginselen van het schadevergoedingsrecht?

A

1) Het beginsel van volledige vergoeding. Dit is het enige beginsel wat door Hartlief wordt genoemd. Het beginsel van volledige schadevergoeding is ook terug te vinden in art. 6:97 BW. Dit geldt echter alleen bij vermogensschade en niet bij immateriële schadevergoeding, omdat immateriële schade vergoedt wordt naar billijkheid art. 6:106 lid 1 BW.

–> uitzonderingen op het toekennen van een volledige schadevergoeding zijn: causaliteit (art. 6:98 BW), voordeel toerekening (art. 6:100 BW), eigen schuld (art. 6:101 BW), matiging (art. 6:109 BW) en limitering (art. 6:110 BW).

2) Voorkomen is beter dan genezen. In de fase die voorafgaat aan de gebeurtenis bestaan verplichtingen om de schade te voorkomen.

  • -> Je hebt dus een schadevoorkomingsplicht (zie Urgenda-zaak). Dit is ook terug te vinden in art. 6:2 BW (redelijkheid en billijkheid ook bij een beroep op verjaring van de vordering kan dit gelden).
  • -> Ook heb je een schadebeperkingsplicht (denk aan een dader die na een verkrachting verplicht een HIV-test moet afleggen om eventuele schade verder te beperken).

3) Herstellen is beter dan betalen. In het aansprakelijkheidsrecht staat de hoofdregel dat schadevergoeding in geld moet (art. 6:103 BW), maar wat is nu belangrijker? Herstel of financiële vergoeding? In de jurisprudentie heeft de HR wel aanknopingspunten gegeven voor het aannemen van een algemene verplichting tot herstel (iemand die bijvoorbeeld een fout maakt in het Kadaster waardoor erfdienstbaarheden komen te vervallen, heeft meer aan herstel dan vergoeding). Dit kan dus toekenning in ander ‘een andere vorm’ zijn zoals in art. 6:103 BW is bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is in het Rijnstate Reuvers arrest bepaald?

A

HR in Rijnstate/Reuvers: Met deze uitspraak wordt door de HR bevestigd dat er een mogelijkheid is voor naasten, die een verlies van tijd hebben, om abstracte schadevergoeding te krijgen bij huishoudelijke hulp besteed namens het slachtoffer.

–> Je moet dus kijken naar hoe de toestand zou zijn zonder de gepleegde OD (dus een hypothetische situatie voorstellen). Het is wel cruciaal om dit te beoordelen want anders weet je niet tot welke omvang en in welke vorm de schadevergoeding moet worden toegekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is schade?

A

Schade is niet gedefinieerd in de wet, maar wordt in de literatuur aangeduid als ‘nadeel als gevolg van een fout’ of als ‘vermindering in een object’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar is vermogensschade geregeld en wat houdt dit in?

A

Vermogensschade is schade die je lijdt in je vermogen (gederfde winst als geleden verlies). Dit is geregeld in art. 6:96 BW en dit wordt vergoed o.g.v. art. 6:95 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ‘ander nadeel’ en waar wordt dit geregeld?

A

Ander nadeel wordt ook wel immateriële schade genoemd en houdt meer pijn, verdriet en smartengeld in. = dit voel je niet in je vermogen! Dit is geregeld in art. 6:106 BW en toekenning daarvan staat in art. 6:95 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer heb je recht op smartengeld?

A

Smartengeld maakt een uitzondering op het beginsel vergoeding van de volledige schade. Smartengeld moet namelijk naar billijkheid worden vastgesteld o.g.v. art. 6:106 BW.

In art. 6:106 a en b BW staat wanneer je recht hebt op schadevergoeding:
A. Wanneer de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen; –> zie HR Oogmerk waarin een man het gezamenlijke kind van het leven heeft berooft – en daar strafrechtelijk voor veroordeeld is – en de vrouw vraagt om immateriële schadevergoeding o.g.v. art. 6:106 BW. Ze is niet het directe slachtoffer, dus valt ze onder dit oogmerk? Volgens de HR wel omdat de man het oogmerk had om de vrouw leed toe te brengen. Degene die de immateriële schade claimt, was niet de directe benadeelde.

B. Wanneer de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast; –> op andere wijze ziet op het feit dat ofwel de benadeelde geestelijk letsel heeft overgehouden of dat benadeelde in zijn fundamentele rechten is aangetast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De doctrine maakt onderscheid in: personenschade, zaakschade en zuivere vermogensschade. Wat houden deze vormen in?

A
  • Personenschade is letselschade en overlijdensschade.
  • Zaakschade is schade door beschadiging of vernietiging van een zaak
  • Zuivere vermogensschade is vermogensschade, materiële schade, die ontstaat zonder dat er sprake is van beschadigingen of letsel. Bijvoorbeeld wanneer door een stroomstoring in een fabriek de fabricage niet meer door kan gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar bestaat vermogensschade uit volgens art. 6:96 lid 1 jo. 2 BW?

A

Geleden schade en gederfde winst (buitencontractueel) + negatief en positief contractsbelang (contractueel). Bij negatief gaat het om de situatie dat geen ovk zou zijn gesloten (wilsgebreken) en bij positief gaat het om de situatie dat de ovk wel gesloten zou zijn waardoor wanprestatie gevorderd kan worden.

Positief en negatief kan nooit tegelijk vergoed worden!

Vervolgens worden in lid 2 nog enkele vormen van schade onder het mom van vermogensschade vergoedt: bereddingskosten (kosten die de benadeelde maakt ter voorkoming of beperking van de schade), administratie- en expertisekosten (kosten ter vaststelling van de schade), buitengerechtelijke incassokosten (de kosten die de benadeelde heeft moeten maken om schadevergoeding te krijgen). Deze worden allemaal getoetst aan de dubbele redelijkheidstoets; ze komen alleen voor vergoeding in aanmerking als zowel het maken van de kosten als de hoogte niet onredelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat werd in het arrest Johanna Kruidhof bepaald?

A

Meisje loopt op school brandwonden op. In de eerste plaats vragen ze een vergoeding van de tijd die ze aan de verpleging hebben besteed van johanna, aangezien ze haar thuis hebben verzorgd terwijl ze in bed lag en ze zijn daar dagen en nachten mee bezig geweest. In de tweede plaats vroegen zij ook een vergoeding van de vakantiedagen die ze hadden verloren, omdat ze hun dochter in het ziekenhuis gingen opzoeken. 74 vakantiedagen hebben ze eraan gespendeerd.

Het ging hier om verplaatste schade, want de ouders hadden de schade geleden en niet Johanna zelf.
–> De vergoeding van de kosten voor verpleging en verzorging komen wel voor vergoeding in aanmerking omdat: dit de kosten zijn die Johanna zou hebben gemaakt als zij professionele hulp zou hebben gebruikt. In dit geval hebben de ouders de zorg op hun genomen en niet een professional, maar de rechter mag hier dus abstraheren! Het gaat hier dan om verplaatste kosten. De hoogte van de vergoeding is dan gelegen in de hoogte van het bedrag van een professionele verpleegster.

–> De vergoeding voor de 74 gederfde vakantiedagen worden niet vergoedt. Dat is geen schade die Johanna zelf zou hebben geleden, want ze zou geen professional hebben ingehuurd om haar te bezoeken in het ziekenhuis en dus is het geen verplaatste schade. Dit vloeit gewoon voort uit de relatie ouder-kind. Dit is bepaald onder oud recht en nu hebben we art. 6:107 BW (waardoor bezoekkosten – en waarschijnlijk ook de gederfde vakantiedagen – kunnen worden vergoed). Er is dus nu een nieuw artikel, waarin een eigen recht op vergoeding van schade voor die derde is gevestigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Valt gederfd woongenot of gederfd genot onder materiele schade?

A

Volgens de HR is dit wel het geval. Zie bijvoorbeeld HR Pollen/Linssen Yachts waarbij iemand zijn Yacht voor een groot deel van de tijd niet kon gebruiken of bij Groningse huizenbewoners. De HR zei: “de waarde van gemist onstoffelijk voordeel (beperkt gebruik van een jacht) bestaat in de voor het verkrijgen daarvan gemaakte kosten die hun doel hebben gemist”. Dit lijkt een beetje op verlies van een kans situatie, omdat je de vergeefs gemaakte kosten niet geheel vergoedt krijgt, omdat niet kan worden gezegd dat het voordeel je geheel is ontgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kan gederfd woongenot ook onder immateriële schade vallen?

A

Ja dit kan o.g.v. art. 6:106 lid 1 sub b laatste zin BW. Daarin staat namelijk “op andere wijze in persoon aangetast”. Hier is volgens rechtspraak sprake van als er ofwel geestelijk letsel is (psychiatrisch ziektebeeld want je moet kunnen objectiveren), of van een schending van fundamentele persoonlijkheidsrechten sprake is. Volgens de rechter in de zaak Groningse huizen gaat het om het laatste (schending van fundamentele persoonlijkheidsrechten). De aardbevingen zijn zo ernstig, zij veroorzaken meer dan alleen hinder en overlast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de schade begroot?

A

Je hebt concrete en abstracte schadevergoeding en winstafdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is concrete schadebegroting?

A

Art. 6:97 BW: Het uitgangspunt is concrete schadebegroting (dat wil zeggen met inachtneming van alle omstandigheden van het geval en dat zijn alle omstandigheden die relevant zijn voor zover ze zich vóór en ná het ongeval hebben afgespeeld).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is abstracte schadebegroting?

A

Art. 6:97 BW: bij de abstracte schadebegroting wordt juist geen rekening gehouden me alle omstandigheden van het geval, maar wordt juist van 1 of meer geabstraheerd.

–> Een goed voorbeeld van abstracte berekening is de waardevermindering van Groningse huizen (deze waren niet beschadigd want bij beschadigde huizen is het vrij duidelijk wat de schade is = namelijk herstel). In dit geval oordeelde het hof dat: de schade abstract mag worden berekend. Dat wil zeggen met voorbijgaan aan de verkoop van de woning (dus zoals de woning daar staat). De woning is minder waard geworden in jouw vermogen en dat komt voor vergoeding in aanmerking. Dat is op basis van wat we dan noemen abstracte schadebegroting, omdat je voorbijgaat aan de individuele omstandigheid dat die woning niet eens verkocht is.

Het uitgangspunt is altijd concrete schadebegroting, tenzij abstracte schadebegroting wordt gekozen. Dit kan:

  • als het expliciet in de wet is geregeld (art. 7:36 lid 1, 6:199, 6:96 lid 4 BW). en;
  • Bij wrongfull Birth vorderingen (Baby Kelly).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is winstafdracht?

A

O.g.v. art. 6:104 BW is bepaald dat indien iemand een OD pleegt of wanprestatie en hier voordeel uit haalt, dat diegene dat moet delen met de benadeelde.

–> Stel je voor dat je in Nederland een boek uitbrengt en iemand vertaald dit boek in het Russisch en geeft het vertaalde boek onder zijn eigen naam uit in Rusland. Je auteursrechten worden dan geschonden, maar heb je ook daadwerkelijk schade geleden? Je zou kunnen zeggen ‘nee’, want dat boek zou je nooit zelf in het Russisch hebben uitgebracht. Wat je dan kan doen in zeggen: die ander heeft ten koste van mij winst gemaakt en dat wil ik afgedragen zien.

–> de rechter mag hiertoe niet ambtshalve overgaan, want de benadeelde moet hierom verzoeken!

17
Q

Wat houdt abstracte schadebegroting bij een kind in?

het lijkt erop dat er niet echt een concrete schadebegroting valt te maken

A

Bij een kind is het moeilijk om uit te gaan van de hypothetische situatie dat de OD niet had plaatsgevonden en het daadwerkelijke inkomen na het ongeval, aangezien een kind nog niet zover is.

Je hebt hier 2 benaderingen voor de Amsterdamse en de Zwolse benadering. De Amsterdamse lijkt het meest op een abstracte schadebegroting.

–> De Amsterdamse benadering: Emiel (een 14 maanden oud baby’tje) krijgt samen met zijn ouders een ernstig auto-ongeluk. Het baby’tje loopt hierdoor ernstig hersenletsel op en is de rest van zijn leven beperkt. De schade moet in eerste instantie concreet worden begroot. Je moet dus gaan bepalen hoe het leven van Emiel zou zijn verlopen indien de OD niet had plaatsgevonden. Hij had profvoetballer kunnen worden maar ook een uitkeringsgerechtigde, het is onduidelijk. Als referentiepunt wordt (met instemming van alle partijen) de 9 jaar oudere broer van Emiel genomen. Die zat op de technische school en die zou huisschilder worden. Dit is echter vrij willekeurig.

Er wordt dus gekeken naar:

  • vaardigheden van het kind (op intellectueel niveau)
  • opleidings- en beroepswerkzaamheden van familielieden en;
  • de maatschappelijke status van het gezin.
18
Q

Wat houdt de “wat-nu-variant” in?

A

Bij de “wat-nu-variant” wordt er een zodanig bedrag toegekend, waardoor het slachtoffer redelijkerwijs de beste medische behandeling en verzorging kan blijven genieten en een, gelet op diens handicap, zo zinvol en aangenaam mogelijk leven kan genieten. Dit lijkt meer op de Zwolse benadering!

–> De Zwolse benadering: Josine (een 18 maanden oud meisje) was door een medische fout in het ziekenhuis blijvend invalide geworden en zij had voor de rest van haar leven verpleging nodig. De ouder kregen 250.000,- in een fonds ten titel van immateriële schadevergoeding. Als dit op was, dan zouden de ouders weer terug kunnen komen.

19
Q

Wat zijn de argumenten voor een “wat-nu-variant”?

A

1) er is nauwelijks iets te zeggen over de financiële toekomstverwachting van het kind zonder ongeval.
2) er is geen sprake van een op enige wijze normale terugkeer in de maatschappij.
3) Er is een sterk verzorgingscomponent met mogelijke financiële gevolgen voor het hele gezin.

20
Q

Welke 2 tendensen zijn er in het schadevergoedingsrecht?

A

1) De verruiming van het schadebegrip zodanig dat daar niet alleen financiële schade onder valt maar ook dat daar noties als autonomie, kwaliteit van leven, welzijn en zingeving onder valt. “Wat nu?” in plaats van “wat als?”; niet alleen bij kleine kinderen, maar ook bij volwassenen. Herstelgerichte benadering.

–> Ik neem je weer mee naar de schadebegroting bij jongen kinderen, want de vergelijking met de hypothetische situatie is daar heel speculatief. Je weet niet hoe het leven van een slachtoffer zich zou hebben ontwikkeld als de OD niet zou zijn gepleegd. We hebben de Amsterdamse benadering gezien (waarbij het oudere broertje als referentiepunt werd genomen) en de Zwolse benadering (waarbij men moest uitgaan van de nu ontstane situatie en in die situatie moet het slachtoffer zodanig schadeloos worden gesteld dat het mogelijk is om weer een vorm van autonomie in het leven te krijgen). Deze ontwikkeling is niet beperkt tot jonge kinderen maar komt ook steeds meer voor bij volwassenen. = dit is wat we noemen herstelgerichte benadering in het schadevergoedingsrecht.

2) Constitutionalisering van het schadevergoedingsrecht: aansprakelijkheid voor schending van fundamentele rechten (art. 2, 6 en 8 EVRM), ook zonder dat er directe materiële schade is geleden.

–> Deze benadering bepleit dat er ook aansprakelijkheid bestaat (en immateriële schadevergoeding o.g.v. art. 6:106 BW) bij de aantasting van fundamentele rechten. Dit gaat verder dan de heersende leer, want de heersende leer zegt dat het alleen kan als het om de schending van fundamentele recht gaat, gelet op de gevolgen daarvan. Als iemand je een klap geeft en je daar een blauw oog aan overhoudt, dan kan je daar wel een letselschadevergoeding voor krijgen (smartengeld), maar het is niet zo zwaar dat je in je fundamentele rechten wordt aangetast.

–> Een voorbeeld waarin schadevergoeding werd toegekend bij schending van fundamentele recht is het Oudejaarsrellen arrest: benadeelden werden tijdens oud en nieuw belaagd in hun eigen huis. Ze belden de politie maar die verscheen pas heel laat. Ze stelde de gemeente aansprakelijk voor het gedrag van de politie. Hun persoonlijke integriteit en veiligheid werd aangetast en de rechter kende de schadevergoeding toe.

–> Een voorbeeld waarin schadevergoeding werd toegekend bij schending van fundamentele recht is het Baby Kelly arrest: het ging hier om een schending van het zelfbeschikkingsrecht van de ouders om de zwangerschap af te breken.

21
Q

Waar wordt in de doctrine voor gepleit t.a.v. de schadebegroting?

A

Een soort Jan Modaal. Je moet een soort gemiddelde nemen, dus wat is het gemiddelde inkomensverloop van de gemiddelde Nederlander en dat moet je loslaten op die situatie.

22
Q

Wat maakt de concrete of abstracte schadebegroting uit voor de opeisbaarheid?

A

Bij concrete schadebegrotingen is de vordering pas opeisbaar vanaf het moment dat het slachtoffer de schade zelf aan een derde moet vergoeden (derde kan dan een ziekenhuis zijn).

Bij abstracte schadebegroting, is de vordering opeisbaar op het moment dat de schade ontstaat.

23
Q

Wat is affectieschade?

A

Affectieschade is de schade die iemand lijdt doordat een dierbare ernstig letsel oploopt of komt te overlijden (dus als een kind overlijdt dan heb je bijvoorbeeld nog de ouders).

24
Q

Hoe zat het met het toekennen van affectieschade voor 2019?

A

Affectieschade kwam tot voor kort niet in aanmerking voor vergoeding. Je had direct benadeelde als uitzondering alleen recht op verplaatste schade (6:107) of overlijdensschade (6:108) en dus niet als familie! De familie had o.g.v. 6:106, 6:107 en 6:108 geen recht op affectieschade! De wetgever had dit zo opgenomen omdat hij geen commercialisering van verdriet wilde of onsmakelijke procespraktijken.

De shockschade of schrikschade vergoeding werd weleens ingezet om als naaste toch de dader aan te kunnen spreken.

25
Q

Wat is shockschade?

A

Dit is de schade die men oploopt als gevolg van de schrik of schok die een (bijna) ongeval of de confrontatie met de gevolgen daarvan teweegbrengt (deze schade kan bestaan in zowel vermogensschade als immateriële schade).

26
Q

Wat is in het Shockschade arrest bepaalde?

A

In het Taxibus-arrest/oftewel Shockschade arrest werd een meisje (dat op straat speelde) overreden door een achteruitgaand taxibusje. De moeder van het meisje kwam naar buiten en werd geconfronteerd met de resten van haar dochter. In principe was er geen recht op affectieschade en het zou ook de rechtsvormen te buiten gaan volgens de HR als zij daar iets in zouden veranderen, want dat moet de wetgever doen. MAAR dat neemt volgens de HR niet weg dat overtreding van een verkeersnorm door de taxichauffeur misschien niet alleen onrechtmatig is jegens het kind - de direct benadeelde -, maar ook onrechtmatig is jegens degene die getuige is van het ongeval of direct met de gevolgen daarvan wordt geconfronteerd en een affectieve relatie met het directe slachtoffer onderhield waardoor direct verdriet wordt veroorzaakt.

–> Bij toewijzing van shockschade moest de rechter toen rekening houden met het feit dat hij geen schade toekent in het geval het verdriet het gevolg is van het overlijden van het slachtoffer, want dit is affectieschade. Hij mocht alleen toekennen indien het (geestelijke of psychische) leed het gevolg is van de confrontatie met het slachtoffer.

27
Q

Hoe zit het nu (na 2019) met de toekenning van affectieschade?

A

Nu is art. 6:107 (verplaatste schade) en art. 6:108 BW aangepast. Zo krijgen bepaalde personen als bepaald in art. 6:108 lid 3 BW hun schade vergoedt, maar ook personen die niet in dat lid staan, zie art. 6:108 lid 4 BW!

28
Q

Wat zijn de vereisten voor toekenning van affectieschade?

A

A. Aansprakelijkheid van de veroorzaker –> hij kan nog steeds een beroep doen op het ontbreken van causaliteit!
B. Ernstig en blijvend letsel zijn (overlijden valt hier ook onder), lichamelijk of psychisch blijvend letsel (moet medisch objectiveerbaar zijn). Wanneer is het dan heel ernstig?
C. Kring van gerechtigden (wie hebben aanspraak?). Er is een hardheidsclausule in de wet: het gaat er uiteindelijk om of iemand een nauwe en effectieve band met het slachtoffer onderhield.

29
Q

Wat zijn de kenmerken van verplaatste schade in de zin van art. 6:107 BW?

A

Het is een zelfstandig recht: want het is niet relevant of jegens de benadeelde onrechtmatig is gehandeld of toerekenbaar tekort is geschoten.

Exclusief recht: vergoeding van de posten die niet in dit artikel zijn genoemd, kunnen niet via een andere weg vergoed worden!

30
Q

Hoe zit het met artikel 6:100 BW?

A

Een groot deel van de letselschade wordt vergoed door de ziektekostenverzekeraars, maar deze uitkeringen komen in mindering op de door de laedens (veroorzaker) te vergoeden schade. = namelijk voordeel.

31
Q

Waar is de toekenning van toekomstige schade neergelegd?

A

In art. 6:105 BW.

32
Q

Op wat voor wijze kan de overlijdensschade beperkt worden in de zin van art. 6:108 BW?

A

Art. 6:108 BW omvat net als art. 6:107 BW een zelfstandig en exclusief recht. Deze kan worden beperkt door:

  • De kring van gerechtigden
  • De schadesoort
  • De schadeomvang