Arresten week 6 Flashcards

1
Q

Waar ging het Vehof/Helvetia arrest over?

A

In deze zaak lag de vraag voor naar de wijze van begroting van schade wegens verlies of
vermindering van arbeidsvermogen o.g.v. art. 6:99 BW. De Hoge Raad oordeelt dat het hof heeft nagelaten om te onderzoeken of Vehof zonder het ongeval buiten de verzorgende sector betaald werk zou hebben gevonden. Tevens oordeelt de Hoge Raad dat de vraag of een door een ongeval getroffene als gevolg van dat ongeval schade heeft geleden voor verlies van toekomstige inkomsten uit arbeid, moet worden beantwoord door vergelijking van de feitelijke inkomenssituatie na het ongeval met de hypothetische situatie bij het wegdenken van het ongeval. Hierbij komt het aan op de redelijke verwachting van de rechter over de toekomstige ontwikkelingen. Daarnaast hoeft Vehof, anders dan het hof stelt, niet aan te tonen dat zij de opleiding waarschijnlijk zou hebben voltooid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ging het van Sas/Interpolis arrest over?

A

Een lerares is blijvend arbeidsongeschikt nadat zij wordt aangereden. De vraag is of bij het begroten van de schade moet worden aangenomen dat ze tot haar 65e zou blijven zijn werken nu haar enige vrije keuze t.a.v. haar loopbaanontwikkeling is ontnomen?

Hoge Raad: De wet draagt de rechter in art. 6:97 BW op om de schade die niet nauwkeurig kan
worden vastgesteld te schatten. Gaat het om in de toekomst te lijden schade, dan moet de rechter,
als een periodieke uitkering niet in aanmerking komt, krachtens art. 6:105 BW de schade bij voorbaat begroten na afweging van goede en kwade kansen. De lerares ging dus alleen uit van het afwegen van de goede kansen (dat ze tot haar 65e zou werken), maar je moet dus ook van de kwade kansen uitgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is er in HR Oogmerk bepaald?

A

Art. 6:95 BW bepaalt dat schade die bestaat in ander nadeel dan vermogensschade slechts kan worden vergoed voorzover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. In art. 6:106 BW is vervolgens aangegeven in welke gevallen een recht op vergoeding van immateriële schade bestaat. Het Hof heeft geoordeeld dat de man bij de door hem gepleegde daad het oogmerk had nadeel dat niet in vermogensschade bestaat toe te brengen aan de vrouw.

Op deze situatie is art. 6:106 lid 1, aanhef en onder a BW, direct van toepassing, waardoor de vrouw recht heeft op vergoeding van deze immateriële schade. Het is dus omdat het onder sub a van het artikel kan
worden gebracht niet aan te merken als affectieschade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt het Coma arrest in?

A

Een man valt tijdens zijn werk uit een bouwlift naar beneden en raakt daardoor in een coma, waarbij hij eventjes bij zinnen is geweest waarna hij 6 weken later is overleden. De vraag is of de nabestaanden recht hebben op immateriële schade voor de periode dat de overledene in coma verkeerde?

De HR bepaalde dat smartengeld een hoogstpersoonlijk recht is en dat daarom onderscheid kan worden gemaakt tussen twee situaties:

  1. De benadeelde ontwaakt niet meer uit zijn bewusteloosheid: hij heeft dan geen recht op smartengeld en zijn nabestaanden dus dan ook automatisch niet.
  2. De tweede situatie is de situatie wanneer de benadeelde even bij kennis was. –> deze 2e situatie deed zich voor.

Rechtsregel: Tijdens een coma is weliswaar misschien geen sprake van pijn of verdriet bij het slachtoffer, maar er is wel sprake van gederfde levensvreugde. Daarom heeft een comapatiënt toch recht op smartengeld o.g.v. 6:106 lid 2 sub b BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het arrest Rijnstate/Reuvers in?

A

Mevrouw heeft een knobbel en laat deze verwijderen, maar achteraf bleek deze goedaardig te zijn en maar ook de lymfeklieren zijn onnodig verwijderd. Sinds de operatie heeft de vrouw van veel dingen last en zij kan huishoudelijke klussen niet meer doen. Deze huishoudelijke werkzaamheden worden overgenomen door haar echtgenoot. Hij neemt deze taken kosteloos van haar over en besteedt alleen vrije tijd aan de werkzaamheden, waardoor hij geen inkomensschade of andere materiële vermogensschade lijdt.

De HR maakt een verwijzing naar Johanna Kruidhof (verplaatste schade) en zegt dat in geval van letselschade de kosten van huishoudelijke hulp door de aansprakelijke persoon aan de benadeelde moeten worden vergoed, indien deze ten gevolge van het letsel niet langer in staat is de desbetreffende werkzaamheden zelf te verrichten, voor zover het gaat om werkzaamheden waarvan het in de situatie waarin het slachtoffer verkeert normaal en gebruikelijk is dat zij worden verricht door professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners’.

Het maakt daarbij niet uit de werkzaamheden feitelijk door iemand anders worden verricht (dus worden verricht door iemand die daar niets voor vraagt zoals de man).

–> Met deze uitspraak wordt door de Hoge Raad de mogelijkheid tot abstracte schadevergoeding voor verlies van tijd van naasten, besteed aan huishoudelijke hulp voor het slachtoffer bevestigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ging het Pollen/Linssen arrest over?

A

In dit arrest kon iemand die een yacht had gekocht deze niet gebruiken zoals hij ervan mocht verwachten.

Heeft Pollen recht op vermogensschade?
Hoge Raad: Nee, wanneer het voordeel de koper niet geheel is ontgaan of de uitgaven hun doel niet geheel hebben gemist, kunnen deze kosten niet aangemerkt worden als vermogensschade bestaande in gemist onstoffelijk voordeel. Daarbij komt dat de schade die inherent is aan het bezit van de zaak in beginsel voor risico van de bezitter blijft. Een gering functieverlies en de daaruit voortvloeiende genotsderving moeten evenals de te verwachten waardevermindering door de bezitter voor lief worden genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat werd bepaald in het X/Reaalverzekeringen arrest?

A

Een viertal jongeren in een auto hadden een ongeluk veroorzaakt, waarbij zij zijn doorgereden en door de andere (met het ongeluk betrokken) auto zijn achtervolgd. Hierdoor zijn de jongeren tegen een boom aangereden waarbij 3 van 4 jongeren zijn overleden. De familieleden wilde vergoeding van immateriële schade o.g.v. art. 6:106 lid 1 sub b BW.

Hoge Raad: In het onderhavige geval was voldaan aan het element van een nauwe affectieve
relatie: het ging om ouders, broers en een zus. Centraal stonden de twee andere voorwaarden van
Taxibus (directe waarneming en lijden aan een erkend psychiatrisch ziektebeeld).

Aan geen van beide is voldaan, maar, anders dan in Taxibus, was wel sprake van een opzettelijk veroorzaakt
verkeersongeval. De door de Hoge Raad te beslissen vraag was daarmee of ook in een geval van
opzet strikt de hand moest worden gehouden aan de beide voorwaarden van Taxibus. Het antwoord was nee.

Doordat er geen directe confrontatie was tussen de nabestaande en slachtoffers kon shockschade niet worden toegewezen. Directe confrontatie is dus een harde eis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is bepaalde in Reaal/Athlon Car Lease?

A

Een auto krijgt een ongeluk en deze is verzekerd door Reaal. Vervolgens wordt de auto hersteld, maar de reparateur Athlon krijgt hier korting op. Reaal wil ook profiteren van deze korting en stelt een verklaring voor recht in dat deze korting ook voor Reel geldt nu de schade wordt vergoed zoals benadeelde die heeft geleden. Athlon meent dat in dit geval een abstracte schadeberekening uitgangspunt dient te zijn, omdat het gaat om vergoeding van de waardevermindering van de auto als gevolg van de beschadiging.

In cassatie stelt de Hoge Raad voorop dat de rechter ingevolge art. 6:97 BW de schade dient te begroten op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Bij de berekening van zaakschade is uitgangspunt dat het nadeel dat geleden wordt gelijk is aan de waardevermindering van de zaak. In geval van schade aan auto’s kan een snelle en uniforme afwikkeling worden bevorderd door het hanteren van een forfaitair systeem, zoals het Audatex-systeem. Dat dit systeem geen rekening houdt met de omstandigheden van het concrete geval, zoals korting op uurtarieven, is in overeenstemming met het uitgangspunt dat zaakschade abstract moet worden begroot.

–> Het volgen van het standpunt van Reaal zou volgens de Hoge Raad bij zaaksbeschadiging van auto’s een onzeker element in de schadeberekening brengen, hetgeen afbreuk zou doen aan de snelle, eenvoudige en uniforme afwikkeling die juist bij dit soort zaakschades wenselijk is. Bovendien zou het volgen van dit standpunt leiden tot problemen van afgrenzing met andere soortgelijke gevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er bepaald in het Eiser/Vossen Laboratories Int.?

A

Bij beantwoording van de vraag of een persoonlijke predispositie aanleiding is voor een beperking van de omvang van de schadevergoedingsplicht (bijvoorbeeld door bekorting van de looptijd bij een werkgever art. 7:658 BW) komt het aan op een redelijke verwachting van de goede en de kwade kansen. Het hof heeft in dit geval de beperking van de looptijd tot 55-jarige leeftijd vanwege een psychische predispositie bij benadeelde ontoereikend gemotiveerd.

De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat een persoonlijke predispositie bij een benadeelde op zichzelf niet in de weg staat aan een integrale schadevergoeding. Hier geldt het adagium “take the victim as you find him” = Renteneurose arrest. Een predispositie kan echter wel meewegen bij de vaststelling van de omvang van de schade (zie o.m. Van Sas / Interpolis). Het ligt dan op de weg van de aangesproken partij om aannemelijk te maken dat de predispositie bij benadeelde ook zonder het ongeval op enig moment tot schade zou hebben geleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is bepaald in het EBI-arrest?

A

Enkele schending van fundamenteel recht onvoldoende voor aanspraak op smartengeld in de zin van art. 6:106 BW.

In cassatie klaagt eiser onder meer dat het hof heeft miskend dat bij schending van fundamentele rechten (art. 3, 5 en 6 EVRM) verondersteld moet worden dat nadeel is geleden, ook als geen sprake is van (feitelijk aangetoonde) immateriële schade als bedoeld in art. 6:106 lid 1 sub b BW. Volgens eiser dient dit nadeel te worden gecompenseerd met smartengeld, bovenop de al door de RSJ toegekende tegemoetkoming.

Eiser vond A-G Hartlief (gedeeltelijk) aan zijn zijde. Hij pleitte er in zijn conclusie voor dat de Hoge Raad terug zou komen van het Blauw oog-arrest en zou aanvaarden dat de enkele schending van een fundamenteel recht – ongeacht de gevolgen daarvan – in veel gevallen voldoende is voor een aanspraak op smartengeld (wegens een persoonsaantasting).

De Hoge Raad gaat daar niet in mee. Onder verwijzing naar eerdere rechtspraak schetst de Hoge Raad tamelijk uitgebreid wanneer aanspraak kan worden gemaakt op smartengeld wegens een persoonsaantasting als bedoeld in art. 6:106 lid 1 sub b BW. Daarbij stelt de Hoge Raad voorop dat van een dergelijke aantasting in elk geval sprake is in geval van geestelijk letsel. Vervolgens overweegt de Hoge Raad dat daarnaast de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, kunnen meebrengen dat van de in art. 6:106 lid 1, onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. De Hoge Raad noemt in dat kader het eerder aangehaalde Blauw oog-arrest. Overigens valt op dat de verwijzing naar de “aard” van de schending en de gevolgen daarvan in dat arrest nog niet voorkwam: daar ging het enkel om de “ernst” van beide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly