Week 5b Flashcards
Fiscaal voorrecht vs retentierecht
Degene die een retentierecht kan uitoefenen jegens de belastingschuldige, kan dat ook uitoefenen jegens de crediteuren van de belastingschuldige, dus ook jegens de fiscus (art. 3:292 jo 6:53 BW).
Art. 21 lid 2 IW geeft de beslagleggende fiscus, voorrang boven de pandhouder indien
a. Het pandrecht een bezitloos pandrecht is; (muv op voorraden, op vorderingen)
b. Het gaat om bodemzaken (art. 22 lid 3 IW)
Hoe kan een bezitloze pandhouder voorkomen dat de fiscus er met de verpande zaken vandoor gaat?
voordat de ontvanger beslag legt, de bezitloos verpande bodemzaken op te vorderen van de belastingschuldige / pandgever ex art. 3:237 lid 3 BW.
Kan de stille pandhouder de executie overnemen indien de fiscus een hogere voorrang heeft op de bodemzaken?
Js, Ook al heeft de fiscus een hogere voorrang dan de pandhouder ter zake van bezitloos verpande bodemzaken, de pandhouder blijft bevoegd om door de fiscus beslagen bodemzaken op te vorderen en de executie over te nemen (Art. 3:237 lid 3 jo art. 461 jo 496 lid 3 Rv) als hij uit de netto- opbrengst van die executie maar eerst de fiscus voldoet.
Wat is het bodemrecht van de fiscus?
ex. 22 lid 3 IW: De fiscus kan zich voor bepaalde belastingen verhalen op alle roerende zaken die duurzaam op de bodem van de belastingschuldige bij hem in gebruik zijn, ongeacht van wie die zaken zijn.
Voor welke belastingen geldt het bodemrecht niet?
Het bodemrecht geldt niet voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en naheffingen loonbelasting ten laste van werknemers.
Wat zijn bodemzaken?
22 lid 3 IW:
Ingeoogste of nog niet ingeoogste vruchten
Roerende zaken tot bebouwing of gebruik van het land
Roerende zaken tot stoffering van huis/landhoef voor zover die zaken zich tijdens de beslaglegging op de boven van de belastingschuldige bevinden
Wat zijn geen bodemzaken?
- onroerende goederen
-Zaken die niet voor blijvend gebruik op de bodem maar voor de omzet bestemd zijn (voorraden, grond en hulpstoffen, halffabricaten)
-Zaken die naar verkeersopvatting bestanddeel zijn van een gebouw ex 3:4 BW
Voertuigen/rollende zaken (niet duurzaam in gebruik)
o Let op: tractoren/machines (zoals bietenrooier) vallen wel onder bodemzaken, want die zijn bestemd tot bebouwing of gebruik van het land
- Brandstof (bestemd om door bijv. voertuigen te worden gebruikt)
Wat is de bodem?
Uit de jurisprudentie volgt dat het moet gaan om een perceel of gedeelte daarvan dat bij de belastingschuldige feitelijk in gebruik is en waarover hij onafhankelijk (zonder toestemming) van anderen de beschikking heeft; wie de eigenaar is, is niet relevant.
Wanneer wordt het terugvorderingsrecht van de derde tegenover fiscaal bodembeslag erkend?
1) onvrijwillig bezitsverlies, 2) de beslagen zaken vallen niet onder de omschrijving van art. 22 lid 3 Iw, 3) de belasting waarvoor beslag is gelegd, staat niet op de lijst van zakelijke belastingen.
Aerts q.q./ABN AMRO
Indien het voorrecht van de fiscus mede rust op stil verpande zaken en de fiscus het pandrecht ex art. 21 lid 2 IW niet behoeft te eerbiedigen, mag de fiscus niet tot uitwinning van verpande zaken overgaan zolang hij op overige goederen schuldenaar verhaal kan nemen; ook de curator — die ex art. 57 lid 3 tweede zin Fw belangen ontvanger behartigt — dient deze regel in acht te nemen. Voorrecht verbonden aan een ten tijde van faillissement reeds bestaande belastingvordering kan ook worden ingeroepen indien aanslag wordt opgelegd na aanvang faillissement en na verkoop bodemgoederen.
Art. 21 lid 2 IW: het fiscale voorrecht gaat boven alle andere voorrechten, met uitzondering van:
I. Artikel 3:287 (schadevergoeding en verzekering)
II. Artikel 3:288 onder a BW (kosten aanvraag faillietverklaring)
III. Artikel 3:284 voor zover de kosten zijn gemaakt na de dagtekening van het aanslagbiljet (voorrecht wegens kosten tot behoud)
Reele eigendom
Als er sprake is van reële eigendom is de derde daadwerkelijk eigenaar van de zaak, de fiscus zal dan dat recht accepteren.
- Van reële eigendom is sprake als de zaken zowel
juridisch als in economisch toezicht in overwegende mate aan hem toebehoren.
o Alle lusten en lasten die verbonden zijn aan het eigenaarschap ook toekomen aan de derde, dan is diegene economisch eigenaar.
Wel ontzien als reële eigendom (sprake van de uitzondering, fiscus kan bodemrecht hierdoor niet uitoefenen):
- Recht van reclame, huur, operational lease
Wat is niet ontzien als reële eigendom?
- Eigendomsvoorbehoud, huurkoop, financial lease
(door lage koopoptie ligt risico al bij lessee)
Bodemrecht en faillissement
De fiscus kan in een situatie van faillissement zijn bodemrecht op dezelfde manier te gelde maken als dat hij zonder faillissement zou doen.
o Bij faillissement belastingschuldige vervallen o.g.v. art. 33 Fw alle gelegde beslagen op diens goederen. Deze regel heeft alleen betrekking op hetgeen tot het vermogen van failliet behoort. Bij bodemrecht hebben we per definitie te maken met zaken die niet aan de failliet toebehoren, waardoor art. 33 Fw zich niet uitstrekt tot die zaken.