Week 5a Flashcards

1
Q

Overdracht onder ontbindende voorwaarde

A

Een verbintenis onder ontbindende voorwaarde tot overdracht van een goed verplicht meteen tot overdracht (= geldige titel voor overdracht). Bij vervulling van de ontbindende voorwaarde keert het goed uit he vermogen van de verkrijger automatisch terug in dat van de vervreemder (art. 3:84 lid 4 BW): de aan de verbintenis verbonden voorwaarde werkt door in de gevolgen van de overdracht. De vervulling van de ontbindende voorwaarde heeft goederenrechtelijke werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kan de verkrijger een zaak vervreemden als er sprake is van overdracht onder ontbindende voorwaarde?

A

Zolang de voorwaarde niet is vervuld, kan de verkrijger als rechthebbende over het goed beschikken. Indien de verkrijger het goed – waaraan de bijzonderheid kleeft dat het van rechtswege naar de vervreemder terugkeert indien de ontbindende voorwaarde intreedt – aan een derde overdraagt, dan verwerft de derde het goed met deze bijzonderheid (nemo plus- beginsel). Indien de voorwaarde zich verwezenlijkt, keert het goed van rechtswege uit het vermogen van de derde terug in die van de oorspronkelijke vervreemder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de grenzen aan de goederenrechtelijke werking van een overdracht onder ontbindende voorwaarde?

A

i. Voorwaarden mogen niet strijdig zijn met het goederenrechtelijk systeem, de wet of de openbare orde (art. 3:40 BW).

Als een voorwaarde probeert een zaak onoverdraagbaar te maken, heeft de vervulling ervan geen goederenrechtelijke werking (art. 3:83 BW).
Geen goederenrechtelijke werking als de zaak onder een ontbindende voorwaarde samengaat met een andere zaak of opgaat in een nieuwe zaak (art. 5:3, 5:41, 5:15 en 5:20 sub e). Ook niet als de voorwaarde eigenlijk een tijdsbepaling is (art. 3:85 BW).
ii. Derden-verkrijgers kunnen bescherming krijgen als ze niet wisten of hoefden te weten van de voorwaarde.

Bij registergoederen: als de voorwaarde niet ingeschreven is, kan bescherming geboden worden op basis van art. 3:24 BW. Ook art. 3:36 en art. 3:88 BW bieden bescherming. Zelfs als de voorwaarde vervuld is maar nog niet ingeschreven, kan bescherming geboden worden op basis van art. 3:24 BW.
Bij roerende, niet-registerzaken: derden te goeder trouw kunnen bescherming krijgen op basis van art. 3:86 of art. 3:36 BW.
Bij vorderingen op naam: bescherming wordt geboden aan derden te goeder trouw als de voorwaarde niet bekend was bij verkrijging en niet vermeld is in de akte van verkrijging, volgens art. 3:36 BW. Ook art. 3:88 BW biedt bescherming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een verbintenis onder opschortende voorwaarde tot overdracht

A

Partijen hebben de werking van de verbintenis tot overdracht in zijn geheel afhankelijk gesteld van een opschortende voorwaarde, het krijgt op al haar onderdelen niet eerder werking dan op het tijdstip waarop de voorwaarde intreedt. Dit betekent dat tot haar vervulling nog geen (direct werkende) verplichting voor de schuldenaar bestaat om door levering overdracht tot stand te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde

A

waarbij partijen alleen de rechtsovergang afhankelijk willen stellen van de vervulling van de voorwaarde, verplicht de vervreemder tot het direct tot stand brengen van overdracht, zij het tot een overdracht die enkel bij het in vervulling gaan van de voorwaarde rechtsovergang bewerkstelligt. De overdracht als rechtshandeling komt reeds direct tot stand, maar haar werking – de rechtsovergang – is opgeschort totdat is voldaan aan de voorwaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Goederenrechtelijke werking bij vervreemding door de vervreemder bij opschortende voorwaarde

A

Tot de voorwaarde vervuld is, blijft de vervreemder rechthebbende, zij het onder ontbindende voorwaarde.
Hij kan het goed blijven gebruiken, maar het blijft onder ontbindende voorwaarde in zijn vermogen.an een derde kan dus ook alleen een goed worden overgedragen, waaraan de bijzonderheid kleeft dat het aan hem komt te ontvallen zodra de voorwaarde in vervulling gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rabobank/Reuser

A

In dit arrest kent de Hoge Raad de koper direct al bij de totstandkoming van de overdracht onder eigendomsvoorbehoud een terstond ingaand eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde toe, waarvan de uitgroei tot een onvoorwaardelijk eigendomsrecht uitsluitend afhankelijk is van de vervulling van de opschortende voorwaarde.
Overdracht onder opschortende voorwaarde brengt geen opsplitsing van de eigendom over de verkoper en de koper teweeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Recht van reclame

A

De verkoper heeft de bevoegdheid om aan de koper afgeleverde, maar nog niet betaalde roerende zaken, niet-registergoederen terug te vorderen. De verkoper heeft dus een terugvorderingsrecht t.a.v. een afgeleverde roerende zaak, niet-registergoed, mits i.v.m. de niet- betaling van de koopprijs aan de eisen voor ontbinding is voldaan (art. 7:39 jo 6:265 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de cumulatieve vereisten van het recht van reclame?

A

Cumulatieve vereisten:
i. Roerende zaak, niet-registergoed aan de koper afgeleverd;
ii. De koopprijs moet niet zijn betaald en in verband daarmee
moet aan de vereisten voor ontbinding zijn voldaan (art. 6:265
BW);
iii. Het afgeleverde moet zich in dezelfde staat bevinden (art. 7:41
BW)
iv. Schriftelijke verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van recht van reclame?

A

 Tweetal van rechtswege intredende gevolgen:
1. Inroeping bewerkstelligt ontbinding, welke geen
terugwerkende kracht heeft
 De rechtsgrond voor de overdracht blijft in stand (art. 6:271 BW): wel ontstaat een persoonlijk recht op ongedaanmaking van de door de verkoper verrichte prestatie, de koper moet de geleverde zaak teruggeven.
2. Het recht van de koper of zijn rechtsverkrijger eindigt
 Eigendom valt terug aan degene die ten tijde van de overdracht eigenaar was.
 Eigendom hoeft niet noodzakelijkerwijs aan de verkoper terug te vallen: A leent zijn fiets uit aan B. B verkoopt en levert de fiets aan C, die B voor beschikkingsbevoegd mocht houden. C verwerft de fiets ex art. 3:86 BW. Omdat C niet betaalt, roept B het recht van reclame in, de terugval van eigendomsrecht geschiedt niet aan B, maar aan A.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer geniet een derde dierenbescherming bij het recht van reclame?

A

Een derde-verkrijger geniet bescherming tegen inroepen van het reclamerecht indien voldaan is aan deze cumulatieve vereisten:
i. Indien overeenkomstig art. 3:90 lid 1 of 3:91 BW is geleverd;
ii. De zaak niet in handen van de koper is gebleven;
iii. De overdracht anders dan om niet was, en;
iv. Hij redelijkerwijze niet behoefde te verwachten dat het
reclamerecht zou worden uitgeoefend (goeder trouw)
 Voor de bepaling is het moment van levering doorslaggevend
 Normale oplettendheid is vereist, terwijl de omstandigheden kunnen meebrengen dat nader onderzoek is vereist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Werking reclamerecht in faillissement en bij beslag (art 7:40 BW)

A

Het uitoefenen van reclamerecht onttrekt de zaak aan verhaal door andere schuldeisers van de koper. Terugvordering blijft in faillissement zonder gevolg indien door de curator binnen een aan hem door de verkoper bij diens verklaring te stellen redelijke termijn de koopprijs wordt betaald of voor deze betaling zekerheid wordt gesteld: buiten deze gevallen heeft de uitoefening van het reclamerecht ook in faillissement terugval van eigendom tot gevolg. De verkoper kan o.g.v. het aan hem teruggevallen eigendomsrecht de zaak uit de boedel revindiceren.
Ook eenvoudig verhaalsbeslag ten laste van de koper op de zaak vervalt door inroeping van het reclamerecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe vervalt het reclamerecht?

A

Het recht van reclame eindigt na het verstrijken van de vervaltermijnen (7:44 BW, let op het gaat om cumulatieve termijnen) en bij verandering van de staat (art. 7:41 BW, denk bijv. aan zaaksvorming). Verlies van of verandering in de zakenrechtelijke identiteit van de zaak door natrekking, vermenging of zaaksvorming leidt dus tot verval.
Het reclamerecht vervalt pas als beide termijnen zijn verstreken!
Het recht vervalt ook door voldoening van de vordering van de verkoper.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor welke vorderingen is eigendomsvoorbehoud mogelijk?

A

(art. 3:92 BW)a. Betreffende de tegenprestatie voor door de vervreemder aan de verkrijger krachtens overeenkomst geleverde of te leveren zaken;
 Van de daartegenover staande leverantie,
 Van leveranties die in het verleden hebben plaatsgevonden
 Van toekomstige leveranciers
b. Betreffende de tegenprestatie krachtens een zodanige overeenkomst tevens t.b.v. de verkrijger verrichte of te verrichten werkzaamheden;
 Dit brengt mee dat, wanneer voor levering en bijzondere werkzaamheden één bedrag is overeengekomen, de leverancier die zijn eigendomsvoorbehoud wil uitoefenen, de vordering niet alsnog hoeft te splitsen in een deel dat de koopprijs en een deel dat de bijkomende werkzaamheden betreft.
 Er dient voldoende samenhang te bestaan tussen het geleverde en de werkzaamheden. Doorgaans is dit aanwezig indien sprake is van een functionele relatie.
c. Wegens tekortschieten in de nakoming van zodanige overeenkomsten.
 Een contractueel geregeld recht op schadevergoeding;
 Het wettelijk recht op schadevergoeding wegens wanprestatie

->Anders nietig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kan de eigendomsvoorbehoud op vervaardigde eindproducten?

A

Nee, Onderdelen, halffabricaten, materialen en grondstoffen verliezen doorgaans in een fabricageproces door natrekking, vermenging of zaaksvorming hun zakenrechtelijke identiteit, waardoor zij als zaak en daarmee als object van de eigendom tenietgaan. Met de zaak, gaat ook de – door de verkoper voorbehouden – eigendom van de zaak teniet.

De vervreemder van een zaak (verkoper) kan geen rechtsgeldig beding bewerkstelligen dat zijn eigendomsvoorbehoud zich voortzet in het geproduceerde.
Art. 5:14 jo 3:4 BW zijn van dwingend recht, zodat een daartoe strekkend beding hen niet kan breken. Hetzelfde geldt voor art. 5:3 BW.
In geval van zaaksvorming gaan de nieuwe zaken toebehoren aan de producent. Een toeleverancier kan de originaire eigendomsverkrijging van de producent niet opzijzetten door te bedingen dat hij eigenaar van de nieuwe zaken wordt.
Wordt in een dergelijk beding tevens een levering bij voorbaat d.m.v. een geanticipeerd constitutum possessorium ingelezen, dan leidt levering ex art. 3:84 lid 1 BW tot een mislukte overdracht omdat haar titel tot zekerheid strekt.
De toeleverancier kan wel bij voorbaat een stil pandrecht vestigen op wat de producent heeft gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kan de koper de zaak vervreemden indien er sprake is van eigendomsvoorbehoud?

A

In de praktijk is de koper in zijn relatie met de verkoper bevoegd om de zaak binnen het kader van de normale bedrijfsuitoefening te vervreemden: afhankelijk van de rechtsverhouding met de koper. Is de in eigendom voorbehouden zaak niet tot bedrijfsmatige doorverkoop bestemd, dan zal de koper o.g.v. zijn rechtsverhouding met de verkoper niet bevoegd zijn om de zaak te vervreemden. In dat geval is uitdrukkelijke toestemming door de verkoper noodzakelijk.

17
Q

Wat als de koper onbevoegd was tot de vervreemding van de zaak (eigendomsvoorbehoud)?

A

Brengt de interne rechtsverhouding tussen koper / verkoper niet de bevoegdheid voor koper mee de zaak over te dragen, dan kan de koper geen overdracht aan een derde tot stand brengen. De derde is dan aangewezen op bescherming door art. 3:86 BW:
i. Geslaagde levering
ii. Goeder trouw van derde
a. Mocht de derde de vervreemder bevoegd achten?
b. Het enkele feit dat de derde-verkrijger op de hoogte is van het
feit dat er een eigendomsvoorbehoud bestaat, hoeft niet mee
te brengen dat hij niet te goeder trouw is.
Dat de koper onbevoegd is om de eigendom voorbehouden zaak over te dragen, staat er niet aan in de weg dat hij wel beschikkingsbevoegd is m.b.t. het zijn terstond ingaande eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde. Overdracht daarvan leidt niet tot verkrijging van de zaak door de derde. Daarvoor moet eerst de voorwaarde in vervulling gaan.

18
Q

Wat als de koper afgifte weigert van een zaak (eigendomsvoorbehoud)?

A

Indien de koper niet vrijwillig meewerkt aan de gevorderde afgifte, kan de verkoper dit door reële executie afdwingen (art. 491 e.v. Rv): hiervoor is een executoriale titel vereist.

19
Q

Uitoefening eigendomsvoorbehoud in faillissement en bij beslag

A

De door de verkoper in eigendom voorbehouden zaak valt buiten de failliete boedel, zodat zij niet blootstaat aan verhaal door de in faillissement opkomende schuldeisers.
De verkoper kan als regel zijn (voorbehouden) eigendom inroepen tegen een schuldeiser van de koper die op de onder eigendomsvoorbehoud overgedragen zaken een executoriaal verhaalsbeslag legt.

20
Q

Verval eigendomsvoorbehoud

A

i. Bevoegde vervreemding door de koper die onder
eigendomsvoorbehoud geleverd heeft gekregen (969b);
ii. Tenietgaan van de juridische zelfstandigheid van de zaak waarop de
eigendom is voorbehouden door natrekking, vermenging en
zaaksvorming (967);
iii. Het door betaling in vervulling gaan van de voorwaarde waaronder
de zaak is overgedragen.
 Art. 3:92 lid 2 BW
4)De verkoper kan zijn voorbehouden eigendom ook verliezen ex art. 3:86 lid 1 BW, doordat de koper de zaak verkoopt en levert aan een derde te goeder trouw, zonder dat hij daartoe toestemming had van de verkoper.

21
Q

Waarom is eigendomsvoorbehoud niet in strijd met het fiduciaverbod ex art. 3:84 lid 3 BW?

A

Het eigendomsvoorbehoud komt niet in strijd met het fiduciaverbod omdat het een andere functie vervult dan de traditionele zekerheidseigendom die onder het fiduciaverbod valt.

Het fiduciaverbod verbiedt de overdracht van eigendom als zekerheid voor een schuld, omdat dit de verkrijger meer recht (eigendom) zou geven dan gerechtvaardigd is. Dit zou de belangen van de vervreemder (verkoper) kunnen schaden.

Het eigendomsvoorbehoud daarentegen houdt het uitgangspunt in stand dat partijen gelijktijdig moeten presteren. Hoewel de zaak al aan de koper wordt overhandigd, wordt het eigendomsrecht uitgesteld door een opschortende voorwaarde. Dit dient ter bescherming van de verkoper tegen insolventie van de koper. Het eigendomsvoorbehoud biedt dus geen zekerheid voor de betaling van de koopprijs, maar voor de ongedaanmaking van de overdracht.

Kortom, het eigendomsvoorbehoud heeft een andere functie dan de traditionele zekerheidseigendom en dient niet als middel om de verkrijger meer recht te geven dan gerechtvaardigd is, waardoor het niet in strijd is met het fiduciaverbod.

22
Q

Eigendomsvoorbehoud vs pandrecht (fiduciaverbod)

A

 Met het pandrecht kan voldoening van een bepaalde prestatie worden gerealiseerd, terwijl het eigendomsvoorbehoud is gericht op het behoud van de eigen prestatie.
 Het pandrecht biedt zekerheid voor een bepaalde vordering van een ander, terwijl het eigendomsvoorbehoud zekerheid biedt voor het behoud van het voorwerp van de eigen prestatie van de verkoper (verkochte zaak).
 Eigendomsvoorbehoud is geen klassiek zekerheidsrecht, en dus ook geen accessoir / afhankelijk recht.

23
Q

Hoogovens/Matex

A

Indien goederen onder eigendomsvoorbehoud worden geleverd en deze vervolgens worden doorverkocht, rust er op de derde verkrijger geen informatieplicht naar de beperking van de beschikkingsbevoegdheid van de doorverkoper, indien er geen feiten (normale afwikkeling relatie tussen koper en verkoper) zijn die daartoe aanleiding geven. De derde verkrijger mag er dan vanuit gaan dat de doorverkoper beschikkingsbevoegd is.

24
Q

Breda/Antonius

A

Een eigendomsvoorbehoud kan ten einde komen door het vormen van nieuwe zaken. Het eigendomsvoorbehoud kan niet worden verlengd tot een nieuw gevormde zaken.

25
Q

Drietrapsraket eigendomsvoorbehoud:

A

I. Vermoeden van verbintenis tot overdracht onder
opschortende voorwaarde (3:92 lid 1 BW) (Titel)
II. Levering ter uitvoering van een verbintenis tot
overdracht onder opschortende voorwaarde door
machtsverschaffing (art. 3:91 BW) (Levering)
III. Vervulling van de voorwaarde heeft
goederenrechtelijke werking (3:84 lid 4 BW)

26
Q

voorwaardelijk eigendomsrecht

A

Hoge Raad:
o De verkrijger onder eigendomsvoorbehoud
heeft (voordat betaling heeft plaatsgevonden) reeds een voorwaardelijk eigendomsrecht. Over dit recht kan hij ook beschikken: hij kan het vervreemden en er een beperkt recht op vestigen.
o In geval van vestiging van een pandrecht op de voorwaardelijke eigendom, komt het pandrecht (nadat de voorwaarde door betaling in vervulling is gegaan) van rechtswege op de zaak te rusten
o Een tussentijds faillissement van de verkrijger onder eigendomsvoorbehoud staat hieraan niet in de weg! (want pandrecht reeds voordien rechtsgeldig tot stand gekomen)

27
Q

Gedurende de periode van onzekerheid:

A
  • Verkoper = eigenaar onder ontbindende voorwaarde
  • Koper = eigenaar onder opschortende voorwaarde
  • Beiden hebben een overdraagbaar recht, dat
    onderworpen is aan de voorwaarde
    o Nemo-plus-regel: je kunt niet meer overdragen
    dan dat je zelf hebt!
28
Q

Verpanding gedurende de periode van onzekerheid:

A

Verpanding van voorwaardelijke eigendom doet terstond een onvoorwaardelijk pandrecht ontstaan op het voorwaardelijk eigendomsrecht.
- Voorwaardelijk eigendomsrecht blijft afhankelijk van vervulling van de voorwaarde
- Wanneer vervulling van de voorwaarde onmogelijk wordt, vervalt het voorwaardelijk eigendomsrecht.

29
Q

Recht van reclame stappenplan:

A

Stap 1: Is er sprake van een roerende zaak, niet-registergoed?
Stap 2: Is in verband met de niet-betaling van de koopprijs voldaan aan de eisen van ontbinding (6:265 BW)?
Stap 3: Is de staat van de zaak onveranderd?
Stap 4: valt het binnen de vervaltermijnen van art. 7:44 BW?
Stap 5: is er een beroep mogelijk op de derdenbescherming van art. 7:42 BW?
Is de zaak in handen van de koper gebleven?→geen beroep mogelijk op derdenbescherming van art. 7:42 BW!
De zaak niet meer in handen van de koper?
- Art. 7:42 lid 1 BW: derde wordt beschermd indien:
o De zaak anders dan om niet is overgedragen
o Overeenkomstig art. 3:90 lid 1 of 3:91 BW
o Aan een derde die ‘redelijkerwijs niet behoefte te
verwachten dat het recht zou worden uitgeoefend

Stap 6: Aan alle vereisten voldaan en er is geen beroep op derdenbescherming mogelijk?
Dan: verkoper kan zich beroepen op het recht van reclame.

Gevolgen in art. 7:39 lid 1 BW:
- Ontbinding koopovereenkomst
- Het recht van de koper of zijn rechtsverkrijger eindigt.
- Verkoper wordt weer eigenaar. Verkoper mag met de zaak
doen wat hij wil en hoeft niet te executeren.