Week 5 - Neurologie Flashcards
Welke functies zijn nodig voor handelingen en gedrag?
Waarnemen: zintuigen (somatosensibele zenuwen en autonome zenuwen)
Centrale verwerking: nodig bewustzijn, aandacht en oriëntatie
Motore reactie: reflex
Waar bestaat het centrale zenuwstelsel uit?
Grote hersenen (cerebrum)
Kleine hersenen (cerebellum)
Hersenstam (mesencephalon, pons, medulla oblongata)
Ruggenmerg
Hoe zijn grijze en witte stof verdeelt in de hersenen? En hoe in het ruggenmerg?
In de hersenen: grijze stof aan de buitenkant (cortex) en witte stof aan de binnenkant.
In het ruggenmerg: grijze stof aan de binnenkant en witte stof aan de buitenkant.
Grijze stof = celkernen
Witte stof = axonen
Op de CT-scan zijn de kleuren omgedraaid
Waar is de kruising van de pyramidebaan?
Aan het begin van de medulla oblongata.
Laesie boven de kruising rechts, last links.
Laesie onder de kruising rechts, last rechts
Hoe kunnen sensibele zenuwen opgedeeld worden?
Gnostische sensibiliteit: door mechanoreceptoren en voelen druk, vibratie, bewegingszin en positiezin
Vitale sensibiliteit: door vrije zenuwuiteinden die pijn en temperatuur kunnen voelen
Gnostisch zijn dikke snelle vezels, pijn relatief dunne en langzame vezels
Hoe verlopen gnostische en vitale sensibiliteit in het ruggenmerg?
Vitaal komt binnen aan de achterzijde, de uitloper maakt een synaps en de vezel gaat dan naar de voorkant/zijkant, dan gaat hij omhoog naar de thalamus. Dus, eerst synaps, dan omhoog.
Gnostisch komt binnen aan de achterzijde, gaat omhoog en maakt onderaan de hersenstam een synaps en steekt zo over naar de andere kant.
Unilateraal iets mis in het ruggenmerg: ene kant geen vitaal en aan de andere kant geen gnostisch.
Wat is de belangrijkste stimulerende neurotransmitter?
Glutamaat
Wat is de belangrijkste inhalerende neurotransmitter?
GABA
Wat is de proef van Romberg?
Testen van de cerebellum door de vinger op de neus te leggen met de ogen dicht. Hierbij haal je de visuele correctie weg.
Waar wordt er naar gekeken bij het neurologisch onderzoek?
Bewustzijn en oriëntatie
Hogere corticale functies
Hersenzenuwen
Motoriek: kracht, coördinatie, vaardigheid, tonus, reflexen
Sensibiliteit: vitaal en gnostisch
Welke bevindingen vindt je bij welke lokalisatie?
Centraal = hoge tonus, hoge reflexen
Perifeer = lage tonus, lage of afwezige reflexen, atrofie, fasciculaties
Cerebellair = gestoorde coördinatie, cerebellaire tremor
Basale kernen = gestoorde bewegingen
- Te weinig = hypokinetisch rigide syndroom
- Te veel = chorea, tics
Wat zijn fasciculaties?
Kleine kriebeltjes onder de huid die samentrekken. Het is geen kramp, omdat het kleine onderdelen van de spier zijn die samentrekken. Geeft aan dat de motorunits uitvallen welke in de voorhoorn liggen. Wordt gezien bij voorhoornaandoeningen zoals polio en amnotrofische lateraal sclerose (ALS)
Uit welke delen bestaan de grote hersenen en welke functies liggen daar?
Frontale kwab: cognitief, concentratie, gedrag, motor cortex
Temporaal kwab: horen, associatie van geluid, reuk
Parietale kwab: spraak, smaak, lezen, sensorische cortex
Occipitale kwab: zicht, herkenning van zicht
Waar komt de a. vertebralis in uit?
In de a. basillaris
Wat is het verschil tussen gebied van Wernicke en Broca?
Broca zit aan de voorkant van de hersenen en zorgt voor productie van taal.
Wernicke zorgt voor het begrijpen van taal en zit meer achterin, achter de sulcus centralis.