Week 2 - Hartfalen Flashcards
Wat is de epidemiologie van hartfalen?
- Mannen hebben meer risico om jonger hartfalen te ontwikkelen –> door roken en myocardinfarct
- Vrouwen vooral door hypertensie
- Disfunctioneren + abnormale belasting
Wat zijn compensatiemechanismen van hartfalen?
Frank Starling mechanisme = fysiologisch mechanisme waarbij volume groter wordt. Meer vocht in het hart waardoor druk opgehoogd kan worden. Hart gaat hierdoor vergroten. Eind diastolisch volume vergroot.
Actine- en myosinefilamenten worden opgerekt waardoor ze krachtiger samen kunnen trekken.
Systemische respons - RAAS = renine-angiotensine-aldosteron-systeem waardoor zout- en vochtretentie. Baroreceptoren in de niervaten.
Systemische respons - Autonome zenuwstelsel = hogere hartslag door verminderde pompkracht
Systemische respons - Natriuretische peptiden = pro-BNP om natrium uit te plassen. Maat voor hartfalen.
Welke vormen van hartfalen zijn er?
HFrEF: LVeF < 40%
HFmrEF: LVeF<41-49%
HFpEF: LVeF > 50% + objectief bewijs van structurele en/of functionele afwijkingen consistent met de aanwezigheid van LV diastolisch disfunctioneren
Wat is een normale ejectiefractie?
50-60%
Welke vorm van hartfalen komt voornamelijk voor bij welke patiëntengroep?
HFpEF bij oudere mensen als gevolg van hypertensie.
HFrEF komen sneller in het ziekenhuis, want klachten zijn eerder prominent.
Wat zijn bevindingen bij lichamelijk onderzoek passend bij hartfalen?
Vochtretentie, basale crepitates longen, tachycardie, tachyonen, orthopneu, apex naar lateraal verschoven, 3e harttoon
Wat zijn leefregels voor hartfalen patiënten?
- Overgewicht verminderen: vergroot belasting voor het hart
- Vochtbeperking: 1,5-2 liter/dag
- Zoutbeperking: 3 gram/dag
- Alcohol: maximaal 1-2 eenheden per dag
- Voldoende rust
- Voldoende lichaamsbeweging
Wat is de farmacotherapie van chronisch hartfalen?
Diuretica
ACE-inhibitor of ARNI
Beta-blokker
Mineralocorticoidreceptor antagonist (spironolactone, eplerenon)
SGLT2-inhibitor (dapaglifozin, empaglifozin)
Ivabradine
Wanneer wordt een ICD aangeraden bij HFrEF?
Bij LVeF <35% + QRS <130 ms
Wanneer wordt een SGLT2-remmer toegevoegd?
Bij NYHA klasse II-IV
Welke elektrolyt kan stijgen door ACE-remmers?
Kalium –> hyperkaliemie.
Als kalium > 5,5 –> dosis halveren en kalium controleren
Als kalium > 6 –> stoppen ACE-remmer
Wat is ARNI?
Angiotensine receptor neprilysin inhibitor.
Neprilysin remt en blokkeert natriuretische peptiden.
Wordt gegeven aan patiënten minimaal NYHA klasse II, ondanks optimale ACE-remming, beta-blokkers en MRA-antagonisten.
Niet combineren met ACE-remmers, risico op hoge spiegels bradykinine.
Wat zijn contra-indicaties voor beta-blokkers?
- 2e en 3e graad AV-blok, sinus bradycardie (50/min)
- Traag atriumfibrilleren
- Astma (COPD is geen contra-indicatie)
Wat zijn bijwerkingen van beta-blokkers?
Symptomatische hypotensie
Toename hartfalen
Bradycardie
Hoe werken SGLT2-remmers?
Bevorderen natriurese en glucosurie in de renale tubulus. Gunstig voor zowel HFpEF als HFrEF.
Voor iedereen, behalve slechte nierfunctie (GFR <20).
Kan samen met insuline wel hypoglycaemie gebruiken –> niet geïndiceerd bij insulinegebruikende DM-patienten.
Wat is een ICD? En wat zijn indicaties?
Intracardiale defibrillator device voorkomt plotse hartdood. Geindiceerd bij:
- Patienten met slechte pompfunctie
- >3 maanden ingesteld op medicatie
- >1 jaar levensverwachting
Wat is CRT? En wat zijn indicaties?
Cardiac resynchronizatie therapie is een soort ICD + epicardial draad waardoor synchroon gepaced kan worden en er versmalling van QRS-complex optreedt –> positieve remodelling. Geïndiceerd bij:
- LVeF <35%
- Sinusritme
- QRS >120 ms
- Linkerbundeltak blok
- Patienten met NYHA klasse II-IV
Wat is acuut hartfalen en wat is de behandeling?
= decompensatie van chronisch hartfalen of patienten die nog nooit hartfalen hadden. Hierdoor ontstaan hoge drukken in longvenen waardoor longoedeem. Behandeling:
- i.v. nitraten/lisdiuretica
- Dopamine
- Dobutamine
- Fosfodiesterase remmers
- Calciumsensitizer
Welke verdeling wordt er gemaakt onder cardiomyopathieen?
Primair: alleen of voornamelijk het hart aangedaan
Secundair: cardiale dysfunctie onderdeel van systeemziekte
- SLE
- Amyloidose
- Sarcoidose
- Schildklierdysfunctie
Gedilateerde cardiomyopathie
Sprake van dilatatie van de LV en systolische dysfunctie in afwezigheid van abnormale ladingscondities of coronairlijden. Afwijkingen in RV zijn niet noodzakelijk, maar doet soms mee.
Microscopisch: sterfte myocyten, hypertrofie van resterende myocyten en fibrosering
DCM is meest voorkomende cardiomyopathie ter wereld
Dilatatie LV –> papillairspieren uit elkaar getrokken –> mitralis insufficiëntie