Week 2 - Kleplijden Flashcards
Wat is preload?
Einddiastolische vulling waardoor er rek komt op de sarcomeren. Teveel vulling zorgt voor uitrekking waardoor verlaging van de preload en dus ook ver verlaging van de cardiac output.
Wat is afterload?
De weerstand waartegen het hart in moet pompen, zoals de aortaklep. De totale linkerventrikel afterload bestaat uit valvulair en vasculair deel.
Hoe verandert afterload en preload bij een mitralis insufficiëntie, aorta stenose en aorta insufficiëntie?
Mitralis insufficiente –> verlaagde afterload en verhoogde preload
Aorta stenose –> verhoogde afterload
Aorta insufficiente –> verhoogde afterload en verhoogde preload
Hoe verandert het hart bij concentrische hypertrofie en bij excentrische hypertrofie?
Concentrische hypertrofie: wanddikte neemt toe, maar volume blijft ongewijzigd. Sarcomeren nemen in breedte toe. Bij drukbelasting.
Excentrische hypertrofie: wanddikte blijft normaal of neemt af, maar het volume neemt toe. Sarcomeren rekken zich uit in de lengte. bij volumebelasting.
Welke twee vormen van mitralis insufficiëntie zijn er?
Acute MI: verhoogde preload, verlaagde afterload. Verhoogde druk in atria, waardoor longoedeem.
- Presentatie: orthopeed, malaise, gebruik hulpademhalingsspieren en longoedeem.
- Groot drukverschil tussen atrium en ventrikel –> kort geruis
Chronische MI: verhoogde preload, verlaagde afterload. Normale tot licht verhoogde druk in atria door dilatatie.
- Minder drukgradient waardoor holosystolisch geruis
Oorzaken van MI door problemen met de annulus.
Dilatatie van de annulus door:
- Atriumfibrilleren (chronisch)
- Niet-ischemische cardiomyopathie (chronisch en acuut)
Oorzaken van MI door problemen met de klepbladen.
Destructie door endocarditis (acuut)
Oorzaken van MI door problemen met de chordae.
Elongate of ruptuur door fibro-elastine deficientie, ziekte van Barlow, cardiomyopathie en trauma (acceleratie/decceleratie trauma).
Presentatie: chronisch en acuut
Oorzaken van MI door problemen met de papillairspier
Ruptuur door een STEMI met acute presentatie
Wat voor soorten insufficiëntie kunnen ontstaat voor problemen met de annulus?
Atriumfibrilleren –> dilatatie LA –> symmetrische dilatatie annulus –> centrale insufficiëntie.
Non-ischemische cardiomyopathie –> dilatatie LV –> symmetrische dilatatie annulus –> centrale insufficiëntie.
Ischemische cardiomyopathie –> deel van de wand en/of papillairspier sterft af –> asymmetrische dilatatie annulus –> excentrische insufficiëntie.
Endocarditis –> perforatie klepbladen –> excentrische insufficientie.
Chordae elongatie –> excentrische insufficiëntie
Door welke coronairen worden de papillairspieren doorbloedt?
a. circumflex (achterzijde naar apex)
rechter coronair (posterolateraal)
Wat is de therapie voor mitralis insufficiëntie?
Mitralis plastiek (MVP): voorkeur, want het hart blijft intact
Mitraalklep vervanging (MVR)
Welke twee vormen van aorta insufficiëntie zijn er?
Acute AI: verhoogde preload en verhoogde afterload + sterk verhoogde druk in LV waardoor verhoogde druk in atrium –> longoedeem
Chronische AI: verhoogde preload en verhoogde afterload + verhoogde druk in LV en normale tot licht verhoogde druk in atrium door remodelling (dilatatie)
Wat is de etiologie van een aorta insufficiëntie?
Acuut:
- Aorta dissectie
- Trauma
- VSD
- Endocarditis
- Myxomateus
- Calcificatie door ouderdom
- Valvuloplastiek
Chronisch
- Ongecontroleerde hypertensie
- Coarctatie van de aorta
- Bicuspide aortastenose
- Calcificatie door ouderdom
Wat zijn kenmerken van een ernstige aorta insufficiëntie?
Lage onderdruk
Druk wordt doorgegeven door het hele lichaam (hartslag door hele lichaam te voelen)
Pistol shot in de a. femoralis
Teken van Duroziez: druk met de stethoscoop de a. femoral dicht waardoor er turbulentie ontstaat. Door verder te drukken met de rand, ontstaat diastolisch geruis omdat het bloed weer terug gaat.
Wat is de therapie van aorta insufficiëntie?
Acuut:
- Etiologie
- Op basis van ernst en hem-dynamiek
- Een vroege SAVR
Chronisch:
- Ernst van de klachten en insufficiëntie
- Effect linkerventrikel: LVeF < 50%, LVEDV > 50 mm
Welke soorten fibrose zitten op de klep bij een aortastenose?
In de vroege fase interstitieel reactive fibrose, maar later interstitieel replacement fibrose. Door klepvervanging, kan reactive fibrose wegtrekken, maar replacement fibrose blijft altijd zitten.
Wat zorgt voor verhoogd risico op endocarditis?
Reumatische ziekten
Congenitaal
Degeneratief
Sepsis
i.v. drugsgebruik
Atherosclerose
Systemische ziekten
Vreemd materiaal (kunstklep)
–> functionele of morfologische schade
Hoe nestelen bacteriën zich in het endotheel?
Verschillend tussen beschadigd endotheel of geinflammeerd endotheel.
Bij degeneratieve endotheelschade is er veel meer interactie met eiwitten zoals fibrine, Von Willebrandfactor.
Bij geinflammeerd endotheel speelt meer het cellulaire element een rol, zoals geactiveerde plaatjes en witte bloedcellen.
Welke verwekkers veroorzaken een endocarditis?
22% staphylococcus
20% streptococcus
16% enterococcus
Onder welke omstandigheden ontstaat endocarditis?
70% door de omgeving/community
30% door nosocomial omstandigheden
Hoe wordt de diagnose endocarditis gesteld?
Op basis van FROM JANE
- Fevers
- Roth spots (kleine puntvormige bloedingen in de retina)
- Osler Nodules (pijnlijke erythemateuze nodules)
- Murmur
- Janeway laesies (niet-pijnlijke erythemateuze appels, niet zacht)
- Anemie
- Nagelbed bloedingen
- Embolie –> stroke
Hoe wordt endocarditis behandeld?
Altijd antibiotica i.v.
Overweeg chirurgie
Wanneer is chirurgie geïndiceerd bij endocarditis?
Hartfalen
Perivalvulaire infectie
Ongecontrolleerde infectie
Endocarditis van een klepprothese
Grote vegetatie
Grote embolie
Hartblok