Week 4 - ECG Flashcards
Welke afleidingen passen bij welk deel van het hart?
Onderwand: 2, 3, aVF
Voorwand: tussen V1 en V4
Lateraal: 1, aVL, V5 en V6
Wat zijn reciproke depressies?
ST-depressie aan de tegenovergestelde kant van de ST-elevatie (waar het infarct zit)
In welke volgorde activeren de kamers?
- Septum van links naar rechts
- Richting apex
- Beide kanten over de apex naar linker- en rechterkamer
- Linker laterale wand is het laatste
Hoe verloopt de actiepotentiaal van atriaal en ventriculair weefsel?
Depolarisatie fase (fase 0) is scherp, gevolgd door overshoot, plateaufase, repolarisatie en rustfase. De rustfase is vlak.
Hoe verloopt de actiepotentiaal van geleidingsweefsel?
SA-knoop en AV-knoop hebben geen steile fase 0, behalve Purkinjevezels. Rustpotentiaal loopt rustig op in al het geleidingsweefsel = funny current (langzame natriumlekkage door de celwand tot depolarisatiedrempel wordt bereikt). Hierdoor kan de AV-knoop het van de SA-knoop overnemen.
Uit welke vectoren bestaat de resultant vector?
Initiele vector van het septum
Hoofdvector in de richting van de apex
Terminale vector richting basale laterale wand
Wat is de driehoek van Einthoven?
Linkerarm positief, rechterarm negatief, linkerbeen positief, rechterbeen neutraal.
Lead 1 = van rechterarm naar linkerarm
Lead 2 = van rechterarm naar linkerbeen
Lead 3 = van linkerarm naar linkerbeen
Lead 1 + Lead 3 = Lead 2
Welke hartassen zijn er?
Intermediair/normaal = 90º en -30º
Linker hart-as = -30º en -90º
Rechter hart-as = 90º en 180º
Extreme hart-as = 180º en -90º
Uit welke componenten bestaat het QRS-complex?
Q-top (negatief) = septale activatie
R = eerste positieve top
S = negatieve top t.o.v. eerste positieve top
R’ = tweede positieve top
Wat is R-top progressie?
Naarmate je door de voorwandsafleidingen loopt, loop je mee in de richting van de vector. Tussen V1 en V5 wordt de R-top dan ook steeds groter. In V6 neemt deze weer een beetje af. Is de hoogste R-top voor V5 = versnelde R-top progressie. Is de hoogste R-top na V5 = vertraagde R-top progressie.
Hoe heeft hypertrofie invloed op de R-top progressie?
Bij linkerventrikelhypertrofie wordt de vector meer naar links verplaatst, dus vertraagde R-top progressie.
Bij rechterventrikelhypertrofie wordt de vector meer naar rechts verplaatst, dus versnelde R-top progressie.
Hoe beoordeel je een ECG systematisch?
- Sinusritme?
- Frequentie
- Geleidingstijden
- Hart-as
- P-top morfologie
- QRS morfologie
- ST-morfologie
Hoe wordt ritme bepaald?
Voor sinusritme moet de P-top positief zijn in afleiding II, aVF en bifasisch in V1.
Bifasisch = positief en negatief
Wat zijn extrasystolen?
Slagen die buiten het ritme vallen, maar het is er niet 1 extra.
Compensatoire of non-compensatoire pauze.
Als de slag vroeger komt dan je verwacht = non-compensatoire pauze –> door atriale premature beat
Als de slag op tijd komt = compensatoire pauze –> door ventriculaire premature beat
Hoe wordt de frequentie bepaald?
300/aantal grote hokjes tussen twee R-toppen
- Marker methode: 300, 150, 100, 75, 60, 50 etc.
- Bij regulair ritme
Alle R-toppen tellen x 6
- Bij irregulair en regulair ritme
Wat zijn de juiste geleidingstijden?
PQ-tijd: 0,12 en 0,22 seconden (= 3-5 kleine hokjes)
- PQ-tijd te kort = AV-blok
- PQ-tijd te lang = WPW
QRS-duur: 0,10-0,12 seconden (=2,5-3 kleine blokjes)
- Langer dan 0,12 seconden = linkerbundeltakblok of rechterbundeltakblok
QTc tijd = <450 ms voor mannen en <460 ms voor vrouwen (= 11-11,5 kleine blokjes)
- QTc is de QT-tijd gecorrigeerd voor de frequentie
- QTc is vaker te lang dan te kort en kan komen door medicatie, lange-QTc-syndroom, cerebrale aandoeningen en post-infarct
Waardoor ontstaat een linker hart-as?
- Linker anterior hemiblok
- Onderwand infarct
- Linkerventrikel hypertrofie
- Pacemaker ritme