week 5 (deel 1) - X-chromosoom Flashcards

1
Q

door een mutatie in welk gen ontstaat spierdystrofie?

A

dystrofine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een compound heterozygoot?

A

2 verschillende mutaties in hetzelfde gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is dubbel heterozygoot?

A

in 2 genen heterozygoot zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is hemizygoot?

A

mannen zijn hemizygoot, met het X- en Y-chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de overervering bij een X-gebonden recessieve aandoening?
- moeder draagster
- vader aangedaan

A

moeder draagster:
- 50% zoon aangedaan
- 50% dochter draagster
vader aangedaan:
- 100% dochter draagster (obligaat draagster)
- 0% zoon aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waardoor worden mensen met Duchenne vaak nooit ouder dan 30 jaar?

A

er is spierdystrofie en daardoor hebben pt onvoldoende spierkracht om hun slijm op te hoesten waardoor ze overlijden aan een pneumonie, ook is hun hartspier vaak te erg verzwakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is lyonisatie?

A

ook wel X-inactivatie, een vrouw inactiveert willekeurig één X-chromosoom per cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer vindt lyonisatie plaats?

A

in het pre-blastocyst stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een Barr-body?

A

dit is een geïnactiveerd X-chromosoom, alleen bij vrouwen want mannen hebben maar één X-chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar bevindt het pseudo-autosomale regio?

A

dit zit aan de toppen van de chromosomale armen, dit aan blijft, de top aan de p-arm (korte arm) is het belangrijkste want die is groter dan op de q-arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het fenotypen bij het syndroom van Turner (pseudo-autosomale regio’s)

A

er ontbreekt een tweede barr-body, en er ontbreekt dus een tweede pseudo-autosomale regio (45X)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom zijn alle vrouwen mozaïek?

A

invloeden van beide X-chromosomen in het lichaam komen tot uiting doordat het pseudo-autosomale regio aan blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het probleem bij X-linked hypohidrotische ectodermale dysplasie?

A

onderontwikkelde zweetklieren, hierdoor is er geen zweet productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de lichamelijke uiting van X-linked hypohidrtosiche ectodermale dysplasie bij vrouwen (mozaïek)?
(mannen zijn niet levensvatbaar)

A

er zijn bepaalde gebieden met en bepaalde gebieden zonder zweetproductie, deze gebieden volgen de lijnen van Blaschko (lijnen waarlangs de mens embryonaal aangelegd is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

van welk stollingsfactor is te kort bij hemofilie A?

A

stollingsfactor VIII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

van welk stollingsfactor is te kort bij hemofilie B?

A

stollingsfactor IX

17
Q

hoe wordt hemofilie overgeërfd?

A

X-linked recessief

18
Q

hoeveel procent moet de stolling werkzaam zijn voor een ongecompliceerde stolling?

A

> 40%

19
Q

waarom is het fenotypen van hemofilie bij mannen constant en bij vrouwen variabel?

A

bij vrouwen is dit groter vanwege X-inactivatie

20
Q

waaruit kan je bij hemofilie meten of iemand drager is?

A

bij een lage waarde in de stollingsfactor (<50%) is de kans groot, bij een hoog gehalte door DNA-onderzoek

21
Q

wat is het risico bij zwangerschap bij een hemofilie draagster?

A

de concentratie van factor VIII gaat gedurende zwangerschap omhoog, dus de zwangere draagster kan normaal bevallen maar postpartum zullen de stollingseiwitten dalen, wat het risico op een nabloeding verhoogt

22
Q

wat is incontinentia pigmenti (IP)?

A

een aandoening met afwijkingen aan de huid, tanden en nagels (doorlopen karakteristieke stadia) - mutatie in het IBKG-gen

23
Q

hoe wordt incontinentia pigmenti overgeërfd?

A

X-linked dominant (lethaal voor de meeste mannen, dus er zijn meer vrouwen met de aandoening)

24
Q

stadium 1 IP

A

blaarvorming (geboorte - 4mnd)

25
Q

stadium 2 IP

A

wratachtige uitslag

26
Q

stadium 3 IP

A

krulvormige maculaire hyperpigmentatie (tot volwassen leeftijd)

27
Q

stadium 4 IP

A

lineaire hypopigmentatie, alopecia, hypodontie, dystroplastische nagels

28
Q

wat is de functie van genproduct NEMO? wat gebeurt er door een mutatie?

A

activatie transcriptiefactor NF-kappaB, door mutatie gaan de cellen hyperproliferen en in apoptose

29
Q

hoe kan het dat iemand met een X-linked aandoening (IP) toch kan overleven?

A
  • Klinefelter syndroom
  • milde mutatie (hypomorfische allelen)
  • somatisch mozaïcisme