Week 4: HC Neuropsychologisch onderzoek - De Bruyn H8 - Tak H16 Flashcards
Welke soorten neuropsychologie heb je? (HC)
- Neurologie en kinderneurologie
- Neuropsychologie en klinische neuropsychologie
- Ontwikkelingsneurologie
- Klinische neuropsychologie
- Ontwikkelingsneuropsychologie
Wat houdt neurologie en kinderneurologie in? (HC)
Neurologie is de wetenschap die zich bezighoudt met ziektes van zenuwstelsel. Neuroloog is een arts gespecialiseerd in neurologie. Doet lichamelijk en aanvullend onderzoek (hersenstructuur, neuropsychologisch onderzoek).
Wat houdt neuropsychologie en klinische neuropsychologie in? (HC)
Onderzoekt relaties tussen hersenen en gedrag bij zowel interactie en beschadigde individuen, dieren en mensen. Neuropsychologie is wetenschappelijke discipline. Klinische neuropsychologie is toegepaste discipline. Neuropsycholoog is psycholoog die gespecialiseerd is in klinische neuropsychologie of is neurowetenschapper.
Wat houdt ontwikkelingsneuropsychologie in? (HC)
Houdt zich bezig met onderzoek naar hersen-gedrag relaties binnen context van onrijpe maar snel ontwikkelende brein en toepassing hiervan op klinische praktijk. Werkzaam in kinderziekenhuis, kinderrevalidatie, instellingen en scholen voor kinderen met niet aangeboren hersenletsel, scholen, privépraktijken.
Wat houdt klinische neuropsychologie in? (HC)
Richt zich op leggen van verbanden tussen problematiek of afwijkend gedrag en disfuncties van de zich ontwikkelde hersenen bij kinderen en jeugdigen. Toepassen van kennis over hersen-gedragsrelaties in hulpverlening aan kinderen die mogelijk problemen hebben met hersendisfuncties. Kan alleen hypothesen opstellen, niks bewijzen!
Wat is het verschil tussen volwassenen neuropsychologie en ontwikkelingsneuropsychologie? (HC)
Bij volwassenen zijn hersenen volledig volgroeid. Bepaalde hersengebieden zijn gespecialiseerd en er is één op één relatie tussen structuur en functie.
Bij ontwikkelings. is er geen duidelijke één op één relatie. Hersenen in ontwikkeling, zijn nog bezig te specialiseren en hebben nog geen duidelijke functie (diffuus)
Definitie Modulaire benadering (HC)
Bepaalde hersengebieden zijn gespecialiseerd en er is één op één relatie tussen structuur en functie. Komt voor bij volwassenen neuropsychologie.
Definitie Diffuus (HC)
Hersenen zijn nog in ontwikkeling, bepaalde hersengebieden zijn bezig te specialiseren en hebben nog geen duidelijke functie. Komt voor bij ontwikkelingsneuropsychologie.
Definitie Fusiform gyrus (HC)
Waarneming gezichten, prefrontale cortex is associatiegebied (deze doen iets met info die ze krijgen van andere gebieden van hersenen).
Definitie Dorsale route (HC)
Gaat over je hoofd, deze helpt je om vast te stellen waar een object zich bevindt en wat je ermee kan doen (bv vasthouden, drinken).
Definitie Ventrale route (HC)
Bevindt zich aan de achterkant van je hoofd naar je linkerkant (en deels rechts) naar temporale schors. Hierin is groot deel van woordenschat vastgelegd.
Wat is de corticale-subcorticale route ‘bottom up’? (HC)
Activering, externe prikkels, emotie, motivatie. Dus prikkels die vragen om aandacht, waarvan je je bewust wordt.
Wat is de corticale-subcorticale route ‘top down’? (HC)
Onderdrukken impulsen, bewuste controle. Hierbij komen prikkels binnen en besluit je zelf wat je doet met deze info/prikkels (negeren, iets mee doen).
Wat zijn de drie neurale netwerken (large scale brain networks; HC)
- Executive control network
- Default mode network
- Salience network
Definitie Executive control network (HC)
Hersengebied wat je gebruikt bij actief nadenken over wat er is verteld en je gaat dit toepassen op je eigen situatie.
Definitie Default mode network (HC)
Dit hersengebied wordt geactiveerd als je niks aan het doen bent, dagdromen.
Definitie Salience network (HC)
Hersengebied wordt geactiveerd als er iets interessants gezegd wordt.
Waar bestaat de grijze stof uit? (HC)
Structuur met cellichamen en dendrieten.
Waar bestaat de witte stof uit? (HC)
Bundels axonen met myeline.
Wat doet myeline? (HC)
Verhoogt de snelheid actie potentiaal door het axon. Axon worden voorzien in de loop van de ontwikkeling.
Definitie Gliacellen (HC)
Steuncellen die neuronen helpen te functioneren.
Vul aan (HC). Neuronen communiceren met elkaar via…
synapsen.
Vul in (HC). Rond de …(1) maand zwangerschap zijn alle neuronen aangelegd. Dit heet …(2). Er is …(3).
1: 6e
2: neurogenese
3: overproductie
Wat is apoptose? (HC)
Geprogrammeerde celdood, waarbij grote aantallen neuronen sterven. Er is namelijk een overschot bij jonge leeftijd, niet alles is nodig.
Vul aan (HC). Hetgeen wat afsterft tijdens apoptose, ligt aan…
wat je meemaakt als kind. Veel stimulering, zal minder afsterven. Weinig stimulering, kan het zijn dat de verbindingen nooit worden gelegd en er dus meer afsterft. Dit heet pruning.
Definitie Pruning (HC)
Als je weinig stimulering krijgt vanuit huis, kan het zijn dat de verbindingen nooit gelegd worden waardoor er meer afsterft.
Wat zijn de stadia celontwikkeling? (HC)
- Neurogenese
- Neuronal profilering
- Neuronal differentitation
- Synapse formation
- Programmed cell death (apoptose)
- Synaptic pruning
- Myelinisering
Hoe bereik je maximale neuroplasticiteit? (HC)
Door overproductie van synaptische verbindingen.
Vul aan (HC). Synapseliminatie is afhankelijk van…
ervaring, hormonen en genen.
Wat is de ontwikkeling van grijze stof? (HC)
Vanaf geboorte wordt grijze stof steeds dikker door groei van dendrieten en aantal synaptische verbindingen. Maximale dikte bereikt plafond. Daarna verdunning (=pruning/synapseliminatie). Grijze stof wordt steeds dunner naarmate je ouder wordt. Synaptogenese/eliminatie stopt nooit.
Vul in (HC). De grijze stof blijft …(1), de witte stof blijft …(2).
1: afnemen
2: toenemen
Welke centra myeliniseren het eerste? En welke als laatste? (HC)
Sensorische en motorische centra als eerste. Frontale gebieden als laatste (+-23 jaar).
Definitie Neuroplasticiteit (HC)
Vermogen van het brein om de functie en organisatie te wijzigen door ervaringen.
Welke twee vormen van neuroplasticiteit heb je? (HC)
- Ontwikkelingsplasticiteit - veranderingen in functie en structuur van de hersenen als gevolg van ervaringen (synaptogenese, synapseliminatie, dendrietvorming)
- Neurale plasticiteit - veranderingen in functie en strcutuur van hersenen als gevolg van hersenschade (celdood, necrosis en rewiring). Is dus vermogen om je te herstellen na hersenschade.
Definitie Necrosis (HC)
Gevolg van schade aan neuronen die worden opgeruimd.
Welke twee theorieën zijn er over het effect van vroege hersenbeschadigingen? (HC)
- Plasticiteitstheorie - gevolgen van lokale schade zijn in eerste levensjaren gering (Kennard principe).
- Vroege kwetsbaarheidstheorie - de gevolgen van diffuse schade is in de eerste jevensjaren veel groter dan in volwassenheid
Definitie Crowding (HC)
Bij plasticiteitstheorie. Is de overname van functies door andere hersengebieden, maar ten koste van de ontwikkeling van eigen functies.
Definitie Growing into deficit (HC)
Bij vroege kwetsbaarheidstheorie. Houdt in dat gevolgen van vroege hersenbeschadiging zich pas veel later kunnen openbaren.
Vul in (HC). Hersengebieden die zich laat ontwikkelen (bv frontale gebieden, EF) zijn …(1) voor vroege beschadigingen dan hersengebieden die zich relatief vroeg ontwikkelen (temporale gebieden, taal).
1: kwetsbaarder
Vul in (HC). Gevolgen van …(1) beschadigingen zijn groter dan die van …(2) beschadigingen.
1: bilaterale
2: unilaterale
In welke periode is herstel van hersenschade (neurale plasticiteit) het grootst? (HC)
Tussen 2e en 5e levensjaar (dus geringe kwetsbaarheid en meest gevoelig voor ervaringen).
Vul in (HC). De gevolgen van een vroege hersenbeschadiging hangt af van de plaats (…(1)), de aard (…(2)), de timing (…(3)) en de ernst (…(4)).
1: uni- of bilateraal
2: lokaal of diffuus
3: pre-, peri-, postnataal
4: kleine of grote leasies
Waarom zijn uitkomsten in vroege hersenbeschadiging bij kinderen moeilijk te voorspellen? (HC)
- Hersenontwikkeling is een dynamisch proces
- Timing en neurale plasticiteit
- Symptomen hebben verschillende betekenissen
- Invloed van sociale omgeving is groot
Definitie Protracted development (HC)
Een groot deel van de hersenontwikkeling vindt plaats na de geboorte.
Vul in (HC). …(1) ervaringen hebben grote invloed op hersenontwikkeling.
1: postnatale
Wat doet een (klinisch) neuropsycholoog? (HC)
- Beeld verkrijgen van alle sterk en zwak ontwikkelde cognitieve functies
- Verklaring zoeken voor gedrags- en leerproblemen als gevolg van hersendysfuncties (focus op relatie hersenontwikkeling en gedrag)
- Geen uitspraak over locatie/aard van hersendysfunctie
Wat zijn de disciplines en verklaringsniveaus van:
- Orthopedagoog
- Ontwikkelingspsychologie
- Kinder- en jeugdpsychiatrie
- Kinderneuropsychologie
- Orthopedagogiek: Omgeving > Gedrag
Minder aandacht voor cognitie en biologie - Ontwikkelingspsychologie: Cognitie > Gedrag
Minder aandacht voor omgeving en biologie - Kinder- en jeugdpsychiatrie: Biologie > Gedrag
Weinig aandacht voor omgeving, biologie is de belangrijkste factor - Kinderneuropsychologie: Biologie + Cognitie + Omgeving > Gedrag
Welke vijf situaties zijn er voor neuropsychologische diagnostiek? (HC)
- Ontwikkelingsproblemen
- Hersenschade
- Evaluatiebehandeling
- Evaluatie van de ontwikkeling
- Ondersteuning van keuzen in opvoeding, onderwijs en beroepskeuze bij kinderen met problematische ontwikkeling
Welke stoornissen kun je onderverdelen bij leerstoornissen, psychiatrische stoornissen/gedragsstoornissen, aangeboren en verworven hersenstoornissen en neurologische stoornissen? (HC)
- Leerstoornissen: Dyslexie, taal-spraakstoornissen, dyscalculia, NLD
- Psychiatrische stoornissen en gedragsstoornissen: ADHD, autisme, tourette syndroom, ODD/CD, angststoornissen, depressiviteit
- Aangeboren en verworven hersenstoornissen: cerebrale parese, meningitis, encephalitis, hersenbloedingen, hersentrauma
- Neurologische stoornissen: Hersentumor, epilepsie, neurodegeneratieve ziektes
Wat is de NEPSY II? (HC)
Testbatterij neuropsychologische functies:
1. Aandacht en EF
2. Taal
3. Sensomotorische integratie
4. Visueel ruimtelijke infoverwerking
5. Geheugen en leren
6. Sociale cognitie
5-12 jaar, afnameduur 3-4 uur
Definitie Motorische inhibitie (HC)
Vermogen een dominante (vaak ongeschikte) response te onderdrukken.
Definitie Interference control (HC)
Oplossen van een resopnsconflict.
Definitie Aandachtscontrole (HC)
Kunnen focussen van de aandacht en het tegelijkertijd onderdrukken van de storende invloed van irrelevante of misleidende visuele info.
Definitie Cognitieve flexibliteit/task switching/attention shifting (HC)
Vermogen flexibel te kunnen switchen tussen taken of situaties.
Wat zijn voorbeelden van taken voor volwassenen en kinderen om inhibitie te testen? (HC)
- Strooptaak (kleur van woorden zoals ‘blauw’ benoemen, terwijl deze in het rood geschreven staan
- Go/no go taak
- Delay of graticifaction task (marshmallow test)
- Flanker taak
Wat zijn voorbeelden van taken voor volwassenen en kinderen om verbaal werkgeheugen te testen? (HC)
Backward digit/word span taak.
Wat zijn voorbeelden van taken voor volwassenen en kinderen om cognitieve flexibiliteit te testen? (HC)
- Wisconsin card sorting test
- Dimensional change card sort
Wat zijn voorbeelden van taken voor volwassenen en kinderen om planning te testen? (HC)
- Trail
- Making taak
- Tower of London
Wat zijn voorbeelden van taken voor volwassenen en kinderen om visueel-spatieel werkgeheugen te testen? (HC)
- Dot matrix task
- Corsi blokkentaak
Wat zijn voorbeelden van taken voor volwassenen en kinderen om selectieve aandacht te testen? (HC)
- Visual search task
Wanneer begint de ontwikkeling van het zenuwstelsel? (Tak)
Ongeveer 3 weken na de conceptie.
Wat zijn de vier fasen van hersenontwikkeling? (Tak)
- Neurogenese - ontwikkeling van neuronen
- Migratie - verplaatsing van neuronen naar hun bestemming binnen zenuwstelsel
- Differentiatie - neuronen specialiseren zich en passen zich aan de functie aan die ze in de hersenen hebben (ontstaan axonen, dendrieten en synapsen). Verbindingen die niet gebruikt worden verdwijnen.
- Myelinisatie - vorming van myeline om de axonen heen, waardoor de info overdracht tussen neuronen sneller en efficiënter verloopt
Definitie Spiegelneuronen (Tak)
Neuronen die niet alleen vuren als een persoon een handeling uitvoert, maar ook als een persoon een handeling ziet uitvoeren door een ander persoon. Premotorische schors en pariëntale kwabben van hersenen.
Waar zijn spiegelneuronen voor? (Tak)
Spelen een rol bij begrijpen en interpreteren van de handelingen van anderen en het leren van nieuwe vaardigheden door imitatie.
Vul aan (Tak). Disfuncties in spiegelsystemen zouden een verklaring kunnen zijn voor…
bepaalde cognitieve stoornissen, zoals autisme. Theory of Mind zegt dat deze neuronen een rol spelen bij het inzicht in denkpatronen bij anderen (empathie).
Een belangrijk kenmerk van het zenuwstelsel is de hiërarchische organisatie tussen en binnen de verschillende neurale netwerken. Maclein noemt dit het ‘triune brain’. Welke drie niveaus kun je hierbij onderscheiden? (Tak)
- Protoreptilian brain
- Paleomammalian brain
- Neomammalian
Wat houdt het protoreptilian brain in bij de triune brain? (Tak)
Eerst ontwikkelt zich het onderscheiden in hetgeen wat verantwoordelijk is voor motorische functies (evenwicht, lichaamsreflexen) en vitale levensfuncties (ademhaling, bloeddruk, slaap-waakcyclus, temperatuurregeling). Belangrijkste is ruggenmerg, delen van de midden- en tussenhersenen.
Wat houdt het paleomammalian brain in bij de triune brain? (Tak)
Ontwikkelt als tweede. Is belangrijk voor de regulatie van emoties en geheugenprocessen. Limbisch systeem (amygdala, hippocampus, gyrus cinguli) spelen hierin grote rol.
Wat houdt het neomammalian brain in bij de triune brain? (Tak)
Ontwikkelt als laatste. Neocortex ontwikkelt dat zich bezig houdt met bewuste cognitieve processen (lezen, rekenen, problemen oplossen, sociaal emotionele aanpassing). Daarnaast bemoeit het zich met interactie met omgeving via zintuigen en motoriek. In neocortex bevinden zich pariëntale, frontale, temporale en occipitale gebieden.
Waar is de ontwikkeling van de neocortex zeer gevoelig voor? (Tak)
Omgevings- en leerprocessen.
Waar is het posterieure (achterste) deel van de neocortex belangrijk voor? (Tak)
Waarneming, verwerking en opslag van info.
Wat zijn primaire projectiegebieden in het posterieure deel van de neocortex? (Tak)
Gebieden waarbij zenuwcellen heel specifiek reageren op eigenschappen van de zintuigen (bv gehoor: toonhoogte en intensiteit, visueel: plaats waar het netvlies geprikkeld wordt).
Wat zijn secundaire associatiegebieden in het posterieure deel van de neocortex? (Tak)
Dragen zorg door de verdere verwerking en betekenisverlening van zintuigelijke info. Deze wordt in verschillende gebieden van hersenen verwerkt: auditief in temporale, visuele in occipitale en info via tast in postcentrale.
Wat zijn tertiaire associatiegebieden in het posterieure deel van de neocortex? (Tak)
Gelegen in het pariëtale gebied. Verschillende functies:
- Zorgen voor multimodale integratie, waardoor info op abstract niveau verwerkt kan worden
- Betrokken in ruimtelijke organisatie van stimuli
- Zorgen ervoor dat info voor korte tijd vastgehouden en voor verdere verwerking doorgestuurd kan worden naar andere gebieden (aka kortetermijngeheugen)
- Interactie met motoriek: waarneming heeft een (bij)sturende invloed op nauwkeurigheid waarmee motorische handelingen uitgevoerd worden
Vul in (Tak). De posterieure gebieden spelen een rol bij …(1). Het gaat om onthouden van tijd- en plaatsgebonden info (…(2)). Het mediale deel van temporale gebied, waaronder de hippocampus, speelt bij dit aspect van het …(3) een belangrijke rol.
1: langetermijngeheugen
2: episodisch geheugen
3: geheugen