Week 3: HC Diagnostiek van onderwijsleerproblemen - De Bruyn H7 - Tak H10 + 14 - KC Verklaringsanalyse Flashcards
Wat houdt de didactische driehoek in? (HC)
Je hebt drie aspecten: leerling, leerkracht en leertaak. Tussen deze drie aspecten heb je leergedrag, relatie en instructie. Dit wordt beïnvloedt door klasgenoten/groep, gezin, school/beleid en instituten.
Welk aspect beschrijft de interactie tussen leerling en leertaak in de didactische driehoek en uit welke 3 dingen bestaat deze? (HC)
Leergedrag. Dit is de manier waarop de leerling zich verhoudt tot de leerstof. Bestaat uit:
- Leertaakgerichtheid: in hoeverre is een kind in staat/gemotiveerd om te richten op leerstof
- Taakgedrag: is het kind in staat om bv planmatig te werken gedurende het werken aan de leertaak
- Leerstrategieën: is het kind actief bezig met toepassen leerstrategieën of is het trial and error?
Welk aspect beschrijft de interactie tussen leerling en leerkracht in de didactische driehoek en uit welke 3 dingen bestaat deze? (HC)
Relatie. Weinig kwaliteit relatie leerkracht-leerling kan negatieve invloed hebben op leerresultaten.
- Overtuigingen: als leerkracht denkt ‘die is niet slim’, handelt die ernaar (self fulfilling prophercy)
- Gehanteerde attributies mbt succes en falen: als leerling geen goed resultaat heeft gehaald, is het belangrijk hoe leerkracht hierop reageert
- Mate van zelfreflectie: mogelijkheid onderwijs bij te stellen, kijken wat ze anders kunnen doen
Welk aspect beschrijft de interactie tussen leerkracht en leertaak in de didactische driehoek en uit welke 3 dingen bestaat deze? (HC)
Instructie. Leerkracht brengt leerstof over op kind.
- Goed klassenmanagement (structuur)
- Direct instructiemodel: Voorkennis activeren > leerstof presenteren > begeleide inoefening > zelfstandige verwerking > veelvuldige feedback – beste manier om leerstof over te brengen voor kinderen met leerproblemen (EDI)
- Zone van Naaste Ontwikkeling: instructiedifferentiatie
Op welke manier kun je leergedrag van een leerling onderzoeken? (HC)
- Observatie in de klas: hoe pakt het kind taken aan? En als er meerdere kinderen zijn ivm afleiding
- Individuele observatie tijdens leren
- Gesprek met leerling
Op welke manieren kun je de leerkrachtfactoren onderzoeken? (HC)
- Gesprek met leerkracht
- Vragenlijst ‘pedagogische stijl’ laten invullen door de leerkracht
Hoe onderzoek je de leerkracht-leerlingrelatie? (HC)
Leerkracht-Leerling Relatie Vragenlijst laten invullen door leerkracht.
Hoe onderzoek je instructiegedrag van leerkracht? (HC)
- Gesprek met leerkracht
- Observatie tijdens instructie
- Handelingsplannen evalueren
Hoe kun je onderzoek doen naar leertaak (aansluiting methode en instructiebehoefte & geschiktheid gehanteerde leerprincipes)? (HC)
- Nagaan gebruikte lesmethode
- Gesprek met leerkracht
- Handelingsplannen evalueren
Hoe kun je onderzoek doen naar de klasgenoten/groep (leerproblemen risicofactoren en invloed pesten; HC)?
- Sociogram van de klas: in kaart brengen wie ze aardig vinden en wie niet
- CompetentieBelevingsSchaal voor Kinderen afnemen bij leerlingen
- Gesprek leerling/leerkracht
Hoe onderzoek je het aspect van gezin (problemen, verwachtingen, herkenning problematiek; HC)
- Gesprek ouders en leerling
- Hoe gaan ouders met leerproblemen kind om, wat roepen de problemen bij ouders op?
Hoe onderzoek je het aspect van school/beleid (zorgbeleid, mogelijkheden begeleiding, attitude tov afwijking van gemiddelde leerpatroon; HC)
- Gesprek met ouders
- Gesprek met leerkracht: navragen (on)mogelijkheden en visie van de school
Wat zijn drie redenen waarom een classificerende diagnostiek (label plakken) wel iets waard kan zijn? (HC)
- Classificatie biedt een helder begrippenkader tbv communicatie
- Kan acceptatie van kinderen met leer- en gedragsproblemen bevorderen
- Kan het kind helpen grip te krijgen op zijn mogelijkheden en beperkingen
Wat houdt handelingsgerichte diagnostiek in? (HC)
Gaat om wat het kind nodig heeft. Bv waarom heeft dit kind, uit dit gezin, in deze school, met deze leraar en deze medeleerlingen, problemen en hoe kunnen we dit het beste oplossen?
Wat zijn de drie pijlers van handelingsgerichte diagnostiek? (HC)
1: Bijdrage van contextfactoren binnen school en gezin
2: Taxatie van veranderbaarheid - je zoekt naar dingen die je kunt veranderen, je gaat geen dingen onderzoeken die je niet kunt veranderen (ouders in scheiding bv)
3: Positieve elementen
Goodness of fit van belang
Wat zijn de vier zorgniveaus? (HC)
Niveau 1: Als school bied je goed onderwijs, meeste kinderen komen hierin mee.
Niveau 2: Binnen de klas extra instructie/feedback/ondersteuning geven aan kinderen (vaak klein groepje).
Niveau 3: Kinderen die niet voldoende ontwikkelen door wat de leerkracht in klas aanbied. Naast regulier onderwijs extra hulp nodig. Huiswerkbegeleiding.
Niveau 4: Zorgniveau die wij als orthopedagogen zien. Diagnostiek en behandeling van externen.
Definitie Genormeerde toets (HC)
Percentielscore van 10% (van de 11-jarigen haalt 10% een lagere score, 90% een hogere score). Je kijkt dus naar een norm groep.
Definitie Criteriumtoets (HC)
Prestatie ligt op niveau van midden groep 5 (gemiddelde leerling levert deze prestatie halverwege groep 5). Kijk naar wat een hypothetisch gemidddelde leerling zou moeten behalen, daarmee vergelijk je de prestatie van het kind mee.
Waar gebruik je de didactische leeftijd (equivalent) voor? (HC)
Om inzicht te krijgen in aantal onderwijsmaanden achterstand (per vaardigheid).
Wat zijn de drie criteria voor dyslexie? (HC)
1: Ernstige lees- en spellingsproblemen
2: Hardnekkigheid van de leesproblemen en van eventuele spellingsproblemen
3: Uitsluiten van een algemeen leerprobleem, van een brede neurologische problematiek en van ernstige zintuiglijke beperkingen
Bij dyslexie heb je de criteria ernstige lees- en spellingsproblemen. Waar moet aan voldaan zijn om hiervan te spreken? (HC)
- A1. ≤ -1,5 standaarddeviatie (SD) op Woordlezen en ≤ -1,28 SD op Pseudowoord Lezen OF
- A2. ≤ -1,5 SD op Pseudowoord Lezen en ≤ - 1,28 SD op Woordlezen OF
- B1. ≤ -1,5 SD op Spellen en ≤ -1,28 SD op Woordlezen
o 1,5 SD = laagste 6,7%; 1,28 SD = laagste 10%
Hoe kun je dyslexie meten? (HC)
- Technisch lezen: woordleestaken zoals DMT, EMT, Klepel (onzinwoorden)
- Spellingsvaardigheid: PI-dictee
Welke vier hoofdcategorieën fouten heb je bij de foutenanalyse voor dyslexie? (HC)
- Basisfouten (bij klankzuivere woorden) - bv ‘snit’ ipv ‘sint’ lezen/schrijven
- Regelfouten (bij lees- en spellingsregels) - bv boomen ipv bomen
- Keuzetekenfouten (bij verschillende mogelijkheden) - bv communiseren ipv communiceren
- Weetwoordfouten (leenwoorden: parasjuut) - woorden die uit andere taal komen
Wat zijn de drie criteria voor dyscalculie? (HC)
- Criterium van ernst - vaststellen aanwezigheid en mate ernst rekenprobleem
- Criterium van discrepantie - vaststellen rekenprobleem gerelateerd aan cognitieve mogelijkheden: je moet aantoenen dat het een specifiek leerprobleem is
- Criterium van didactische resistentie - vaststellen hardnekkigheid van rekenprobleem