Week 1: HC Inleiding - De Bruyn H1 t/m 4 - Tak H1 t/m 3 - KC Klachtanalyse Flashcards
Vul aan (HC). Screening, assessment en classificatie m.b.t. ontwikkeling, gedrag en functioneren worden geïntegreerd tot een beeld om…
1: De problemen te begrijpen = onderkennen en verklaren
2: Een advies te geven mbt verdere begeleiding of behandeling
3: Of om ontwikkeling te volgen
Wat is vaak het onderwerp van onderzoek bij orthopedagogische diagnostiek? (HC)
Context (ouders en leerkracht) en wederzijdse beïnvloeding (relatie) tussen kind en context. Dit is een systeemperspectief.
Wat zijn drie doelen van de orthopedagogische diagnostiek? (HC)
1: Bijdrage tot verminderen van probleem of oplossen van een probleem
2: Niet alleen letten op risicofactoren maar ook protectieve factoren
3: Empowerment (mogelijkheden om om te gaan met problemen) van cliëntsysteem vergroten
Wat zijn de belangrijkste DSM-5 classificatie categorieën voor kinderen? (HC)
1: Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen - verstandelijke beperking, autisme, ADHD, motorische stoornissen, leerstoornissen etc.
2: Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsproblemen - CD en ODD, angststoornis, depressie, eetstoornissen, slaapwaak stoornis etc.
3: Andere problemen - relatie, opvoeding, mishandeling, problemen met onderwijs, werk, economische omstandigheden, huisvesting, acculturatie
Wat zijn voordelen van diagnoses en classificaties? (HC)
1: Betere communicatie met professionals en ouders
2: Systematisch onderzoek naar aard, voorkomen, oorzaak en gevolg
3: Duidelijke koppeling met prognoses
4: Duidelijke koppeling met behandelingsmogelijkheden
Wat zijn nadelen van diagnoses en classificaties? (HC)
1: Stigmatiserend, worden makkelijk gereduceerd tot hun label
2: Te simplificerend, gaat voorbij aan omstandigheden en relaties die van belang zijn bij de ontwikkeling van psychopathologie
3: Zet aan tot onjuist gebruik
Wat zijn de 5 vragen bij de systematische aanpak en in welke stap in de Diagnostische cyclus komt deze voor? (HC)
1: Over wie gaat het? - Aanmelding
2: Wat is het probleem? - Klachtanalyse en probleemanalyse
3: Waardoor komt dat probleem of waardoor wordt het in stand gehouden? - Verklaringsanalyse
4: Wat is er aan te doen? - Indicatieanalyse
5: Wat is mijn advies? - Advisering en rapportage
Uit welke stappen bestaat de Empirische cyclus van De Groot? En wat is de essentie van deze cyclus? (HC)
1: Observatie/oriëntatie op een theorie
2: Hypothese/predictie vanuit de theorie
3: Hypothese toetsing
4: Conclusie geldigheid van de theorie
Essentie: toetsing van juistheid van beschrijvingen van de werkelijkheid.
Uit welke stappen bestaat de Regulatieve cyclus van Van Strien? En wat is de essentie van deze cyclus? (HC)
1: Probleemherkenning
2: Probleem definiëring/diagnose
3: Kiezen van een behandeling
4: Plannen van de behandeling
5: Uitvoeren van de behandeling
6: Evaluatie
Essentie: evaluatie van het effect van geboden hulp.
Wat is het verschil tussen ‘klacht’ en ‘probleem’? (HC)
Een klacht is een uitspraak in de taal van de cliënt, waaruit blijkt dat bepaalde ervaringen als zorgwekkend of negatief worden beleefd: “Hij zit nooit stil, heeft nooit rust in zijn lijf”. Een probleem wordt overwegend beschreven in de vaktaal van de professional: “De jongen is beweeglijk en onrustig, in een mate die niet past bij de omstandigheden en bij de leeftijd van het kind”.
Welke drie soorten probleemordening heb je bij de probleemanalyse? (HC)
1: Ordenen in bv categorieën van CBCL of DSM-5
2: Thematische ordening
3: Chronologische ordening
Waar kijk je naar bij taxatie van de ernst in de probleemanalyse? (HC)
Past het gedrag bij de leeftijd? Hoe vaak treedt het probleemgedrag op? Is het situatiegebonden? Is het specifiek voor psychopathologie?
Wat houdt thematische ordening van de problemen in? (HC)
De problemen ordenen in:
1: Cognitief functioneren - leerproblemen, aandachtsmoeilijkheden, prestaties en gedrag op school
2: Sociaalemotioneel functioneren - gedragsproblemen, hechtingsproblemen, relaties binnen gezin, sociale vaardigheden, psychopathologie
3: Neuromotorisch functioneren - fijne en grove motoriek
4: Groei en gezondheid - Medische problemen, chronische ziekte, fysieke beperkingen
Vul aan (HC). De verklaring in de verklaringsanalyse kan gebaseerd zijn op…
1: Biologische factoren (genetica, lichamelijke of familiaire aanleg)
2: Sociale en contextuele omstandigheden (opvoeding of interactie binnen gezin, op school of met vrienden, woonsituatie en vrije tijdsbesteding)
3: Cognitief-affectieve/psychologische factoren
Vul aan (HC). Verklarende hypothese bevat…
een conditie of combi van condities waarmee een probleem in gedrag met een zekere waarschijnlijkheid kan worden verklaard.
Definitie Conditie (HC)
Een conditie is een wetenschappelijke literatuur genoemde veroorzakende of in stand houdende factor. Bv opvoedingsstress van ouders veroorzaakt externaliserende problemen bij hun kinderen.
Definitie Integratief beeld (HC)
Resultaat van je diagnostische informatieverzameling. - Antwoorden op onderkennende en verklarende hypothesen
- Onverwachte resultaten
- Terugkoppeling naar de hulpvraag
- Beschermende factoren
- Evt. adhv een definitief denkschema (pijlenschema)
Definitie Klinisch oordeel en waarom wordt het ook wel ‘ongewapend oordeel’ genoemd? (De Bruyn)
Het nemen van beslissingen op basis van eigen ervaringen en intuïtie. Ongewapend oordeel is dat diagnosticus oordelen uitspreekt zonder expliciet beroep te doen op methodologische principes of systematische procedures.
Definitie Heuristische procedures (De Bruyn)
Dit zijn procedures die de kans op succes vergroten. Kennis en vaardigheden op gebied van diagnostische instrumenten en beslissingsprocedures moeten hierin zijn verwerkt.
Definitie Prescriptief kader of model (De Bruyn)
Laat het ontwerpen van heuristische procedures toe die aan het diagnostisch proces in de praktijk sturing geven.
Welke vier soorten hulpmiddelen kent een diagnostiscus? (De Bruyn)
1: Inhoudelijke theorieën over het ontstaan en in stand blijven van probleemgedrag
2: Kennis over normale en afwijkende ontwikkelingspatronen
3: Instrumenten en technieken om gedragsverschijnselen in kaart te brengen
4: Statistische en psychometrische technieken om gegevens te verwerken
Vul in (De Bruyn). De Groot benadrukte de …(1). Hij sprak van een psychodiagnostische cyclus waarin een diagnosticus de algemene denkschema’s van …(2), …(3) en …(4) toepast. De Groot ziet deze algemene denkschema’s als fasen in de empirische cyclus, maar dan voorafgegaan door …(5) en afgesloten met …(6).
1: empirische toetsing van hypothesen
2: inductie
3: deductie
4: toetsing
5: observatie
6: evaluatie
Van Strien heeft een aantal punten die een diagnostiscus wetenschappelijker maakt (De Bruyn):
1: Explicieter werken met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in verband brengen
2: Bewust uitleggen waarom hij wel/niet voor bepaalde theorie kiest
3: Duidelijker de denkstappen vastleggen die hebben geleid tot advies
4: Onderzoek doen naar waarde van theorieën voor specifieke problemen en naar effect van de ingrepen
5: De resultaten van eigen werk uitwisselen met collega’s
Definitie Heuristieken (De Bruyn)
Zoekstrategieën die tot oplossingen kúnnen leiden.