Week 4 farmacotherapie van hypertensie Flashcards

1
Q

hoeveel klasse bloeddrukverlagers zijn er

A

9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom in combi-therapie nodig

A

elk middel verlaagd slechts 5-10 mmHG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem de 9 klasse + uitgang

A

Ace remmers –> pril
Angiotensine blokkers –> -sartan
Betablokkers –> olol
Calcium kanaal blokkers –> - dipine
diuretica –> ide
klaliumsparende diuretica –> -on
alfa blockers –> -osine
centraal werkende antihypertensiva –> -dine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe werkt een calciumantagonist + uitgang

A
  • dipine

CCB-receptor geblokkeerd, minder calcium de cel in kan gaan voor minder vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werken ACE remers

A

ACE zet ang I in ang II (word geremd) dus geen adlosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe werkt diuretica

A

blokkering van transporters zorgt voor zout in de urine + minder circulerend vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe werken betablokkers

A

afname HMV, renine-productie en remming sympaticus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het stappenplan voor hyopertensieve medicatie

A
  1. ACE remmers of (ARB + CCB of diureticum)
  2. ACE-remmer / ARB + CCB + diureticum
  3. diuretica, alfablokker of betablokker toevoegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly