week 1, HC.2 pathogenese van longfibrose Flashcards
Wat is de reserve capaciteit van de longen
40%
wat is het interstitium van de longen
de ruimte tussen het epitheel van de alveoli
wat voor soort longziekte zijn interstitiële longziekten
ristrictieve longziekten
wat is longfibrose
door overmatig bindweefsel/collageen ontstaat er littekenweefsel dat niet meegeeft (mindere compliantie)
wat zijn idiopathische interstitiële longziekten (IPF)
interstitiele longziekten waarvan de oorzaak onbekend is
wat zijn kernmerken van IPF (ook lichaamelijk)
progressieve kortademigheid met eventueel hoestkalchten
lichaamelijk
- crepetaties
- clubbing
wat is 1 van de belangrijkste oorzaken van IPF
afwijkingn in de type II alveolaire pneumocyten (normaal surfactant productie)
wat is ER-stress
surfactant eiwtitten worden door mutatie niet goed gevouden en lopen vast in ER –> leidt tot apoptose
noem de fases van wondgenezing
fase 1 –> hemostase (stollingscascade)
Fase 2 –> inflammatie –> vasodilatatie, vaatpermeabiliteit en chemotaxie
noem de fases van wondgenezing
fase 1 –> hemostase (stollingscascade)
Fase 2 –> inflammatie –> vasodilatatie, vaatpermeabiliteit en chemotaxie
Fase 3 –> proliferatie –> migreren epitheelcellen naar rand
fase 4 –> herstel en remodellering (bij fibrose niet goed)
medicatie bij IPF
vooral proliferatie remmers maar vooral schadepreventie