week 3, HC.5 coronair syndromen: revascularisatie en nabehandeling Flashcards

1
Q

wat is een PCI

A

percutane coronaire interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een oplossing voor restenose + nadeel

A

een DES –> drug eluting stend –> remt prolifferatie

grotere kans op trombose, stent word niet bekleed met epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waneer word er bij stabiel coronair lijden wel een stent geplaatst

A
  • pijn
  • hoodstam stenose > 50%
  • proximale LAD stenose > 50%
  • 2- of 3-vatslijden met stenose >50 % en LVEF <35 %
  • groot gebied van ischemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn risico’s van PCI

A
  • trombode
  • bloeding
  • dissectie
  • AV-fistel
  • myocardinfarcd
    -CVA
  • allergische reactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

medicamenteuze antitrombotische therapie stabiel coronari leiden (PCI) + Tijd

A

na de behandleing
- aspirine
- clopidogrel

6 maanden, met bloedingsrisico 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

medicamenteuze antitrombotische therapie na een PCI bij instabiel coronair lijden + tijd

A
  • aspirine
  • prasugrel

12 maanden, met hoog bloedingsrisico 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de golden 5 na een PCI ingreep

A
  • apirine
  • prasugrel
  • statine
  • ACE-remmers
  • beta blokker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe word de afweging gemaakt tussen een PCI en een CABG

A

mbv de SYNTAX score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het verschil in richtlijn tussen stemi en nstemi

A

bij nstemi moet de katherisatie binnen 24 uur gebeuren
bij stemi moet de katheristatie binnen 2 uur gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly