Week 2 - Inleiding tot het natuurrechtsdenken en het rechtspositivisme Flashcards

1
Q

Benoem de Griekse filosofen Plato, Aristoteles en Socrates in de volgorde van wie het eerst leefde naar wie het laatst leefde.

A
  1. Socrates (469 - 399 v. Chr.)
  2. Plato (428 - 347 v. Chr)
  3. Aristoteles (384 - 322 v. Chr.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke manier deed Socrates aan filosofie?

A

Dialectiek. Wanneer hij in een gesprek was stelde hij constant kritische vragen aan zijn gesprekspartner. Hij wilde zijn gesprekspartner er van overtuigen dat hij niet zo veel wist als dat hij dacht. Het was een eindeloos proces van thesis, synthesis en antithesis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de ideeënleer van Plato in?

A

De kern van de ideeënleer is dat ideeën een eigen afzonderlijke werkelijkheid hebben, die los staat van de fysieke wereld die we waarnemen. Ze zijn niet voor menselijke aanraking vatbaar (zoals een stoel), maar ze zijn even echt. De nadruk ligt op het bestuderen, analyseren en conceptueel uit elkaar houden van ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met welke filosoof was Aristoteles het oneens en waarom?

A

Aristoteles was het oneens met Plato en zijn ideeënleer. Volgens Aristoteles was de filosofie gericht op waarneming. Mensen dienen onderzoek te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke van de drie Griekse filosofen werd ter door veroordeeld?

A

Socrates kreeg de gifbeker. De Atheense overheid vond het niet leuk dat hij burgers aanzette tot het stellen van kritische vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit wat een tragedie is.

A

Een tragedie is een kort verhaal dat gaat over een periode van één dag. Er is een centrale verhaallijn die gaat over de tragedie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het natuurrecht?

A

Het natuurrecht zijn de regels van de hogere orde. Het gaat om morele regels die behoren tot de rechtvaardigheid. Het natuurrecht staat los van de menselijke wil en is onveranderlijk en universeel. Het natuurrecht kan geschonden worden, maar dit wordt niet als rechtvaardig gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Natuurrecht moet worden onderscheiden met natuurwetten. Wat zijn natuurwetten?

A

Natuurwetten beschrijven de wereld zoals die is, bijvoorbeeld dat water kookt bij 100 graden celsius. Natuurwetten kunnen niet geschonden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Natuurwetten en natuurrecht moeten worden onderscheiden van natuurrechten. Wat zijn natuurrechten?

A

Natuurrechten zijn rechten die gebaseerd zijn op het natuurrecht. Natuurrechten gaan enkel over rechten die mensen toekomen, terwijl het natuurrecht ook verplichtingen oplegt. Een voorbeeld is het recht op een begrafenis (Antigone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe worden menselijke wetten die tegen het natuurrecht ingaan behandeld door natuurrechtsdenkers?

A

Volgens natuurrechtsdenkers zijn menselijke wetten die tegen het natuurrecht in gaan geen echte wetten. Zij zijn namelijk niet rechtvaardig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem twee vragen welke opkomen wanneer men aan het natuurrecht denkt. Benoem ook of deze vragen conceptueel of normatief van aard zijn.

A
  1. Hoe kunnen we natuurrecht kennen? Dit is een conceptuele vraag.
  2. Wat moeten we doen als we geconfronteerd worden met onrechtvaardige menselijke “wetten”? Dit is een normatieve vraag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe komt het natuurrechtsdenken terug in de tragedie ‘Antigone’?

A

Wanneer de broer van Antigone overleden is, roept koning Creon een wet uit waardoor het lichaam van de broer niet begraven mag worden. Volgens Antigone is dit tegenstrijdig met de wil van de goden en dus het natuurrecht. Antigone vond dat de wet van de koning niet gevolgd kan worden vanwege de strijdigheid met het natuurrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het rechtspositivisme in?

A

Wanneer wetten volgens de regels zijn vastgesteld, zijn ze rechtsgeldig. Binnen het rechtspositivisme kan een onrechtvaardige wet nog steeds rechtsgeldig zijn, het gaat puur om de wijze van totstandkoming. Er is een strikte scheiding van recht en moraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem twee vragen welke opkomen wanneer men aan het rechtspositivisme denkt. Benoem ook of dit normatieve of conceptuele vragen zijn.

A
  1. Wat zijn regels? Wat is autoriteit? Wat is vastleggen? Dit zijn conceptuele vragen.
  2. Moeten we recht en moraal wel zo strikt gescheiden houden? Dit is een normatieve vraag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe komt het rechtspositivisme terug in de tragedie ‘Antigone’?

A

Volgens koning Kreon is de door hem uitgevaardigde wet inzake het verbieden van het begraven van het lichaam van de broer van Antigone rechtsgeldig aangezien deze door de legitieme overheid is vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly