Week 2, HC.8 Medische geschiedenis Flashcards

1
Q

Geschiedenis van de klinische blik in 3 fasen:

A
  1. bedgeneeskunde
  2. ziekenhuisgeneeskunde
  3. laboratoriumgeneeskunde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Latere aanvullingen op deze 3 fasen

A
  • surveillance

- informational medicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie staat er voornamelijk centraal bij de bedgeneeskunde

A

vooral het verhaal van de patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Holisme staat centraal bij bedgeneeskunde, wat is dat?

A

de patient wordt beinvloed door de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor werd het beeld over de humorenheer verschoven

A

door de anatomie, hierdoor konden ze de klassieke denkbeelden controleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De bedgeneeskunde heeft ook een sterk religieus component:

A

het leven op aarde is tijdelijk, we leven voor eeuwig door in de hemel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In de 19e eeuw ging holisme over in het lokalisatie principe:

A

Waar kunnen we een ziekte in het lichaam lokaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De onderzoeksmethoden gingen over naar voornamelijk lichaamelijk onderzoek en pathalogische anatomie

A

oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ook tijdens ziekenhuisgeneeskunde hulpmiddelen voor lichamelijk onderzoek zoals

A

stethoscoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tijdens laboratoriumgeneeskunde nog verder ingezoomd op lichaam en ziekte

A

oke, er ontstaat ook laboratoriumtesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het zichtbaar maken van inwendige levende lichaam kan op verschillende manieren:

A
  • visueel (rontgen)
  • auditief (stethoscoop)
  • numeriek en grafisch (thermometer)
  • chemisch (laboratorium)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Met welke ontwikkeling ontstaat er een arts-patient relatie waarbij de patient eigenlijk vervangen wordt door objectieve onderdelen zoals cellen

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zorgde de nieuwe technologie voor:

A
  • oude belangrijke vaardigheden nemen af
  • sterke afhankelijkheid van techniek
  • vervreemding tussen arts en patient
  • kosten opdrijving
  • overdiagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Transformatie gezondheidszorg:

A
  • onstaan van moderne ziekenhuizen
  • onstaan van technologische systemen
  • schaalvergroting van de gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

21e eeuw verandering

A

het is meer dan kennis uit je hoofd leren ook evidence based medicine speelt een rol. Patient weet zelf ook steeds meer door internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er wordt in de 21 eeuw meer gefocused op wat er te zien is via imaging dan hoe het lichaam er echt aan toe is.

A

ja