Week 1, HC.3 Membraanpotentiaal Flashcards

1
Q

Hoe is de binnenkant en de buitenkant van de cel geladen in rust.

A

Binnenkant is in rust negatief geladen en de buitenkant is in rust positief geladen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke ionen zitten in hoge mate tijdens rust buiten de cel

A

natrium, calcium en chloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ionen zitten in hoge mate tijdens rust binnen de cel

A

Kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat willen natrium calcium en chloride ionen tijdens rust

A

Die willen de cel in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De intracellulaire concentratie waardes van ionen

A
Na   5-15 mM
K     140-155 mM
Ca   0.1 uM
Cl    5-15 mM
pH= 7.2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De extracellulaire concentratie waardes van de ionen

A
Na   145 mM
K.     4-5 mM
Ca.   1-2 mM
Cl     110 mM
pH= 7.4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat ontstaat er als gevolg van het totale ladingsverschil tussen intracellulaire en extracellulaire omgeving

A

Een membraanpotentiaal, wordt in rust het rustmembraanpotentiaal genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formule rustmembraanpotentiaal

A

Vm = Vin - Vuit = -50 tot -90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Er zijn verschillende methoden om ionen over een membraan te transporteren, dit kan passief en dat is mogelijk middels:

A
  1. Porien
  2. Ionkanalen
  3. Carriers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt transport via porien

A

Difussie kan plaatsvinden dmv bijvoorveeld gap-junctions, zoals de ionen maar met de elektrochemische gradient mee bewegen. Porien zijn weinig selectief en zijn langdurig open

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt transport via ionkanalen

A

Ze kunnen open of gesloten zijn. Indien open kan er difussie plaatsvinden van vele moelculen tegelijk, hij is wel ion-selectief. Transport vindt ook alleen plaats met de elektrochemische gradient mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt transport via carriers

A

Transporteren middels conformaties. difussie van een of enkele molculen tegelijk en is dus selectief, altijd transport met gradient mee. Denk aan Na/Ca-exchanger (NCX)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Naast passief transport heb je ook actief transport, dit is mogelijk middels:

A
  1. Energie-gekoppelde carriers/ionpompen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werken de energie-gekoppelde carriers/ionpompen

A

Conformatie verandert tijdens transport. Transport van een of enkele moleculen tegelijk dus selectief. TEGEN de elektrochemische gradient in, dus energie nodig. Denk aan Na/K-ATPase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschillende carriers en hun functie:

  1. uniporter
  2. antiporter
  3. symporter
A
  1. transporteert een molecuul
  2. transporteert er meerdere in tegengestelde richting
  3. transporteert ook meerdere moleculen maar dan in gelijke richting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor actief transport is er energie nodig, dit kan op 2 manieren worden toegevoegd

A
  1. direct (primair actief) –> gedreven door ATP-hydrolyse

2. Indirect ( secundair actief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vormen van direct (primair actief)

A
  • Na/K- ATPase

- Ca-ATPase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Vormen van indirect (secundair actief)

A
  • Downhill symport van een ander ion/molecuul

- Downhill antiport zoals NCX, NHE en ANT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Passief transport verloopt …., met de elektrochemische gradient mee.

A

Downhill

20
Q

Actief transport verloop…, tegengesteld aan de elektrochemische gradient.

A

Uphill

21
Q

Wat is de rustmembraanpotentiaal

A

De membraanpotentiaal waarbij netto geen ladingstransport plaatsvindt.

22
Q

Waar hangt de rustmembraanpotentiaal van af?

A

van de evenwichtspotentialen van de verschillende ionen die door het membraan getransporteerd kunnen worden.

23
Q

Wat beinvloed de rustpotentiaal het meest?

A

Het ion wat het makkelijkste getransporteerd (permeabiliteit) wordt, wat vaak kalium is.

24
Q

Andere naam voor evenwichtspotentiaal is

A

Nernst potentiaal

25
Q

Wat voor potentiaal is de Nernst potentiaal of evenwichtspotentiaal

A

Dit is de potentiaal waarbij er netto geen transport van een bepaald ion plaatsvindt (dus evenveel instroom als uitstroom).

26
Q

Formule Nernst potentiaal

A

Ex= -61,5/ Z x log ( [X+]in / [X+]uit )
met
Z = lading van het ion
[X+]in / [X+]uit = ionconcentratie gradient

27
Q

De eerst- of evenwichtspotentiaal bedraagt voor: Na+ , K+, Ca2+, Cl-

A
Na+ = + 67mV
K+.    = - 88mV
Ca2+. = + 123mV
Cl- = -89mV
28
Q

De rustmembraanpotentiaal is (noem in mV)

A

-80mV

29
Q

De vergelijking voor de rustmembraanpotentiaal wordt ookwel de

A

Goldman vergelijking genoemd

30
Q

In een (spier) cel in rust wordt voornamelijk bepaald door … kanalen met een relatief grote … , en de uitwaartse .. concentratiefradient die in stand wordt gehouden door de werking van …

A

Kalium,
permeabiliteit
Kalium
Na /K pomp

31
Q

De concentratieverschillen van ionen zijn een bron van .. energie?

A

Potentiele energie

32
Q

Door welke ionen is de potentiele energie voornamelijk groot

A

Door ionen met een lage permeabiliteit en een hoge concentratieverschil

33
Q

Welke ionen zijn dit

A

Natrium en calcium ionen

34
Q

Waar wordt potentiele energie vaak gebruikt:

A
  1. Opening Na kanlen tijdens AP in zenuw- en spiercel
  2. Opening Ca kanalen tijdens AP in pacemakercel
  3. Na-gekoppeld transport, is glucose transport of NCX
35
Q

Wat maakt iontransport mogelijk

A

Elektrochemische gradient

36
Q

Wat is de drijvende kracht achter de elektrochemische gradient

A

De potentiele energie

37
Q

Formule elektrochemische gradient (niet te kennen wel inkunnen vullen)

A

^Ux= RT* ln ( [X+]in / [X+]uit ) + zF(Vm)

R en T zijn gegeven
zF(Vm)= potentiaalverschil

38
Q

wat betekend
^Ux < 0
‘’ > 0
= 0

A

^Ux < 0 = dan wil X+ graag van buiten naar binnen
^Ux > 0 = dan wil X+ graag van binnen naar buiten
^Ux= 0 dan evenwicht, geen nettotransport

39
Q

Transport kan plaatsvinden zolang er ….

A

Een drijvende kracht is dus ^Utotaal > 0

40
Q

Paar formules

A

^U totaal= ^Una + ^Uglc
^Una = zF (Vm - Ena)
^Uglc= RT x ln ([Glc]in / [Glc]uit)

41
Q

Waar zit de Na/K pomp en wat doet hij?

A

Hij zit in het plasmamembraan en transporteert 3 natriumionen naar buiten en 2 kaliumionen naar binnen. Er is energie nodig want ze worden tegen de concentratiegradient in getransporteerd

42
Q

De pomp heeft 2 conformaties ..

A

E1 en E2

43
Q

Hoe werkt E1-conformatie

A

E1 geeft toegang tot het cytosol, er kan Na gebonden worden (hoge affiniteit) en K kan worden afgegeven. Door fosforylatie van ATP kan er een fosfaatgroep worden gebonden aan de pomp, deze veroorzaakt een conformatie naar E2.

44
Q

Hoe werkt E2-conformatie

A

E2 geeft toegang tot de extracellulaire ruimte, hier kan natrium worden afgegeven en kalium worden gebonden. Door defosforylering gaat de pomp weer terug naar conformatie E1.

45
Q

Naam werking met fosfor

A

Autofosforylering

46
Q

Wat kan aan Na/ K pomp remmen?

A

Vingerhoedskruid bevat een stofje digoxine