Week 2 en 3 thema 11

Question 1

Wat is impliciet leren?

Answer 1

Leren zonder enige kennis, het leren door het te doen:

• Leren van impliciete (niet verbaliserende) regels
• Procedureel geheugen

Question 2

Wat is het voordeel van impliciet leren?

Answer 2

Leerresultaat blijft LANGER bestaan

Minder kwetsbaar voor stress

Question 3

Wat is expliciet leren?

Answer 3

Leren door gedetailleerde instructies:

• Leren aan de hand van expliciete (verbaliserende) regels
• Decleratief geheugen: semantisch + episodisch

Question 4

Wat is het voordeel van expliciet leren

Answer 4

Verloopt snel

Question 5

Wat is Knowledge of Performance

Answer 5

Feedback geven op basis van uitvoering

Question 6

Wat is Knowledge of Results

Answer 6

Feedback geven op basis van uitkomst

Question 7

Wat is interne focus of controle?

Answer 7

Aandacht gericht op beweging zelf of op onderliggende processen

Question 8

Wat is externe focus of controle?

Answer 8

Aandacht gericht op effect v/d beweging. VB: beeldspraak

Question 9

Wat zijn de voordelen van externe focus of controle?

Answer 9

• Bevordert economie van bewegen + reduceert ‘‘ruis’’
• Kost minder energie
• Hoeft minder na te denken over handelingen
• Vermindert balansproblemen bij Parkinson PT

Question 10

Wat is het procedureel geheugen?

Answer 10

Betrekkingen op leren:
leren van motorische vdh (fietsen) & cognitieve vaardigheden (lezen).
‘‘;Automatische handelingen’’

Question 11

Wat is het decleratief geheugen?

Answer 11

Langetermijngeheugen waarbij men opgeslagen kennis BEWUST kan beleven/oproepen bestaat uit

• Episodisch geheugen
• Semantisch geheugen

Question 12

Wat is het decleratief geheugen –> episodische geheugen?

Answer 12

Geheugen van persoonlijke gebeurtenissen. Gebonden aan tijd + plaats. VB: eerste ontmoeting met vriend

Question 13

Wat is het decleratief geheugen –> semantische geheugen?

Answer 13

Geheugen voor betekenissen, begrippen + feiten

Question 14

Welke 3 fases horen tot het stadiamodel van Fitts + Posner

Answer 14

Cognitieve fase
Associatieve fase
Automatische fase

Question 15

Wat houdt de Cognitieve fase in?

Answer 15

• Doorgronden van bewegingshandeling/-sequentie
• Veel voordoen
• PT doet FT na
• Veel fouten toegestaan
• Trial and error
• Gebruik stap-voor-stap uitvoeringsregels –> Expliciet leren
• Globale knowledge of result
• Expliciet leren

Question 16

Wat houdt de Associatieve fase in?

Answer 16

• Procedureel leren
• Aaneensmeden van onderdelen v/d beweging
• Hoeft nog NIET vlekkeloos
• Veel variatie in oefenstof
• PT is in staat eigen fouten op te sporen
• Verschaf gedetailleerde Knowledge of Result icm Knowledge of Performance + soms gerichte verbale instructie

Question 17

Wat houdt de Autonome fase in?

Answer 17

Impliciet leren –> verloopt automatisch

• Aandacht kan gericht worden op andere zaken (dubbeltaken)
• Nauwkeurigheid, timing + snelheid nemen toe
• Nauwkeurige feedback van belang: Knowledge of Result + Performance

Question 18

Wat zijn de kanttekeningen bij het 3 stadiamodel van Fitts + Posner?

Answer 18

1) Tijdens bepaalde fasen van leerproces door geven van KP de aandacht vestigen op beweging zelf
2) Aan het begin van leerproces expliciete instructies te geven, waardoor beweging voor een deel expliciet geleerd wordt
3) Beweging eindeloos herhalen zodat deze zo compleet mogelijk geautomatiseerd wordt
4) Impliciet leren is veel effectiever dan expliciet leren

Question 19

Wat hoort er bij impliciet leren?

Answer 19

• Knowledge of result
• Procedureel geheugen
• Externe focus ‘‘wat gebeurd er met de bal als ik er op die manier tegenaan trap?’’

Question 20

Wat hoort er bij expliciet leren?

Answer 20

• Knowledge of Performance
• Decleratief geheugen
• Interne focus ‘‘ik probeer mijn voet net iets meer onder de bal te krijgen’’

Question 21

Wat houdt traditioneel leren in?

Answer 21

Inslijpen van gewenste (ideale) beweging door deze eindeloos te herhalen (drillen)

Question 22

Wat houdt differentieel leren in?

Answer 22

Bewegingsuitvoering sterk varieren om proces van zelforganisatie te induceren. Variaties in taak, omgeving + individu leidt tot een proces van neurale zelforganisatie

Question 23

Oorzaak, onderzoek + behandeling Os. Good Schlatter

Answer 23

Oorzaak:
Extra botingroei thv patellapees insertie
Onderzoek:
- Pijn op tuberositas tibia: drukpijn
- Zwelling, meestal bothard
- Warmte door ontsteking
- Decline-squattest: pijn door krachtig aanspannen Quadriceps
- Rontgen
Behandeling:
- Rust: klachten verdwijnen vanzelf na 3 mndn
- Ijsapplicaties/NSAID
- Rekoefeningen flexoren knie
- Stimuleren van bewegen
- Provocerende bewegingen vermijden
- Oefentherapie

Question 24

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Bakers Cyste

Answer 24

Oorzaak:
Verzwakking van gewrichtskapsel
Onderzoek:
- Zwelling boven kop van gastrocnemius
- Strak gevoel in knieholte welke flexie belemmerd
Behandeling:
- Meestal agv onderliggende intra-articulaire PA, door behandeling hiervan verdwijnen klachten vanzelf
- Operatie/resectie

Question 25

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Patella luxatie

Answer 25

Oorzaak:
Vaak icm verhoogde laxitiet
Onderzoek:
- Q-hoek onderzoeken
- Laxiteit onderzoeken
- Zwelling
- Stand patella
Behandeling:
- Repositie
- 4 weken gips
- Oefentherapie: versterken quadriceps

Question 26

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Quadricepspees ruptuur

Answer 26

Oorzaak:
Sportletsel, maar ook bij spontaan geforceerd extenderen v/d knie
Onderzoek:
- X-ray
- BWO: onmogelijk knie te strekken
- Pijnlijk rest strek functie vd knie
Behandeling:
Conservatief/operatief: na 6 -8 weken gaat gips eraf + kan gestart worden met FT

Question 27

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Patella pees ruptuur

Answer 27

Oorzaak:
Verstappen of sportletsel, mn bij geforceerd extensie knie
Onderzoek:
- X-ray
- Observatie: verdikking tussen patella + tuberositas tibia
- BWO: Opgeheven actieve extensie knie
Behandeling: operatief

Question 28

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Patella fractuur

Answer 28

Oorzaak:
Kan ontstaan door direct trauma of door actief te fors knie te strekken
Onderzoek:
- X-ray
- Observatie: dislocatie patella
- BWO: actief strekken nagenoeg onmogelijk, niet meer belastbaar, kan erg pijnlijk zijn
Behandeling:
- Vast zetten middels cerclage draad of partiele resectie v/d patella met vervolgens hechten van strekapparaat
- Na 6 weken weer starten met geleidelijke belasting + aanspannen van quadriceps van been, in tussentijd wel andere functies oefenen

Question 29

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Crurisfractuur

Answer 29

Oorzaak:
- Bij jongeren meestal door hoogenergetisch trauma
- Rotatie trauma
- Gecompliceerd fractuur
Onderzoek: X-ray
Behandeling:
- Conservatief bij NIET gedislokeerde fractuur, fixatie met plaat/andere implantaten
- Snel beginnen met oefenen: belast lopen met krukken op geleide van pijn
- Duur genezing: tussen 3-6 mndn

Question 30

Oorzaak, onderzoek + behandeling: Femurschacht fractuur

Answer 30

Oorzaak:
Meestal hoogenergetisch letsel
Onderzoek:
- X-ray gehele femur met knie +heup
- Observatie: Pijnlijk bovenbeen, in abnormale stand met zwelling + functio laesie
Behandeling:
- Operatief: (plaat)osteosynthese
- Nabehandeling + controle: mobilisatie afhankelijk op grond stabiliteit + kliniek
- Bij dwars/stabiele fracturen: direct belast mobiliseren

Question 31

Oorzaak: Valgiserende osteomie

Answer 31

Vaak toegepast bij mensen onder 60 jaar met goede conditie, met beginnende atrotische veranderingen
Kellgren 2

Question 32

Oorzaak Shin splints

Answer 32

Door enorme schok tijdens lopen bij elke landing optreedt, raakt deze spierovergang overbelast

Question 33

Oorzaak + behandeling: Eversietrauma

Answer 33

Oorzaak: trauma
Behandeling:
- RICE
- Stabiliteit verhogen
- Spierkracht verbeteren