Week 2 + 3 zonder PA en spieren thema 11 Flashcards
Hoe verloopt de Q-hoek?
Tussen SIAS, midden patella + tuberositas tibia, midden patella.
Wanneer is de Q-hoek afwijkend?
Bij 20 graden of meer
Wat zijn de bewegingen die een vergrote Q-hoek veroorzaken?
Heup in endorotatie
Knie in valgusstand
Enkel in valgusstand
Tibia in endorotatie
Welke spieren worden er geinnerveerd door de N.Femoralis?
Rectus femoris Sartoirus Ilipsoas Obturatoirus externus Vastus medialis, lateralis en intermedius
Welke spieren worden geinnerveerd door de N.Obturatorius?
Pectineus Adductor Longus Adductor Brevis Adductor Magnus Gracilis
Welke spieren behoren tot de hamstrings?
Semitendinosus
Semimembranosus
Biceps Femoris
Welke spieren worden geinnerveerd door de N.Tibialis?
Biceps femoris Semimembranosus Semitendinosus Gastrocnemius Popliteus Soleus Plantaris Tibialis posterior Flexor digitorum longus Flexor hallucis longus
Welke spieren worden geinnerveerd door de Plexus Sacralis?
Piriformis
Gemellus superior + inferior
Obturatorius internus
Quadratus femoris
Welke spieren worden geinnerveerd door de N. Fibularis profundus?
Tibialis anterior
Extensor digitorum longus (toets)
Extensor hallucis longus
Heup Kop: Kom: Capsulair patroon: CPP: MCPP MLPP Normaal: ROM:
Kop: Caput femoris Kom: Acetabulum Capsulair: endorotatie s=90 - flexie - abductie s=0 - hyperextensie CPP: Maximale extensie MCPP: Maximale extensie, adductie + endorotatie MLPP: ±30 abductie, ±30 graden flexie + iets exo Normaal: Lateraal-caudaal-ventraal ROM: - Flexie: 120 - Extensie: 15 - Adductie: 25 - Abductie: 45 - Endorotatie: 30-45 - Exorotatie: 45-70
Knie Kop: Kom: Capsulair patroon: CPP: MCPP MLPP Normaal: ROM:
Kop: Condyli femoris Kom: Tibia plateau Capsulair patroon: Flexie, extensie CPP: Hyperextensie MCPP: Maximale extensie, dorsaalflexie BSG, anteflexie heup MLPP: ±30 flexie Normaal: Iets proximaal ROM: - Flexie: 160 - Extensie: 10 - Exorotatie: 45 - Endorotatie: 15
Talocrurale Kop: Kom: Capsulair patroon: CPP: MLPP Normaal: ROM:
Kop: Talus Kom: Cruris (tibia+fibula) Capsulair patroon: Plantair-, dorsaalflexie CPP: Maximale dorsaalflexie MLPP: ±10 plantairflexie Normaal: distaal, iets ventraal ROM: - Dorsaalflexie: 20-30 - Plantairflexie: 30-50
Subtalare: Kop: Kom: Capsulair patroon: CPP: MLPP Normaal: ROM:
Kop: Talus Kom: Calcaneus Capsulair patroon: inversie CPP: Maximale inversie MLPP: Middenstand tussen inversie en eversie Normaal: plantair, proximaal ROM: - Inversie: 20 - Eversie: 5-10
Wat is de insertie van de iliotibiale band (toets)
Epicondylis lateralis van tibia
Venterolaterale zijde tibia
Patella
Wat raakt geirriteerd bij ITBS (toets)
Rijk geinnerveerd + gevasculariseerd dun laagje vetweefsel
ITBS ontstaat vooral bij?
Hardlopers door overbelasting
ITBS komt op spanning bij contractie van:
M. Tensor Fascia latea, Gluteus maximus + Vastus lateralis
Bij welke beweging van heupgewricht ontstaat er een hogere spanning v/d tractus door rek?
Adductie
Door ..A… van de knie en ..B.. van de heup tijdens het lopen kan de tractus als ..C.. v/d knie optreden
A) Endorotatie
B) Adductie
C) Extensor
Wat zijn de symptomen bij ITBS?
- Laterale kniepijn tijdens/direct na hardlopen. Soms voelt men startpijn
- Pijn ontstaat eerder bij bergaf lopen dan bij bergop
- Pijn ontstaat geleidelijk
- Pijn start vaak bij voorspelbare afstand + neemt toe
- Soms is er een waarneembare warmte + lichte zwelling
- Herkenbare drukpijn op laterale femurepicondylus tijdens passief uitgevoerde flexie-extensie v/d knie. Geen drukpijn op laterale gewrichtsspleet
Welke testen kan je inzetten voor ITBS?
Test van Noble
Test Renne
Test van Ober
Wat is het doel van Test van Ober?
Om te kijken naar de flexibiliteit van de ITB
Wat zijn risicofactoren voor ITBS?
- Lange afstanden hardlopen
- Endorotatie v/d knie tijdens standfase bij hardlopen
- Adductie v/d heup tijdens standfase bij hardlopen (toets)
- Bergwandelen (lange + steile afdalingen)
- O-benen
- Schoenen met een te hoge mediale ondersteuning en/of slappe laterale zool
- Steeds aan dezelfde kant van de weg lopen
Wat is de therapie bij ITBS?
3 weken relatieve rust. PT mag NIET hardlopen
Krachttraining van been- + heupspieren. Extra aandacht:
- Versterking heupabductoren
- Versterking Quadriceps, m.n. Vastus lateralis
Na 3 weken relatieve rust geleidelijk hardlooptraining opbouwen
Als PT met antipronatieschoenen jogt –> neutrale schoenen
Lopen aan kant van klachten knie
In geval van bergwandelaars, stokken gebruiken bij afdaling
Rekoefeningen van tractus om minder strakke tractus in rust te krijgen
Eventueel duidelijke beenlengteverschillen corrigeren
Operatie
De gehele trapezius wordt geinnerveerd door”
N. Accesorius (11)
Wat zijn de belangrijkste spieren voor stabilisatie van romp?
Lokale stabilisatoren
Globale stabilisatoren
Diafragma
Bekkenbodemspieren
Welke spieren behoren tot lokale stabilisatoren?
Multifidus
Transversus abdominis
Welke spieren behoren tot de globale stabilisatoren?
Erector spinae
Rectus abdominis
Obliquus abdominis externus + internus