Week 2 + 3 zonder PA en spieren thema 11 Flashcards

1
Q

Hoe verloopt de Q-hoek?

A

Tussen SIAS, midden patella + tuberositas tibia, midden patella.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is de Q-hoek afwijkend?

A

Bij 20 graden of meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de bewegingen die een vergrote Q-hoek veroorzaken?

A

Heup in endorotatie
Knie in valgusstand
Enkel in valgusstand
Tibia in endorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke spieren worden er geinnerveerd door de N.Femoralis?

A
Rectus femoris
Sartoirus
Ilipsoas
Obturatoirus externus
Vastus medialis, lateralis en intermedius
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke spieren worden geinnerveerd door de N.Obturatorius?

A
Pectineus
Adductor Longus
Adductor Brevis
Adductor Magnus
Gracilis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke spieren behoren tot de hamstrings?

A

Semitendinosus
Semimembranosus
Biceps Femoris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke spieren worden geinnerveerd door de N.Tibialis?

A
Biceps femoris
Semimembranosus
Semitendinosus
Gastrocnemius
Popliteus
Soleus
Plantaris
Tibialis posterior
Flexor digitorum longus
Flexor hallucis longus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke spieren worden geinnerveerd door de Plexus Sacralis?

A

Piriformis
Gemellus superior + inferior
Obturatorius internus
Quadratus femoris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke spieren worden geinnerveerd door de N. Fibularis profundus?

A

Tibialis anterior
Extensor digitorum longus (toets)
Extensor hallucis longus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
Heup
Kop:
Kom:
Capsulair patroon:
CPP:
MCPP
MLPP
Normaal:
ROM:
A
Kop: Caput femoris
Kom: Acetabulum
Capsulair: endorotatie s=90 - flexie - abductie s=0 - hyperextensie
CPP: Maximale extensie
MCPP: Maximale extensie, adductie + endorotatie
MLPP: ±30 abductie, ±30 graden flexie + iets exo
Normaal: Lateraal-caudaal-ventraal
ROM:
- Flexie: 120
- Extensie: 15
- Adductie: 25
- Abductie: 45
- Endorotatie: 30-45
- Exorotatie: 45-70
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
Knie
Kop:
Kom:
Capsulair patroon:
CPP:
MCPP
MLPP
Normaal:
ROM:
A
Kop: Condyli femoris
Kom: Tibia plateau
Capsulair patroon: Flexie, extensie
CPP: Hyperextensie
MCPP: Maximale extensie, dorsaalflexie BSG, anteflexie heup
MLPP: ±30 flexie
Normaal: Iets proximaal
ROM:
- Flexie: 160
- Extensie: 10
- Exorotatie: 45
- Endorotatie: 15
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
Talocrurale
Kop:
Kom:
Capsulair patroon:
CPP:
MLPP
Normaal:
ROM:
A
Kop: Talus
Kom: Cruris (tibia+fibula)
Capsulair patroon: Plantair-, dorsaalflexie
CPP: Maximale dorsaalflexie
MLPP: ±10 plantairflexie
Normaal: distaal, iets ventraal
ROM:
- Dorsaalflexie: 20-30
- Plantairflexie: 30-50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
Subtalare:
Kop:
Kom:
Capsulair patroon:
CPP:
MLPP
Normaal:
ROM:
A
Kop: Talus
Kom: Calcaneus
Capsulair patroon: inversie
CPP: Maximale inversie
MLPP: Middenstand tussen inversie en eversie
Normaal: plantair, proximaal
ROM:
- Inversie: 20
- Eversie: 5-10
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de insertie van de iliotibiale band (toets)

A

Epicondylis lateralis van tibia
Venterolaterale zijde tibia
Patella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat raakt geirriteerd bij ITBS (toets)

A

Rijk geinnerveerd + gevasculariseerd dun laagje vetweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ITBS ontstaat vooral bij?

A

Hardlopers door overbelasting

17
Q

ITBS komt op spanning bij contractie van:

A

M. Tensor Fascia latea, Gluteus maximus + Vastus lateralis

18
Q

Bij welke beweging van heupgewricht ontstaat er een hogere spanning v/d tractus door rek?

A

Adductie

19
Q

Door ..A… van de knie en ..B.. van de heup tijdens het lopen kan de tractus als ..C.. v/d knie optreden

A

A) Endorotatie
B) Adductie
C) Extensor

20
Q

Wat zijn de symptomen bij ITBS?

A
  • Laterale kniepijn tijdens/direct na hardlopen. Soms voelt men startpijn
  • Pijn ontstaat eerder bij bergaf lopen dan bij bergop
  • Pijn ontstaat geleidelijk
  • Pijn start vaak bij voorspelbare afstand + neemt toe
  • Soms is er een waarneembare warmte + lichte zwelling
  • Herkenbare drukpijn op laterale femurepicondylus tijdens passief uitgevoerde flexie-extensie v/d knie. Geen drukpijn op laterale gewrichtsspleet
21
Q

Welke testen kan je inzetten voor ITBS?

A

Test van Noble
Test Renne
Test van Ober

22
Q

Wat is het doel van Test van Ober?

A

Om te kijken naar de flexibiliteit van de ITB

23
Q

Wat zijn risicofactoren voor ITBS?

A
  • Lange afstanden hardlopen
  • Endorotatie v/d knie tijdens standfase bij hardlopen
  • Adductie v/d heup tijdens standfase bij hardlopen (toets)
  • Bergwandelen (lange + steile afdalingen)
  • O-benen
  • Schoenen met een te hoge mediale ondersteuning en/of slappe laterale zool
  • Steeds aan dezelfde kant van de weg lopen
24
Q

Wat is de therapie bij ITBS?

A

3 weken relatieve rust. PT mag NIET hardlopen
Krachttraining van been- + heupspieren. Extra aandacht:
- Versterking heupabductoren
- Versterking Quadriceps, m.n. Vastus lateralis
Na 3 weken relatieve rust geleidelijk hardlooptraining opbouwen
Als PT met antipronatieschoenen jogt –> neutrale schoenen
Lopen aan kant van klachten knie
In geval van bergwandelaars, stokken gebruiken bij afdaling
Rekoefeningen van tractus om minder strakke tractus in rust te krijgen
Eventueel duidelijke beenlengteverschillen corrigeren
Operatie

25
Q

De gehele trapezius wordt geinnerveerd door”

A

N. Accesorius (11)

26
Q

Wat zijn de belangrijkste spieren voor stabilisatie van romp?

A

Lokale stabilisatoren
Globale stabilisatoren
Diafragma
Bekkenbodemspieren

27
Q

Welke spieren behoren tot lokale stabilisatoren?

A

Multifidus

Transversus abdominis

28
Q

Welke spieren behoren tot de globale stabilisatoren?

A

Erector spinae
Rectus abdominis
Obliquus abdominis externus + internus