Toets Flashcards

1
Q

Hoeveel liter wordt er niet opgenomen in alveoli?

A

150 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de beweegrichting v/d heup bij een landing van een persoon met kneeing in?

A

Endorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij hoeveel graden spreek je van een afwijkend/vergrote Q hoek?

A

20 graden of hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke voetstand in de standfase leidt tot vergrote Q hoek?

A

Valgusstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk weefsel is het meest waarschijnlijk dat ingeklemd wordt bij ITBS?

A

Dun laagje rijk gevasculariseerd + rijk geinnerveerd vetweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 2 knie bewegingen die tractie geven v/d iliotibiale band (op spanning brengen)

A

Endorotatie en valgus (knie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Via welk neuraal mechanisme worden de lokale stabilisatoren aangesproken voordat de spieren v/d extremiteit aanspannen?

A

(systematisch systeem) ventrale vezels tractus corticospinalis zorgen voor aansturing v/d romp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door welke zenuw wordt de M. Rectus Femoris geinnerveerd?

A

N. Femoralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de hoofdfunctie v/d M. Gemellus superior?

A

Exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door welke zenuw wordt de M. Extensor digitorum longus geinnerveerd?

A

N. Fibularis profundus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door welke 2 arteriën worden de hersenen gevasculariseerd?

A

A. Vertebralis en A. Carotis communis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Door welke arterie wordt de occipitale lob gevasculariseerd?

A

A. Cerebri Posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke hersenstructuur is aangedaan als je last hebt van hypermetrie (=bewegingsstoornis), megalogratie, gangtaxtie(=coordinatiestoornis), nystagmus & interlietremor?

A

Cerebrellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet de baan voor informatie tast en propriocepsis?

A

Tractus spinothalamticus dorsalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

WElke hersenzenuw is aangedaan bij paralyse van een kant van het gezicht?

A

7) N. Facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke hersenzenuw zorgt voor aansturing van M. Sternocleidmastoideus en M. Trapezius?

A

11) N. Accessorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke neuropsychologische aandoening kan je krijgen agv laesie in secundaire visuele schors?

A

Prosopagnosie (niet kunnen herkennen van gezichten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke descenderende baan in CZS geeft als functie het bijsturen van bewegingen in opdracht van cerebellum?

A

Tractus Rubrospinalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

In welke fase van Fitts & posner gaat het uitvoeren van dubbeltaken goed?

A

Autonome fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

In welke situatie is expliciet leren beter?

A

Als je snelle vooruitgang wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Over welk geheugen heb je het als het het aangeleerde beter opslaat agv van feedback van knowledge of result

A

Procedureel geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoeveel graden flexie v/d knie zorgt voor pijnprovocatie bij ITBS?

A

30 graden (test van Nobel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bij welke aandoening doe je de finkelstein test?

A

Ziekte van Quervain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welk hormoon produceert de hypofyse agv mentale stress?

A

ACTH –> Adrenocorticotroop hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Uit welke 3 partijen bestaat de tripartie markt?

A

Patienten, zorgverzekeraars en zorgprofessional/ondernemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waar staat PEST voor?

A

Politiek, Economie, Sociaal en Technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Noem de 5 krachten van Porter?

A
  1. Patient
  2. Alternatieve diensten
  3. Nieuwe toetreders
  4. Leveranciers
  5. Concurrentie bestaande samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke instantie voert de wet WMO (wet maatschappelijke ondersteuning) uit?

A

De gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

M. Intercostalis externi heeft invloed op beweging v/d inademhaling, welke richtingen

A

Lateraal, craniaal en ventraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Hoeveel % van de inademhaling is de m. intercostalis externi verantwoordelijk

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is de longvulome van een volwassen man?

A

5-7 liter

32
Q

Noem 2 oorzaken waardoor er een hogere pijndrempel is bij inspanning

A

1) wordt meer proprioceptieve informatie afgegeven

2) Vrijkomen van endorfine

33
Q

Hoe noem je het blauw verkleuren van de lippen bij COPD>

A

Cyanose

34
Q

Welke zenuw is het meest aangedaan bij schouderluxatie?

A

N. Axillaris

35
Q

Leg uit wat perfusie is

A

Mate van doorbloeding van een structuur

36
Q

Wat is de larynx en pharynx?

A
Larynx = strottenhoofd
Pharynx = keelholte
37
Q

Gezondheidszorg is onderverdeeld in verschillende groepen, onder welke behandelniveau is DTF van toepassing?

A

Eerste lijns

38
Q

Welke 2 omgevingsfactoren worden in beeld gebracht bij externe analyse?

A

1) Taak omgeving (transectionele omgeving)

2) Maatschappelijke omgeving (contextuele)

39
Q

Welke analyse heb je nog meer naast interne- + externe analyse?

A
Stakeholders analyse
Postcode analyse
SWOT analyse
Porter
PEST analyse
40
Q

Welke instantie meldt onbevoegde fysiotherapeuten?

A

Geschillencommissie fysiotherapie

41
Q

In de trachea vindt geen difussie plaats, hoe wordt deze vorm van ventilatie genoemd?

A

Perfusie

42
Q

Welke longvolume is beperkt bij restrictie probleem v/d longen en is niet te merken bij spirometer

A

Restvolume

43
Q

Welk deel van de zenuw is aangedaan bij perifere sensitisatie?

A

Zenuw uiteinde

44
Q

Welk anatomisch deel in de hersenen is belangrijk bij evalueren van binnenkomende pijnsignalen?

A

Thalamus

45
Q

Ander woord voor toename pijngevoeligheid?

A

Hyperalgesie

46
Q

Welke pathologie komt vaak voor bij mensen met dementie?

A

Hart- en vaat aandoeningen

47
Q

Hoe wordt volgens de Moree bindweefsel genoemd?

A

Fascia

48
Q

Wat is het compartimenten syndroom?

A

Druk in de onderbeenspieren loopt hoog op binnen een loge tijdens het sporten. De zwelling v/d spieren wordt tegengewerkt door omhullende inelastische fascia, tibia, membrana interossea en fibula. De inwendige druk stijgt en de circulatie wordt geblokkeerd. Druk in rust is hoger.

49
Q

Rotator-cuff spieren geven stabilisatie aan schouder, welke andere spier zorgt nog meer voor stabilisatie?

A

M. Biceps caput longus

50
Q

Naar welke richting transleer je de humerus?

A

Craniaal

51
Q

Hoe heet de aandoening als je last hebt van de voorkant v/d elleboog?

A

Laterale epicondylitis

52
Q

Welke pees is het meest aangedaan bij de elleboog?

A

Extensor Radialis brevis

53
Q

Welk type, volgens Pauwels, heb jij bij horizontale verlopende fractuur?

A

Pauwels type 1

54
Q

Wat is eminentia fractuur?

A

Alvusiefractuur waarbij de voorste kruisband betrokken is

55
Q

Je hebt 3 kostenbudget, welke 3?

A

Vaste budget
Variabel budget
Gemengd budget

56
Q

Welke 3 onderdelen zijn aanwezig op een jaarrekening?

A

Winst + verlies overzicht
Balans
Kasstroom inzicht

57
Q

Hoe heet de aandoening waarbij er extra ingroei thv patellapees is?

A

Osgood Schlatter

58
Q

Welk vermogen geeft solvalibiteit weer?

A

Verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen

59
Q

Welke focus is zinvol bij parkinson-pt bij balanstraining?

A

Interne focus

60
Q

Noem een voordeel voor de motorische leer strategie backward-chaining?

A

Leidt tot succes ervaring

61
Q

Noem 2 insertie plekken van tractus iliotibialis

A

Epicondylis lateralis van tibia

Patella

62
Q

Welke beweging van de heup tijdens de standfase is een risicofactor voor ITBS?

A

Adductie

63
Q

Welke zenuw is aangedaan bij cubitaal tunnel syndroom?

A

N. Ulnaris

64
Q

Benoem nog 2 doelen naast kwaliteit verbeteren die de HKZ heeft?

A
  • Beheersbaarheid
  • Incontrol
  • Bewijs naar extern
65
Q

Welke hormoonklier zal cortisol release hormoon (CRH) toevoegen aan het bloed?

A

Hypothalamus

66
Q

Benoem 4 verschillende indelingen v/d gezondheidszorg

A

1 zorg naar zorgbehoefte
2 zorg naar plaats v/d behandeling
3 zorg naar behandelingsniveau
4 zorg naar doelgroep

67
Q

Je krijgt een plaatje te zien van longvolumnia en moet zeggen welke het is

A

normaal
obstructief
restrictief
gemengd

68
Q

Waaruit bestaat activa en passiva?

A

Activa:
- Liquide middelen: kas, bankrekening
- Vlottende activa: debiteuren (krijg je geld van)
- Vaste activa: pand/gebouw, bureau, behandelbank. fitnessapparetuur
Passiva:
- Eigen vermogen
- Voorzieningen (geld voor later)
- Vreemd vermogen kort: kortdurende lening <1 jr
- Vreemd vermogen lang: Langdurende leningen >1 jr
- Hypotheek

69
Q

Waar bestaat de vlottende activa uit?

A

Debiteuren

70
Q

Wat betekent GAS en noem hiervan de 3 fases

A

General Adaption Sysndrome

  1. Alarmfase
  2. Weerstandsfase
  3. Uitputtingsfase
71
Q

Patient toestemming beslissingen?

A
  • Tot 12 jaar mag beslist worden door de ouders wat er gebeurt met het kind
  • 12-15 jaar moeten kind en ouders samen beslissen en moet er een compromis komen
  • 16 jaar en erna mogen kinderen zelf beslissen wat en hoe dingen gebeuren
72
Q

Waaruit bestaat activiteitenbudget?

A
  • Budget hangt af van omvang v/d activiteiten
  • Afhankelijk van verwachte omzet, verwachte afname + inkoopprijzen van grondstoffen en/of handelsgoederen (inkoopbudget)
73
Q

Welke verschillende budgetten zijn er?

A

Activiteitenbudget
Resultatenbudget/investeringsbudget
Kostenbudget

74
Q

Waaruit bestaat kostenbudget?

A

Vast budget
Variabel budget
Gemengd budget

75
Q

Wat is de anatomische dode ruimte?

A

Alle luchtwegen die wel geventileerd worden, maar geen uitwisseling van gassen plaatsvindt (difussie)
Bovenste + onderste longwegen = ADR