Thema 12 week 4 MTT bovenste extremiteit Flashcards

1
Q

Stabiliteit van GH-gewricht kan opgedeeld worden in …A.. + …b…

A

Actieve

Passieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt actieve stabiliteit in van GH gewricht ?

A

Bestaat uit spieren, RC-cuff + Biceps caput longum (toets)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt passieve stabiliteit in van GH gewricht?

A

Bestaat uit: Kapsel, ligamenten, labrum + glenoid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat de stanmore classificatie bij GH-stabiliteit

A

Polar type 1 + 2 + 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt Stanmore classificatie GH- stabiliteit Polar ty[e 1 in?

A

Trauma wat heeft geleid tot structureel probleem

  • Klassiek sportblessure
  • Significant trauma
  • Unilateraal
  • Relatief normale spieractivatie
  • Vaak met Bankartlaesie en/of Hill Sachs laesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt Stanmore classificatie Polar type 2 in?

A

Geen trauma, wel structureel probleem

  • Geen trauma
  • Schade aan structuur gewrichtspartners
  • Kapseldysfunctie
  • Soms bilateraal
  • Relatief normale spieractivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt Stanmore classificatie Polar type 3 in

A

Geen sprake van structureel probleem, maar aansturing v/d spieren werkt niet correct meer

  • Geen trauma
  • Geen structurele schade
  • Kapseldysfunctie
  • Vaak bilateraal
  • Abnormale spieractivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de relatie tussen GH-instabiliteit en SAPS?

A

GH- instabiliteit kan SAPS veroorzaken, doordat er een verhoging plaatsvindt v/d belasting van subacromiale structuren, zoals pezen + spieren. Door de veranderde artrokinematica vindt er dus overbelasting plaats + ontstaat er vaak tendinopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt tenniselleboog ook wel genoemd?

A

Laterale epicondylitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tenniselleboog:

A

Overbelasting v/d extensoren + supinatoren v/d elleboog. Vaak ontstaan naar aanleiding van repeterende microtrauma. Exacte oorzaak onbekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de leeftijd voor tenniselleboog?

A

tussen 40-50 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar is laterale epicondylitis aan gerelateerd?

A

Werk gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de risicofactoren voor tenniselleboog?

A

Gereedschap zwaarder dan 1kg
Gewicht van meer dan 20kg meer dan 10x p/dag tillen
Langer dan 2 uur dezelfde beweging maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn risicofactoren bij tennis voor tenniselleboog?

A
Foute techniek
Verlengde speeltijd
Speelfrequentie
Omvang v/d handvat
Gewicht racket
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Laterale epicondylitis is een tendinopathie van de: (toets)

A

M. Extensor Carpi Radialis brevis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

56% van de klachten bij tenniselleboog gaat gepaard met nekpijn, waardoor

A

Doordat de veranderde biomechanica v/d arm zorgt voor overbelasting in de keten

17
Q

Bij diabetes is er sprake van pieken van insuline (hyperglycemie), suiker gaat hangen aan collageen (glycering). Hierdoor ontstaan er pathologische ….A.., die verklevingen veroorzaken (Fibrosering).

A

Pathologische crosslinks (toets)

18
Q

Wat is het gevolg van pathologische crosslinks door fibrosering?

A

Bindweefsel/fascia gaat achteruit waardoor ander krachtenspel ontstaat. Door dit veranderde krachtenspel kunnen er klachten ontstaan

19
Q

Waaruit bestaat Fascie?

A
Collageen
Elastine
Water
PAG/GAG
Matric
20
Q

Fascie:

A

Verbindt alles in het lichaam. Zijn goed geinnerveerd + gevasculariseerd en kennen veel noci- + propriosensoriek die mee helpen aan houding + beweging van lichaam.

21
Q

Waardoor wordt fascie gemaakt

A

Fibroblasten

22
Q

Waar gaat de sensoriek ook heen van fascie?

A

Spinaalniveau –> beinvloedt dus ook coordinatie van lichaam

23
Q

Noem verschillende fascia:

A
Thoracolumbalis
Abdominalis superficialis
Transversalis
Fascia Latea
Fascia cruris
Plantaris (toets)
Brachii
Palmaris