Thema 12 week 2: Chronische pijn Flashcards

1
Q

Perifere sensitisatie

A

Kenmerkend voor acute pijn
Uiteinde v/d C-vezel geeft Substance P af waardoor sensoren in de buurt gedempt worden + gevoeliger worden voor schade.
Perifere sensitisatie is een normaal proces dat het herstel bevordert + altijd plaats vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Centrale sensitisatie

A
Chronische pijn (>3 maanden)
Bij achterzijde van grijze stof komen signalen binnen via achterhoorn. Deze signalen schakelen over naar WDR-neuron. WDR-neuron krijgen informatie van alle zenuwen. De receptoren worden constant vervangen, waarbij de werking van neuron kan veranderen. Hierdoor kan VB: een A-vezel zich gaan gedragen als C-vezel. Dit WDR kan maar 1 signaal doorsturen (poorttheorie). WDR verandert als er een langer periode een schade signaal binnenkomt. Wordt dan gevoeliger voor schade signaal. Wanneer WDR neuron een normale boodschap interpreteert als schade wordt dat modificatie genoemd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is modificatie?

A

Niet pijnlijke prikkel wordt ineens een pijnlijke prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een WDR-neuron

A

Neuron dat alle informatie over lichaam binnen krijgt
Schade, fijne tast, grove tast + proprioceptie.
WDR kan maar 1 signaal tegelijk doorgeven = poorttheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op ruggenmergniveau is er bij chronische pijn sprake van een vergrote afgaven van een stof, welke stof?

A

Substance P

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor zorgt substance P bij chronische pijn?

A

Continuerende prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is er bij chronische pijn een verminderde descenderende remming of juist meer?

A

Verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het wind-up effect

A

Als enkel signaal doorgegeven wordt, wordt het even sterk doorgegeven. ALs het continu achter elkaar doorgegeven wordt, wordt het signaal versterkt doorgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De falende descenderende remming bij centrale sensitisatie wordt veroorzaakt door:

A

Serotonerge baan + noradrenerge baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt de serotonerge baan in?

A

PAG (NRM)
Wordt geactiveerd als het signaal van schade naar boven gaat. Dempt het signaal door serotonine af te geven, welke werkt als neurotransmitter om pijn de dempen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar zorgt PAG (serotonerge baan) voor?

A

Zorgt voor minder pijnwaarneming. Geeft serotonine, endorfine en dopamine af aan liquor cerebrospinalis, gaat naar beneden en kan op achterhoorn moduleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de noradrenerge baan in

A

Locus coeroleus –> welke pijn dempt op ruggenmergniveau met het afgeven van noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 2 oorzaken waardoor een hogere pijndrempel is bij inspanning

A

1) Wordt meer proprioceptieve informatie afgegeven

2) Vrijkomen endorfine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke onderdelen van limbisch systeem vindt er een verhoogde activiteit plaats bij schade

A

Amygdala
Insula
Anterieure cingulate gyrus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor dient de tractus spinothalamicus lateralis?

A

Verstuurt informatie over pijn + temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een belangrijke functie van de thalamus bij pijn? (toets)

A

Verdelen van pijnprikkels naar andere delen van hersenen

17
Q

Wat is een ander woord voor toename pijngevoeligheid?

A

Hyperalgesie

18
Q

Wat houdt primaire hyperalgesie in?

A

Pijn wordt versterkt gevoeld in het aangedane gebied

19
Q

Welke baan zorgt voor controle van fijne bewegingen en komt uit in de cerebrale cortex?

A

Tractus corticospinalis