week 1, HC.7 - Innate immuniteit - 1 Flashcards
wat zijn NK-cellen
natural killer cellen –> innate lumfoide cellen (lijken op T- en B lymfociten) , maar hebben niet deze receptoren
hoe worden NK-cellen geactiveerd
combinatie van activerende en remmende signalen
inhiberende facotren -> MHC-klasse 1 (alle cellen met een kern)
activerende receptoren –> verschillende liganden
normaal in balans, maar virusen of bij tumoren zorgen voor remming MHC-klasse 1 expressie en dan apoptose door NK-cellen
hoe dood een NK cel de cel
via apoptose door middel van perforines en gramzines af –> zorgt voor gaatjes in de target cel
waarvoor is een NK–cel nog meer belangrijk
voor het produceren van cytokines –> IFN-gamma –> essentieel in vroege respons infectie
welke twee soorten receptoren zijn er om microben/schade te herkennen
- cellulaire receptoren –> op / in cellen
- humorale receptoren –> in serum of weefselvloeistof
wat zijn humorale receptoren
- oplosbare eiwitten in serum en weefselvloeistof (stofzuigers)
- geproduceerd door hepatocyten, epitheel cellen en leukocyten
- werking als opsonine –> Stimuleert fagocytose
- neutralisatie –> toxines niet meer hun werk doen
- activeren complement-cascade
welke soorten humorale receptoren zijn er
- complement (C1q, C3)
- collectines –> surfactant eiwitten
- ficolines –> ficolines-1, -2, -3
- pentraxines –> c-reatief proteine (CRP)
wat doet C-reactief proteine (CRP)
groep van pentraxine (humoraal receptor)
bindt aan fosforcholine –> zit po bacterien
word in de kliniek veel gebruikt als marker van infecties
welke groepen cellulaire receptoren zijn er
- opsonine receptoren –> hebben brug molecuul nodig (antisotffen serum eiwitten) –> vooral fagocytose
- (mircobe-) Ligand receptoren –> direct aan microbe –> vooral fagocytose
- supplementaire receptoren –> vooral signalering
waarom zijn macrofagen zo geshcikt als ultieme cellulaire sensores
- veel verschillende ligand receptoren
- aanwezig in alle weefsel in relatief grote hoeveelheid
hoe verloopt fagocytose door macrofacen
- zipper mechanisme –> mbv FcR ‘ritst’ de macrogaaf beetje bij beetje om de bacterie
- spacious fagocytose –> macrofaag slaat een stuk membraan om een bacterie heen
opname zorgt voor afbraak en signalering naar de kern zorgt voor activatie van de cel
wat zijn Fc receptoren en onder welke groep vallen ze
groep = opsosine
receptor van de staart (stabiel) dele van een antisof
- Fc- gammaRI
- FC-epsilon RI
^ zijn heel sterk en binden zonder antistof
complement receptoren
zitten veel op macrofagen en dentritische cellen
- 1 op erytrocyten –> komen veel voor
- vooral fagocytose
- CR3 en 4 zorgen ook voor adhesie
welke soorten (microbe-) ligand receptor kennen we
scavenger recepttor
c-type- lectine receptor
welke receptoren kennen we onder de opsonine receptoren
FcR
complement R