week 1, HC.4 - Inleiding parasitologie Flashcards

1
Q

kenmerken leishmania parasieten

A
  • ovale organismen 2-6 micro meter groot
    twee donker gekleurde organellen in leukocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definities van samenleven

A
  • symbiose -> met elkaar leven
  • commensalisme –> niemand voor of nadeel
  • parasitisme –> leven ten koste van gstheer
  • mutalisme –> samenleven tot wederzijds voordeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de medische definitie van parasieten

A

eukaryoten organismen die leven ten koste van hun gastheer (niet zijnde schimmels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is bijzonder aan parasieten

A

eukaryoten dus complexe celtype

  • grootste genoom –> veel genen
  • complexe cel structuren
  • meerdere ontwikkelingsstadia in levenscyclus
  • meestal meerdere gastheren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de hoofdgroepen van parasiete

A

nectoparasieten –> op de huis
- vlooien, luizen, teken etc

parasitaire wormen
- spoelwormen, mijnwormen

parasitaire protozoa
- leishmania, malaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is leishmaniasis

A

complexa aandoening door >20 verschillende soorten

parasieten overgebracht door vrouwlijke ‘zandvliegsjes’

overleeft immuun cellen door vorkomen fagosoom met lysosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een vector

A

altijd een e-vertebraad
verantwoordelijk voor overdracht van parasiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de ontwikelingscyclus van de leishmanis

A

eerst in zandvlieg –> naar speekselklieren, injectie in de mens

in de mens fagocytose voor macrofagen, maar blokkert daar vernietiging (leukencyten kapot)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke ontwikkelingscyclus kennen we bij parasieten

A

directe ontwikkelingscyclus –> parasiet heeft 1 gastheer

indirecte ontwikkelinscyclis -> parasiet heeft minstens 2 gastheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke soorten gastheren zijn er

A

tussen gastheer –> gastheer waar de asexuele of vegatatieve vermeerdering plaatsvindt

definitieve gastheer –> gastheer die de volwassen parasiet herbergt en waarin de geslachtelijke vermenigvuldiging plaatsvindt

gastheerspecificiteit –> door een specialisatie ontstane gebondenheid van de parasiet aan de gastheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

viscerale leishmaniasis

A

90 % vna infectie in 5 landen
- india
- bangladesh
- brazilie
- nepal
- sudan

leukocyt neemt paracyt mee door het lichaam (viscera)

  • aantasting imuunsysteem en repressie van aanmaak bloedcelling

vergroting milt en lever

incubatietijd van enkele maanden tot jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de prepatente periode

A

is de tijspanne tussen het infectiemoment en het moment dat de parasiet blijkt geeft van zijn aanwezigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke soorten leishmania geven viscerale leishmaniasis

A

L. donovani (india etc)
L. infanctum (middenlandse zee)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DD bij viscerale leishmaniasis

A

anamnese –> herkomst, reisanamnsese

symptomen –> ongrelmaltige koorts, hepatosplenomegalie

lab–> pancytopenie, hyper IgG en IgM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is leishmania infantum

A

Zoonose –> dierziekte die ook bij mensen bij probleem kan geven, dieren zijn het reservoir

  • opportunisstische infectie
    (jong of oud, HIV etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cutane leishmaniasis

A
  • geen versleping parasiet
  • ulcus rondom beet zandvlieg

ulcus met opgeworpen rand
- pijnloos, langzaam groeiend

  • incubatie tijd, 2-8 weken
17
Q

wat is verschil leishamnia mexicana en infantum

A

mecicana vooral oude wereld, cutaan en lokale therapie

viannia complex –> nieuwe wereld, systsemische therapie (mucocutaan terugkomst)

18
Q
A